GHZ deelopdracht 1 deel 1

Gehandicaptenzorg 
Introductie
Geschiedenis en visie






1e bijeenkomst
Februari - Juli 2022
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Gehandicaptenzorg 
Introductie
Geschiedenis en visie






1e bijeenkomst
Februari - Juli 2022

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen vandaag

- Je vormt een beeld van de gehandicaptenzorg.
- heb je ervaringen kunnen delen aangaande jouw kennis met de gehandicaptenzorg
- heb je een beeld hoe het werken in de gehandicaptenzorg gaat

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou je willen leren binnen de module GHZ?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Beeldvoming van de GHZ
Wat is jou beeld van de gehandicapten zorg?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht visie op de GHZ

  1. Zoek op het internet naar minimaal 3 zorgaanbieders in de GHZ binnen onze regio
  2. Zoek uit wat zij belangrijk vinden (visie / kernwaarden) in de zorg voor deze doelgroep. Noteer deze.
  3. Arceer de woorden op die jou het meeste aanspreken binnen de visies/kernwaarden. 
  4. Licht toe wat maakt dat deze jou het meeste aanspreken
  5. Beschrijf wat jouw belangrijk lijkt bij de zorg voor deze doelgroep. Onderbouw hierbij waarom je dit belangrijk vindt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ken jij iemand met een verstandelijke, lichamelijke of meervoudige beperking?

Slide 10 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn de gevolgen voor het gezin? Denk aan ouders, broers/zussen etc.

Slide 11 - Woordweb

Gevolgen ouders:
Het komt regelmatig voor dat één van de ouders van een kind met een verstandelijke beperking de situatie niet aankan. Het kan ook zijn dat beide ouders heel verschillend op hun kind reageren en dat ze daardoor van elkaar vervreemden. Dit kan leiden tot een echtscheiding.
Familie en mensen uit de omgeving kunnen het gezin gaan mijden
Dagopvang en crèche
Het kan ook zijn dat één van de ouders zijn of haar baan moet opzeggen.
Veel onderzoeken in het ziekenhuis
Zware belasting voor de ouders

Gevolgen broers en zussen
Wanneer er naast het kind met een verstandelijke beperking nog andere kinderen in het gezin leven, kan de situatie thuis ingewikkeld worden. Aan de ene kant is er het verdriet om het kind met een beperking en alle problemen die het met zich meebrengt. Aan de andere kant moeten de ouders zien te voorkomen dat de andere kinderen onder de situatie lijden.
De zorg voor een kind met een verstandelijke beperking kan ook een positieve uitwerking op zijn omgeving hebben. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat de gezinsleden naar elkaar toe trekken om samen voor het kind met een beperking te zorgen. Daardoor krijgen ze dan een hechtere band met elkaar dan ze anders zouden hebben gehad.



Geschiedenis van de gehandicaptenzorg

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geschiedenis van de gehandicaptenzorg
1569: Opening "dolhuizen". Hier worden mensen opgesloten die ongewenst zijn. Er werd daarbij gesproken over mensen met geestesziekten. Kenmerken van de dolhuizen waren o.a.: 
         - Mensen werden opgesloten en vastgebonden
         - Dolhuis verdienden hun geld met gekkenkermis. 
1841: In deze wet staat dat krankzinnigen recht hebben op verpleging en genezen moeten worden.

Daaronder vallen mensen met verstandelijk beperkingen, doof(stom)heid en psychiatrische stoornissen.  
1855: Idiotenschool.  Doel: ‘De lichamelijke, verstandelijke en zedelijke vorming van kinderen die door gebrekkig of verkeerd ontwikkelde geestesvermogens voor het gewone, zelfs lager onderwijs ongeschikt zijn.' Zeer diep idioten werden echter niet opgenomen, omdat er enige hoop moest zijn op ontwikkeling, genezing of verbetering.
Uitgangspunt: ieder kind kan iets leren.
1900-1955: Er kwam verbeteringen in de zorg:
* Revalidatieklinieken voor kinderen met een lichamelijke beperking.
* Verschil maken tussen ‘geesteszieken’ en ‘zwakzinnigen’.
* Zwakzinnigen indelen: idioten, imbecielen en debielen.



Slide 13 - Tekstslide

De woorden ‘idioot’, ‘imbeciel’ en ‘debiel’ zijn inmiddels (2022) verouderde termen, die de dokter dus niet meer gebruikt. Oorspronkelijk waren idioten mensen die geboren werden met de allerlaagste intelligentie. Daarna, met meer intelligentie, kwam imbecielen en tot slot debielen. Tegenwoordig spreekt men van ‘verstandelijk beperkt’ en van ‘licht, matig, ernstig of diep zwakzinnig’.
Geschiedenis van de gehandicaptenzorg
1945: Na de Tweede Wereldoorlog, scholen voor kinderen met een lichte verstandelijke beperking. Medisch model wordt ontwikkelingsmodel. Oprichting van inrichtingen, grote groepen 60-100 mensen, weinig contact met ouders. Accent van de zorg ligt op ‘opbergen’. Ver van de directe maatschappij.
1955-1990: Vernieuwingen in de zorg: Bouw van eigen woonvoorzieningen voor met een beperking (het Dorp), ontdekkingen over de oorzaken van een beperking, geen sprake meer van ‘eigen schuld’,  ouderverenigingen en meer kennis door opkomst orthopedagogen en psychologen. 
Vanaf 1990: Meer aandacht voor zelfbeschikking van mensen met een beperking en voor zorg op maat.
* Van aanbod gestuurde zorg naar vraaggerichte zorg
* Integratie is het uitgangspunt.

* Wetten: WVGGZ, WZD, WGBO en PGB, Wet verplichte ggz (Wvggz), Wet zorg en dwang (Wzd), Wet op geneeskundige behandelingsovereenkomst, (WGBO) en Persoons gebonden budget (PGB)
* Van grote woonvoorzieningen naar gewone huizen, buurten Fokuswoningen, thuiszorg, appartementencomplexen.
* regie over eigen leven. 
* Meer aandacht voor de kwaliteit van leven, vanaf 2017 een eigen kwaliteitskader voor de gehandicaptenzorg.





Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verstandelijke beperking 
Een verstandelijke beperking is een beperking die is ontstaan voor het achttiende levensjaar. Als de beperking later ontstaat, spreek je van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) of een cognitieve beperking.
3 definities:

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

LVB
Iemand heeft een licht verstandelijke beperking (LVB) als hij aanzienlijke beperkingen heeft op het gebied van cognitieve ontwikkeling en adaptieve vaardigheden, ook wel sociaal aanpassingsvermogen genoemd.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cognitieve ontwikkeling> Een licht verstandelijke beperking uit zich qua IQ op een score tussen de 50 en 70. 
Adaptieve vaardigheden > 
Conceptuele vaardigheden, zoals kunnen lezen, schrijven en rekenen
Sociale vaardigheden, zoals communicatieve vaardigheden en het oplossen van sociale problemen 
Praktische vaardigheden, zoals persoonlijke verzorging en gebruik maken van openbaar vervoer Sociaal aanpassingsvermogen
Alleen een IQ-score is dus niet genoeg om te bepalen hoeveel en welke ondersteuning iemand met een licht verstandelijke beperking nodig heeft. Het sociaal aanpassingsvermogen komt daarom steeds meer centraal te staan.


Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Einde
Fijne avond!

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bespreek in je groepje, maximaal 3 personen

Hoe kijk ik naar mensen met een handicap?
Wat weet ik van de gehandicaptenzorg?
Wat is mijn ervaring in de gehandicaptenzorg?
Wat denk ik te leren over gehandicapten?

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag
Je maakt in tweetallen één overzicht van de geschiedenis van de GHZ
Onderdelen zijn:
  • Voor 1900
  • 1900 - 1955
  • 1955 - 1990
  • Vanaf 1990
timer
30:00

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Artikel: “Waarom het hebben van een broer of zus met een verstandelijke beperking zo zijn voordelen heeft”

Wat is jou het meeste bijgebleven na het lezen van het artikel?
Welk voordeel valt jou het meeste op? Licht je antwoord toe. 
Hoe lijkt het jou om een broer of zus met een verstandelijke beperking te hebben?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezin met een kind met een verstandelijke beperking 


In Nederland leven ongeveer 10.000 gezinnen met een kind met ernstige meervoudige beperkingen. Drie van deze gezinnen nemen ons mee in hun gezinsleven. De zorgen zijn soms groot, maar ook in deze gezinnen wordt geleefd en genoten.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies