In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Woordenschat blok 3
Slide 1 - Tekstslide
Regels
1) Ik heb mijn spullen in orde voor de les. 2) Ik reageer niet op anderen. 3) Ik steek mijn vinger op en wacht op mijn beurt. 4) Ik luister naar de docent en praat niet door de les heen. 5) Ik ga niet in discussie met de docent.
Slide 2 - Tekstslide
We gaan de slag met schooltaalwoorden en wat ze betekenen
Samen lezen (10 min)
Dictee maken met schooltaalwoorden (10 min)
Betekenis van die schooltaalwoorden (5 min)
Zelfstandig werken (10 min)
Afsluiting klassikaal (5 min)
Slide 3 - Tekstslide
Samen lezen!
timer
10:00
Slide 4 - Tekstslide
Ben je bereid om mij te helpen met koken?
Wat betekent 'Ben je bereid?'
A
Wil je iets voor me doen?
B
Ben je iets vergeten?
Slide 5 - Quizvraag
Wist je dat de ontwikkeling van je hersenen doorgaat tot je 24ste?
Wat betekent 'de ontwikkeling?'
A
de ontsnapping
B
de verandering
Slide 6 - Quizvraag
De politie denkt dat er een verband is tussen de moord op het station en de bankoverval.
Wat betekent 'het verband'.
A
dat ze op hetzelfde moment gebeurden
B
dat ze iets met elkaar te maken hebben
Slide 7 - Quizvraag
De leerlingen uit de derde klas kregen de opdracht een nieuwe feestverlichting te ontwerpen en het resultaat is geweldig.
Wat betekent 'het resultaat.'
A
wat ze gemaakt hebben
B
het aanbod
Slide 8 - Quizvraag
Rosa zit in het ziekenhuis met een grote wond op haar knie en de oorzaak hiervan is een ongeluk met de fiets.
Wat betekent 'de oorzaak'.
A
waardoor het komt
B
de pijn
Slide 9 - Quizvraag
Sarah legt haar eigen liedjes vast in een speciaal schrift.
Wat betekent 'vastleggen'.
A
bewaren van gegevens
B
gegevens verwijderen
Slide 10 - Quizvraag
Het bekendste symbool van de liefde is natuurlijk het hart.
Wat betekent 'het symbool'.
A
een teken dat iets uitbeeldt
B
een hartje
Slide 11 - Quizvraag
Mijn telefoon verbruikt veel energie.
Wat betekent 'verbruikt'.
A
gebruiken
B
weggaan
Slide 12 - Quizvraag
Zelf aan de slag
Maak van Blok 3 Over Taal opdracht 3.9
Je mag zachtjes overleggen met je buurman of buurvrouw.
timer
20:00
Slide 13 - Tekstslide
Wat heb je vandaag geleerd?
Zet je tafel recht en schuif je stoel aan. Tot morgen!