(to) be; vraagzin, bevestigend of ontkennend

(to) be/ (to) have; vraagzin, bevestigend of ontkennend
Terugblik op assignment 10 en 11
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

(to) be/ (to) have; vraagzin, bevestigend of ontkennend
Terugblik op assignment 10 en 11

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeeld zinnen
  • Does Hanneke have glasses?
  • Hanneke has glasses.
  • Hanneke does not have glasses.
  • She is happy
  • I am not happy
  • Are they happy?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Who am I (Wie ben ik)
Type iets uit over jezelf!

Slide 3 - Open vraag

ga verder op in over de zinnen die zij hebben gegeven, samen een andere vorm geven over hun uitgetype zin
Kies de juiste vorm in de zin

He [...] a dog
A
have
B
has

Slide 4 - Quizvraag

SHIT rule uitleg :)

Kies de juiste vorm in de zin

They [...] at school
A
is
B
are

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kies de juiste vorm in de zin

[...] it [...] a tail
A
Does [...] has
B
Does [...] have

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend

Fay is a big Taylor Swift fan

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin vragend

Mia has brown hair

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin ontkennend

We are in the same class

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak de zin vragend

Yob has a dog

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies