keuzevoorzetsels

welke voorzetsels hebben een derde naamval?
1 / 19
volgende
Slide 1: Woordweb
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 20 min

Onderdelen in deze les

welke voorzetsels hebben een derde naamval?

Slide 1 - Woordweb

welke voorzetsels hebben een vierde naamval?

Slide 2 - Woordweb

nieuwe voorzetsels:
an, auf, hinter, neben, in, unter, über, vor, zwischen

Slide 3 - Tekstslide

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat: Ich stehe am (an dem) Fenster.
A
eerste naamval
B
derde naamval
C
vierde naamval

Slide 4 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat:
Ich stelle mich ans (an das) Fenster.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 5 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat: Das Heft liegt auf dem Tisch.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 6 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat: Ich lege das Heft auf den Tisch.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 7 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat:
Ich sitze hinter dir.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 8 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat:
Ich setze mich hinter dich.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 9 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat:
Ich bin in der Schule.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 10 - Quizvraag

Kijk waar het nieuwe voorzetsel staat en in welke naamval het zinsdeel staat:
Ich gehe in die Schule.
A
eerste
B
derde
C
vierde

Slide 11 - Quizvraag

welke naamval krijgen de nieuwe voorzetsels?

Slide 12 - Woordweb

Als het nieuwe voorzetsel met het werkwoord een verandering van plek aangeeft is het:
A
derde naamval
B
vierde naamval

Slide 13 - Quizvraag

Als het nieuwe voorzetsel met het werkwoord een stilstand of een tijdstip aangeeft dan is het
A
derde naamval
B
vierde naamval

Slide 14 - Quizvraag

Ergänze: Vor .... Woche war ich krank.
A
eine
B
einer
C
ein
D
einem

Slide 15 - Quizvraag

Ergänze:
Ich warte vor ..... Schule.
A
die
B
der
C
den
D
dem

Slide 16 - Quizvraag

Ergänze: In .... Monat habe ich Geburtstag.
A
eine
B
einer
C
einen
D
einem

Slide 17 - Quizvraag

Ergänze: Morgen gehe ich in .... Disko.
A
die
B
der
C
das
D
dem

Slide 18 - Quizvraag

Ergänze: Ich springe in .... Wasser.
A
das
B
dem
C
den
D
dem

Slide 19 - Quizvraag