Ethiek - les 6 - Deugdenethiek

Les 6: Deugdenethiek
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 6: Deugdenethiek

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
Terugblik vorige les

Korte uitleg deugdethiek

Aan de slag opdrachten Reader / PO

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
Probeer samen antwoord te geven op de volgende vragen:
  1. De ideeën van wie staan centraal in de beginselethiek?
  2. En wat staat er centraal?
  3. Wat is een andere naam voor beginselethiek?
  4. Wat is het onderscheid tussen neiging en plichtsbesef?
  5. Wat moet je doen als je twijfelt?

Slide 3 - Tekstslide

Terugblik vorige les
De ideeën van wie staan centraal in de beginselethiek? Kant

En wat staat er centraal? Waarden als eerlijkheid/rechtvaardigheid

Andere naam voor beginselethiek? Plichtsethiek

Onderscheid tussen neiging en plichtsbesef neiging (ook) eigen gewin, plichtsbesef ook wanneer het jou (helemaal) niet uitkomt

Wat moet je doen als je twijfelt? Algemene regel van maken

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Deugden
Waar denk je aan bij het woord deugd?

Slide 6 - Tekstslide

Deugden
Deugden zijn die kwaliteiten die een mens tot een goed mens maken.

De oude Grieken (o.a. Aristotelis) spraken over vier deugden: 
wijsheid, dapperheid (moed), matigheid en rechtvaardigheid.

Maar niet teveel én niet te weinig! = Gulden middenweg! 

Slide 7 - Tekstslide

Deugden

Maar niet teveel én niet te weinig = Gulden middenweg

Verklaar! Wat gebeurt er als je teveel of te weinig hebt van:

wijsheid, moed, matigheid (en rechtvaardigheid)

Slide 8 - Tekstslide

Niet teveel

Wijsheid: overanalyseren

Moed: roekeloos

Matigheid: vreugdeloos

Rechtvaardigheid: inflexibel?
Maar ook niet te weinig

Wijsheid: ondoordacht

Moed: laf

Matigheid: losbandigheid

Rechtvaardigheid: onrecht

Slide 9 - Tekstslide

Goed mens = goed handelen
Het gaat bij deugdenethiek niet om bepaalde doelen  en ook niet om allerlei dwingende gedragsregels.

Deugdenethiek: ‘wat voor een mens wil ik zijn?’ of: ‘wat maakt iemand tot een goed mens?’ Als mensen zelf goed/verstandig zijn, volgt het goede handelen dan vanzelf.

De deugdethiek geeft alleen richting, zonder precies te zeggen: dit moet je doen! Dat moet een goed/verstandig mens inzien in die situatie.

Slide 10 - Tekstslide

Onderdeel persoon ipv ad-hoc
Leren door opvoeding, onderwijs, buurt, kerk/moskee
 Een geïntegreerd onderdeel van de persoon --> goed persoon = goed handelen

Bij gevolgen- en beginselethiek dient het goede zich veeleer aan in situaties waarbij we spreken van een ‘ethisch dilemma’. Daar heeft ethiek veel meer een ‘ad-hoc-karakter’.

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht 54: Acute operatie

Je bent hartspecialist in een ziekenhuis. Om twee uur ’s nachts komen er twee spoedgevallen binnen. Deze twee mensen moeten acuut geholpen worden om doodsgevaar af te wenden. De enen patiënt (mevrouw De Wit) is een dementerende alleenstaande bejaarde vrouw van 73 jaar. De andere patiënt is een levenslustige jonge vrouw van 27 jaar, gehuwd en moeder van 3 kinderen. Ze zijn op exact hetzelfde moment aangemeld. 

Wie moet je als eerste opereren als je kijkt naar de deugdethiek? En waarom? 

Waarom is dit eigenlijk een beetje een bijzondere vraag in dit geval? 


Slide 12 - Tekstslide

Deugdethiek & acute operatie

Deugdethiek: niet strikte regels, maar ook niet alleen maar naar de gevolgen.

Wijsheid: wijs persoon houdt rekening met relevante factoren (medische urgentie, impact eigen levens en dat van hun naasten)
Rechtvaardigheid: gelijke behandeling
Moed: de arts moet een beslissing nemen, ga er maar aan staan...
Compassie: meededogen voor beide vrouwen



Slide 13 - Tekstslide

Deugdzaam handelen
Beslissen om de jongere vrouw eerst te opereren, niet omdat het leven van de oudere vrouw minder waardevol is, maar omdat de jongere vrouw meer mensen direct beïnvloedt en meer jaren te leven heeft, wat kan worden beschouwd als een rechtvaardige overweging. Dit zou een voorbeeld zijn van deugdzaam handelen dat rekening houdt met wijsheid, rechtvaardigheid, moed, en compassie.

Concluderend: dit is (wat mij betreft) de meest voor de hand liggende ethische benadering, gevolgenethiek vliegt soms uit de bocht (denk aan z'huis), beginselthiek te star (soms is het beter om iets soepeler te zijn, bijvoorbeeld om niet eerlijk te zijn)

Slide 14 - Tekstslide

Opmerkingen PO
PO bronnenlijst APA?




Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag
Maak de opdrachten uit de reader af! Aan de slag met je PO!
Deadline vanavond 24 juni, 23.59 uur

Klaar? Toets dinsdag 2 juli: blz 1 t/m blz 18 (t/m deugdethiek)
Lesson-ups --> komt nog een oefentoets

Antwoorden opdrachten Reader morgen online

Slide 16 - Tekstslide