- Gevolgenethiek: een handeling is goed als de gevolgen goed zijn.
Een handeling moet dan genot, geluk, of nut opleveren. (blz. 45-46)
- Beginselethiek: (blz. 44 en 47)
- Kantiaanse ethiek: (blz. 47)
- Deugdenethiek: (blz. 57 - 61)
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
LevensbeschouwingMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
ethische visies
- Gevolgenethiek: een handeling is goed als de gevolgen goed zijn.
Een handeling moet dan genot, geluk, of nut opleveren. (blz. 45-46)
- Beginselethiek: (blz. 44 en 47)
- Kantiaanse ethiek: (blz. 47)
- Deugdenethiek: (blz. 57 - 61)
Slide 1 - Tekstslide
lesdoel:
Jij kunt de verschillende ethische visies uitleggen en onderscheiden.
Je kunt ze ook toepassen op ethische kwesties.
Slide 2 - Tekstslide
'De barmhartige Samaritaan' wanneer ben je goed mens?
Slide 3 - Woordweb
Phillipa Foot trolley problem optie A; je zet de schakel om zodat 1 persoon wordt opgeofferd zodat 5 andere levens gered worden.
A
utilisme
B
eudamonisme
C
hedonisme
D
universalisme
Slide 4 - Quizvraag
Phillipa Foot trolley problem optie A; je zet de schakel niet om zodat jij de verantwoordelijkheid niet hoeft te dragen.
A
utilisme
B
eudamonisme
C
hedonisme
D
universalisme
Slide 5 - Quizvraag
Phillipa Foot trolley problem optie A; je gooit jezelf voor de trein zodat iedereen gered wordt.
A
utilisme
B
eudamonisme
C
hedonisme
D
universalisme
Slide 6 - Quizvraag
blz. 58 Op wat voor manier onderscheidt de deugdethiek zich van beginsel- en gevolgenethiek?
A
deugdethiek gaat meer over een goed gevormde persoonlijkheid
B
deugdethiek gaat meer over rechten dan over en plichten
C
deugdethiek gaat over de beste versie van jezelf zijn
D
deugd is in principe gelijk aan beginselethiek
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn deugden precies?
A
Menselijke kwaliteiten die we goed noemen
B
goede daden van mensen
C
intrinsieke persoonlijkheidstrekken
D
antwoord op de vraag: wat voor mens ben jij?
Slide 8 - Quizvraag
kennis van de deugd bijpassend gedrag bijpassende houding
GUL / VRIJGEVIGHEID
Slide 9 - Open vraag
Deugdzame personen laten zien hoe je op een voorbeeldige manier mens kunt zijn.
waar
niet waar
Slide 10 - Poll
Wat betekent het, dat ethiek een 'ad hoc' karakter heeft?
A
afhankelijk is van het moment
B
aldaar wordt beslist
C
desalniettemin
D
plaatsbepalend is
Slide 11 - Quizvraag
Wat vindt jij de belangrijkste deugd die jouw karakter mede vormt?
Slide 12 - Open vraag
Wat vindt jij zwaarder wegen?
talent
doorzettingsvermogen
Slide 13 - Poll
Wat vindt jij belangrijker?
rechtvaardigheid
eerlijkheid
Slide 14 - Poll
Wat vindt jij belangrijker?
blijdschap
vriendschap
Slide 15 - Poll
Wat vindt jij belangrijker?
liefde
succes
Slide 16 - Poll
Wat vindt jij belangrijker?
veiligheid
vrijheid
Slide 17 - Poll
Wat vindt jij belangrijker?
rijkdom
gelijkheid
Slide 18 - Poll
Een deugdelijk persoon weet wat 'goed' is maar laat dit vooral zien in ...
A
controle
B
kennis van zaken
C
gedrag
D
gebruiken
Slide 19 - Quizvraag
Geef aan bij welke van de ethische visies of stromingen de uitspraak het beste past.
I. Mensen neigen ernaar egoïstisch te handelen, maar het plichtsbesef remt deze neiging.
A
Kantiaanse ethiek
B
gevolgenethiek
C
beginselethiek
D
deugdenethiek
Slide 20 - Quizvraag
Geef aan bij welke van de ethische visies of stromingen de uitspraak het beste past. II. Ethiek gaat uiteindelijk om het aannemen van een goede (levens)houding die we door de ervaring vormen.
A
gevolgenethiek
B
deugdenethiek
C
beginselethiek
D
Kantiaanse ethiek
Slide 21 - Quizvraag
III. Of een handeling moreel of immoreel is, hangt af van de uitkomsten van die handeling.
A
gevolgenethiek
B
beginselethiek
C
deugdenethiek
D
christelijke ethiek
Slide 22 - Quizvraag
HELD
Slide 23 - Tekstslide
Opdracht 'Held'
Open een nieuw document en plaats in de map Lev
Kies zelf iemand die jij als held ziet
Kies een afbeelding van deze held
Maak een 'lemma' voor een digitale encyclopedie en plaatst deze in je werkboek onderaan par. 4
Voor nadere uitleg zie opdr. 20 op blz. 63
Slide 24 - Tekstslide
Paragraaf 4: ethische stelsels
Beginselethiek: nadruk op beginsel / principe (Kant)
Gevolgenethiek: nadruk op gevolgen (consequentialisme) ##########################################
Hedonisme: streven naar het + genot / - pijn (Epicurus)
Eudamonisme: streven gelukt / gelukkig leven (Aristoteles)
Utilisme: streven naar het meeste nut (Stoa)
Slide 25 - Tekstslide
Wie ben jij als ethisch wezen?
ik ben erg principieel
een mens laat zich leiden door genot en pijn
geluk voor jezelf en anderen is het hoogste goed
je behoort dat te doen wat het meeste nut oplevert
Slide 26 - Poll
Welk cijfer geef je jezelf? Doelen: Jij kunt de verschillende ethische visies uitleggen en onderscheiden. Je kunt uitleggen wat deugden zijn en wat de deugdenethiek inhoudt. Je kunt de verschillende ethische visies toepassen op ethische kwesties.
Slide 27 - Poll
Waar moeten we de volgende les nog mee oefenen ter voorbereiding op het SE?