Instructie 10.4 De hersenen

Even herhalen 
Paragraaf 1,2,3.  
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 4

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Even herhalen 
Paragraaf 1,2,3.  

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De afbeelding is een
doorsnede van
de ruggenmerg.
De ruggenmerg hoort
bij het...
A
Centrale zenuwstelsel
B
De hersenen
C
De zenuwen

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

... geleiden impulsen van zenuwcellen naar zenuwcellen
A
gevoelszenuwcellen
B
Schakelzenuwcellen
C
Bewegingszenuwcellen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gedrag ontstaat door prikkels. Wat is een prikkel?
A
Iets wat je ruikt, proeft, ziet of hoort
B
alles wat een mens doet
C
een handeling
D
een verandering van gedrag

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van zenuwcellen?
A
Het doorgeven van signalen
B
Het produceren van hormonen
C
Het verteren van voedsel
D
Het reguleren van de bloeddruk

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de wervelkolom ligt je ruggenmerg. Wat doet het ruggenmerg?
A
schokken opvangen.
B
Signalen van de hersenen naar de zenuwen sturen.
C
zorgen voor goede beweging.
D
het is geel beenmerg, dus vetopslag

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de informatie hiervoor is sprake van een type zenuwcellen. Hoe heten deze zenuwcellen?
A
Gevoelszenuwcellen
B
Bewegingszenuwcellen
C
Schakelcellen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Video

extra info over effect van alcohol op het brein.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe heet onderdeel 1?
A
Grote hersenen
B
Kleine hersenen
C
Hersenstam

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bekijk de afbeelding.
Welke letter geeft
de grote hersenen aan?
A
Letter P
B
Letter Q
C
Letter R
D
Letter S

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk onderdeel van je centrale zenuwstel zorgt ervoor dat je bij tennis een bal kunt terugslaan?
A
Ruggenmerg
B
Hersenstam
C
Kleine hersenen
D
Grote hersenen

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stuurt belangrijke levensfuncties aan zoals hartslag en ademhaling
A
Kleine hersenen
B
Grote hersenen
C
hersenstam
D
hypofyse

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een geluid waarneemt, komt dat omdat er in een bepaald deel van de hersenen impulsen aankomen.
In welk deel van de hersenen is dat?
A
de hersenstam
B
de grote hersenen
C
het ruggenmerg
D
de kleine hersenen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol heeft invloed op:
A
alleen de grote hersenen
B
alleen de kleine hersenen
C
zowel de grote hersenen als de kleine hersenen
D
niet op de grote hersenen en ook niet op de kleine hersenen

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Geef aan: juist of onjuist
Door alcohol reageer je sneller
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alcohol en heroïne zijn...
A
Verdovende middelen (downers)
B
Stimulerende middelen (uppers)
C
Bewustzijnsveranderende middelen (trippers)

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Energiedrankjes, tabak en XTC zijn...
A
Verdovende middelen (downers)
B
Stimulerende middelen (uppers)
C
Bewustzijnsveranderende middelen (trippers)

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Paddo's zijn...
A
Verdovende middelen (downers)
B
Stimulerende middelen (uppers)
C
Bewustzijnsveranderende middelen (trippers)

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van verdovende middelen?
A
Geven je een ontspannen gevoel
B
Geven je meer zelfvertrouwen
C
Hartslag en ademhaling worden langzamer
D
Je ziet dingen die er niet zijn

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van stimulerende middelen?
A
Geven je een ontspannen gevoel
B
Geven je meer zelfvertrouwen
C
Hartslag en ademhaling worden sneller
D
Maken je rustig en blij.

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kenmerken van bewustzijnsveranderende middelen?
A
Bloeddruk gaat omhoog
B
Geven je meer zelfvertrouwen
C
Hartslag en ademhaling worden langzamer
D
Je ziet dingen die er niet zijn

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies