Les 12- Een maaltijd samenstellen

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 8
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Mens en Gezondheid
Hoofdstuk 8

Slide 1 - Tekstslide

Terug blikken vorige les

Slide 2 - Woordweb

Doelen deze les
Aan het einde van de les kan je vertellen wat Convenience food is
Een maaltijd samenstellen voor een bepaalde doelgroep

Slide 3 - Tekstslide

Convenience Food

Gemakkelijke voeding. Het is voedsel dat gemakkelijk en snel klaar is.
Voorbeelden zijn kant-en-klaarmaaltijden, voorgesneden groenten, een zakje gemengde sla i.p.v. een krop sla, of een cake mix.




Slide 4 - Tekstslide

Convenience Food
In convenience food hoeven niet minder voedingsstoffen te zitten dan in vers voedsel. 

Slide 5 - Tekstslide

Convenience Food
Lang bewaren komt de meeste voedingsmiddelen niet ten goede
Er worden conserveringsmiddelen en vaak smaakstoffen gebruikt die niet zo veel met gezonde voeding te maken hebben.

Slide 6 - Tekstslide

Convenience Food
Nadelen
Deze moeten vaak in plastic verpakt en koel bewaard worden en dat geldt ook voor alle groenten in een zakje.

Slide 7 - Tekstslide

Gezonde voeding voor verschillende doelgroepen

Baby 
Borstvoeding is de beste voeding voor een baby. 
In moedermelk zitten alle voedingsstoffen die een kind nodig
Er zitten  stoffen in die helpen tegen ziekten en infecties. 
Als borstvoeding geen optie is, kan men overschakelen op flesvoeding.  

Slide 8 - Tekstslide

Baby
In flesvoeding zit vitamine K. 
Kinderen hebben tot drie maanden na de geboorte extra vitamine K nodig, het is belangrijk voor de bloedstolling. Ook is vitamine D nodig, voor de botontwikkeling.

Slide 9 - Tekstslide

Keuringsdienst van waarde
Bekijk de aflevering Babyvoeding/tussendoortjes

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Link

Baby
Vanaf 6 maanden is vaste voeding nodig naast borstvoeding/flesvoeding.
 De eerste hapjes zijn vaak groente- en fruithapjes.

Slide 12 - Tekstslide

Babyvoeding test
Potjes voor verschillende leeftijden
Per groepje een leeftijdscategorie
Beantwoord gezamenlijk de vragen

Slide 13 - Tekstslide

Peuter & Kleuter


Peuters en kleuters eten bij voorkeur met de rest van het gezin mee.

Het is verstandig als zij 3 keer een maaltijd krijgen en max. 4 keer per dag iets tussendoor.

Slide 14 - Tekstslide

Gezonde voeding voor verschillende doelgroepen

Sporters 
Mensen die veel sporten moeten goed op hun voeding letten 
Gezond eten levert je veel energie en een sneller herstel op


Slide 15 - Tekstslide

Sporters
Koolhydraten (energie), eiwitten (opbouw en herstel van weefsels) en vocht hebben invloed op prestaties van sporters.

Slide 16 - Tekstslide

Sporters
Als je sport wordt je lichaam warmer, je begint te transpireren.
Dit is een natuurlijke reactie om af te koelen, je lichaam verliest/verdampt vocht. 
Dat vocht moet je dus aanvullen, het liefst met water.

Slide 17 - Tekstslide

Ouderen
Bij ouderen kan de eetlust verminderen, omdat bijv. de smaak minder wordt. 
Het blijft wel belangrijk dat ouderen alle voedingsstoffen binnen krijgen.
Een aantrekkelijke, gevarieerde maaltijd helpt.
Het is belangrijk om niet meer zout te gebruiken, dit is slecht voor de bloeddruk.

Slide 18 - Tekstslide

Ondervoeding bij ouderen
Steeds vaker zie je bij ouderen die afhankelijk zijn van hulp, dat het misgaat met hun voeding.
 Ze eten en drinken te weinig. Dit leidt tot tekort aan energie en andere voedingstoffen, wat voor lusteloosheid zorgt.
Mensen met ondervoeding zijn gebaat aan extra eiwitten en energie.


Slide 19 - Tekstslide

Samenstellen maaltijd
Als je een maaltijd gaat samenstellen is het handig om van tevoren een lijstje te maken:
Voor wie kook je?
Wat kook je?
Wat mag niet? (gluten, vlees, dieet bijv.)
Wat wel? (wat vindt iemand heel lekker)

Slide 20 - Tekstslide

Opdrachten
8.10 t/m 8. 18
Praktijkopdracht 8.2

Slide 21 - Tekstslide