Cellen, weefsels & organen

cellen, weefsels &  Organen 
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

cellen, weefsels &  Organen 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

lesdoelen
Je weet wat een organisme is
Je weet de celopbouw 
Je weet het begin van de chromomosen paren
Je weet wat weefsels zijn en hun functie
je bent bekend met de verscillende orgaanstelsels



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

cel
Celmembraan = wand
cytoplasma en protoplasma
Cellichaam
Celkern bevat de chromosomen, de dragers van DNA

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

weet je verschil tussen meiose en mitose?
Ja
Nee

Slide 4 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Mitose --> normale celdeling, met als doel groei, vervanging en herstel van cellen.

Meiose --> reductiedeling, met als doel de vorming van geslachtscellen.

De geslachtscellen zijn zaad- en eicellen.
In mEIose zit een EI, dus dat is voor de vorming van geslachtscellen.

Slide 6 - Tekstslide

normale chromosomen verdeling

wanneer is iets een syndroom? 
Een syndroom is een ziektebeeld: een verzameling van steeds tezamen voorkomende klinische verschijnselen/symptomen.

meerdere kenmerken zijn afwijkend. 
Bekendste is down; handplooi, oren inzet, ogen
trisomie 21 

Slide 7 - Tekstslide

de zaadcel levert een extra chromosoom 21. een extra pootje op het DNA 

andere bekende afwijkingen : 
trisomie 13 (Pateau syndroom)
trisomie 18 (Edwardsyndroom)

erfelijke aandoeningen zoals 
 CF (Cystic fribrose) taai slijm in long en darmen
 syndroom van Turner
Huntington 

weefsels 

Weefsel is het samenhangend geheel van gelijksoortige cellen, gescheiden en tevens verbonden door veel of weinig tussenstof.

Slide 8 - Tekstslide

Alle organen van meercellige organismen, hetzij plantaardig of dierlijk, zijn uit verschillende weefsels opgebouwd, waarvan er in de regel één domineert.


Epitheelweefsel
beschermend dekweefsel

Waar heeft jouw zorgvrager dan last van? 

Slide 9 - Tekstslide

huid,  beschermt ons tegen van alles van buitenaf. 

bij geen intacte huid: 
wonden , decubitus
Bind- en steunweefsel
- Bindweefsel
- kraakbeenweefsel 
- Beenweefsel

Welke zorgvragers hebben hier last 
van?

Slide 10 - Tekstslide

problemen; 

in gewrichten, ontstekingen in gewrichten, slijtage in gewrichten, ontbreken van vetweefsel
spierweefsel 

is elastisch
kan veranderen als hij een 
prikkel krijgt

waar heeft jouw zorgvrager
last van?

Slide 11 - Tekstslide

hartspier heeft eigen vorm
dwars gestreept 
glad gestreept

problemen:
mobiliteit 
signaleren observeren. 
pijn 
hartfalen 
zenuwweefsels 
Zenuwcellen (neuronen) die
prikkels geleiden 

Waar heeft jouw zorgvrager last van? 

Slide 12 - Tekstslide

ALS, MS, Fantoompijn, Polyneuropathie

een organisme 
Een organisme (veel cellen) blijft in leven door de stofwisseling 
(metabolisme) 
Metabolisme is
  • chemische processen die nodig zijn voor de funcite, energiebehoefte van een organisme 
  • stofwisseling maakt groei mogelijk 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

noem een voorbeeld van een organisme

Slide 14 - Woordweb

voorbeeld organisme
dieren - mensen - planten
ook
schimmels en bacteriën. 
wat is een orgaanstelsel?

Slide 15 - Woordweb

een groep organen die samenwerken aan een dezelfde taak 
we gaan ze allemaal langs
* beenderen 
  • spierstelsel
  • ademhaling
  • bloedvaten 
  • spijsvertering
  • zenuw
  • huid
  • urinestelsel
  • hormoonstelsel 
  • (voortplanting en lymfe gaan we niet behandelen)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat op volgorde van groot naar klein?
A
weefsels, organen, celorganellen, cellen
B
Organen, weefsels, cellen, celorganellen
C
Celorganellen, cellen, weefsels, organen
D
Celorganellen, weefsels, cellen, organen

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Het hart is
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De dunne- en dikke darm, de maag en de lever werken samen in het:
A
bottenstelsel
B
zenuwstelsel
C
spierstelsel
D
verteringsstelsel

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De huid is een voorbeeld van:
A
een orgaan
B
een cel
C
een organisme
D
een organenstelsel

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

volgende keer
huid 
slijmvliezen 
gebit 
nagels

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Cellen en weefsels
cellen 
epitheel weefsel 
steunweefsel

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies