GRW H4 Aanwijzend en vragend vnw

Aanwijzend en vragend voornaamwoord
MHU, 2022
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzend en vragend voornaamwoord
MHU, 2022

Slide 1 - Tekstslide

Wat we gaan doen
nakijken lijdend voorwerp
uitleg aanwijzend en vragend voornaamwoord
aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Wat is het lijdend voorwerp in deze zin:
'Peter schrijft elke dag een brief.'

Slide 3 - Open vraag

En hier:
Lieke neemt meestal een appel mee naar school voor in de pauze.

Slide 4 - Open vraag

Sinds kort heeft Esmee op zaterdag een leuke bijbaan.

Slide 5 - Open vraag

In tweetallen nakijken
Opdr 2 en 4.
Allebei hetzelfde? Waarschijnlijk goed. 
Allebei wat anders? Dan overleggen welk antwoord klopt.
Bij 4 meer antwoorden mogelijk.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Voornaamwoorden
Wat is dat?

Slide 7 - Tekstslide

Voornaamwoorden
verwijzen naar zelfstandige naamwoorden:
Pieter ziet Michiel op straat lopen.
Dat kan korter:
Hij ziet hem daar lopen.

Slide 8 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord
wijst iets aan, alleen dat ene.
die fiets
zo'n huis
ik heb hetzelfde horloge
ik heb zulke mensen nog nooit gezien

Let op: alleen als ze iets aanwijzen!
De auto die daar staat ('die' wijst niets aan en is dus hier geen a.v.)

Slide 9 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord
wie, wat, welk(e), wat voor

En ook weer alleen als het een vraag is.

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 1
timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk
in de plenda zetten:
leren uitleg blz 120
maken opdr 2 en 4 blz 121

Slide 12 - Tekstslide

Hoe ging het vandaag?

Slide 13 - Woordweb