Financieel 1: Brutowinstmarge of opslag of percentage

Hoe zat het ookal weer?
nettowinst- brutowinst- iwo-inkopen-omzet-btw-kosten-verkoopprijs-inkoopprijs-afzet-consumentenprijs etc.
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Praktische economieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoe zat het ookal weer?
nettowinst- brutowinst- iwo-inkopen-omzet-btw-kosten-verkoopprijs-inkoopprijs-afzet-consumentenprijs etc.

Slide 1 - Tekstslide

Verkoopprijs - inkoopprijs =
A
iwo
B
nettowinst
C
brutowinst
D
btw

Slide 2 - Quizvraag

Schrijf minimaal 2 formules op om de iwo te berekenen

Slide 3 - Open vraag

In een winkel was de voorraad op 1 jan. € 22.344. De IWO was € 314.569. De eindvoorraad op 31 december is € 21.856. Hoeveel was de inkoop in 2020?

Slide 4 - Open vraag

Een manager wil berekenen hoe hoog de brutowinst is van een bepaald product. Hij heeft de volgende gegevens: Inkoopprijs is € 11,50 en de consumentenprijs is € 23,25. Hoeveel brutowinstmarge zit er op dit product?

Slide 5 - Open vraag

Als de verkoopprijs 19,21 is en de inkoopprijs 11,50 hoe hoog is dan het brutowinstpercentage van de verkoopprijs? Rond af op 1 decimaal.
A
59,9%
B
40,1%
C
167%
D
67%

Slide 6 - Quizvraag

Brutowinst van 1 product
1. marge
2. opslag
3. percentage
a. van de verkoopprijs
b. van de inkoopprijs

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Brutowinstmarge

Een artikel heeft als inkoopprijs € 30. De brutowinstmarge is 50% (van de verkoopprijs). Wat is de verkoopprijs?
Brutowinstopslag

Een artikel heeft als inkoopprijs  € 30. De brutowinstopslag is 100% (van de inkoopprijs). Wat is de verkoopprijs?

Slide 10 - Tekstslide

Brutowinstmarge

Een artikel heeft als inkoopprijs € 30. De brutowinstmarge is 50% (van de verkoopprijs). Wat is de verkoopprijs?

Verkoopprijs € 60
Brutowinstopslag

Een artikel heeft als inkoopprijs  € 30. De brutowinstopslag is 100% (van de inkoopprijs). Wat is de verkoopprijs?

Verkoopprijs € 60

Slide 11 - Tekstslide

Een ondernemer streeft bij een bepaalde artikelgroep naar een brutowinstmarge van 30%. Hoeveel % is verkoopprijs en de inkoopprijs in dat geval?

Slide 12 - Open vraag

Een ondernemer streeft bij een bepaalde artikelgroep naar een brutowinstopslag van 30%. Hoeveel % is de inkoopprijs en de verkoopprijs in dat geval?

Slide 13 - Open vraag

Je koopt een product in voor € 125 per stuk. Je hanteert een brutowinstopslag van 32%. Wat is dan de verkoopprijs en de consumentenprijs
A
Verkoopprijs is € 165 Consumentenprijs is € 199,65
B
Verkoopprijs is € 183,82 en de consumentenprijs is € 222,43
C
Verkoopprijs is € 199,65 en de consumentenprijs is € 165
D
De verkoopprijs is € 222,43 en de consumentenprijs is € 183,82

Slide 14 - Quizvraag

Ik begrijp het verschil tussen opslag en marge en kan daar ook zelf mee gaan oefenen.
010

Slide 15 - Poll

Huiswerk voor 11 maart
Uitwerken handleiding tm 2.3: oefenen en samenvatting maken
leren van de begrippen en formules

Leer uit je hoofd het exploitatieoverzicht!
Volgende keer gaan we daar allerlei berekeningen mee maken.

Slide 16 - Tekstslide

Wat moet ik anders
aanpakken
in de voorbereiding
van de les>

Slide 17 - Woordweb