Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
V4 Drie werkwoorden en tijden + voca 1,3 1,4 1,5
La classe du 10-2-2023:
Comp orale 11, 12
Petit test sur les devoirs
Travail individuel
1 / 47
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
In deze les zitten
47 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
La classe du 10-2-2023:
Comp orale 11, 12
Petit test sur les devoirs
Travail individuel
Slide 1 - Tekstslide
Maintenant: au travail individuel
Comp écrite 13-20
ou (of)
monologue suivi 4-8 (7 phrases)
Vous venez me présenter votre monologue suivi: 1, 2, 3
P.S. Bij Studiewijzers in ELO kun je comp orale en comp écrite vinden,
ook de antwoorden! Zo kun je zelfstandig werken.
Slide 2 - Tekstslide
opa en oma
Slide 3 - Open vraag
dik en mooi
Slide 4 - Open vraag
slank en lelijk
Slide 5 - Open vraag
een zoet/braaf kind
Slide 6 - Open vraag
de scheiding
Slide 7 - Open vraag
streng en oprecht
Slide 8 - Open vraag
D'abord, les verbes au présent!
avoir, être en aller in drie tijden
Présent, passé composé, imparfait
Slide 9 - Tekstslide
être
=
zijn
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je
sommes
sont
suis
êtes
es
est
Slide 10 - Sleepvraag
Avoir
j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
ai
as
a
avons
avez
ont
Slide 11 - Sleepvraag
Aller
je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
vais
vas
va
allons
allez
vont
Slide 12 - Sleepvraag
Zij hebben
Slide 13 - Open vraag
Jij gaat
Slide 14 - Open vraag
Jullie zijn
Slide 15 - Open vraag
Zij is
Slide 16 - Open vraag
On continue avec le passé composé
Slide 17 - Tekstslide
Deze werkwoorden hebben een onregelmatig voltooid deelwoord
Eu
Allé
été
Avoir
Aller
être
Slide 18 - Sleepvraag
ATTENTION...
être -> J'
ai
été
Avoir -> J'
ai
eu
Aller -> Je
suis
allé(e)
--> Let op! vervoeg je met être --> accord!
Vrouwelijk : +e / Meervoud +s / Vrouwelijk meervoud +es
Slide 19 - Tekstslide
Vervoeg in de passé composé
Nous ... (avoir) un cadeau
Slide 20 - Open vraag
Vervoeg in de passé composé
Ils .... (être) au concert
Slide 21 - Open vraag
Vervoeg in de passé composé
Tu ... (faire) du jogging?
Slide 22 - Open vraag
Vervoeg in de passé composé
Elle .... (aller) au concert
Slide 23 - Open vraag
Et maintenant... l'imparfait
Slide 24 - Tekstslide
Uitgangen imparfait
De stam van de imparfait =
nous-vorm présent - ons
Bijv. nous avons> stam wordt av-
UItgangen imparfait:
ais -ais - ait - ions - iez - aient
Slide 25 - Tekstslide
Donc...
Stam imparfait:
- Avoir: Nous avons --> av-
- Aller: Nous allons --> all-
- Faire: Nous faisons --> fais-
ATTENTION! être --> ét-
Slide 26 - Tekstslide
Vervoeg in de imparfait
Il .... (faire)
Slide 27 - Open vraag
Vervoeg in de imparfait
Vous.... (aller)
Slide 28 - Open vraag
Vervoeg in de imparfait
J'.... (être)
Slide 29 - Open vraag
Vervoeg in de imparfait
Nous.... (avoir)
Slide 30 - Open vraag
En dan nog even de futur proche
(zo, zometeen = nabije toekomst)
ik ga zo slapen
Slide 31 - Open vraag
zij gaan hun huiswerk maken
Slide 32 - Open vraag
u gaat zo de dokter bellen
Slide 33 - Open vraag
Et les derniers... le futur simple
Slide 34 - Tekstslide
Hoe maak je de futur simple ?
Futur simple = zal + heel werkwoord
Futur simple: hele werkwoord + uitgangen avoir
ATTENTION! Bij être, avoir, faire, aller is het niet het hele werkwoord!
Slide 35 - Tekstslide
Sleep de uitgangen naar de juiste tijd & persoon.
Conditionnel
futur simple
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
je
tu
il / elle / on
nous
vous
ils / elles
ons
iez
ont
a
aient
ez
as
ai
ais
ions
ait
ais
Slide 36 - Sleepvraag
Deze werkwoorden hebben als stam niet het hele werkwoord. Welke stam hoort bij welk werkwoord?
ir-
aur-
fer-
ser-
avoir
aller
faire
être
Slide 37 - Sleepvraag
Donc...
- Avoir: J'
aur
ai
- Aller: J'
ir
ai
- Faire: Je
fer
ai
- Être: Je
ser
ai
Slide 38 - Tekstslide
Vervoeg in de futur simple
On ... (avoir)
Slide 39 - Open vraag
Vervoeg in de futur simple
J' .... (aller)
Slide 40 - Open vraag
Et on mélange!
Nu komen alle tijden door elkaar alors ATTENTION!
Slide 41 - Tekstslide
Ik ben
A
Je suis
B
Je serai
C
Je serais
D
J'ai
Slide 42 - Quizvraag
Zij zullen doen (futur simple)
A
Ils font
B
Ils feront
C
Ils feriont
D
Ils feraient
Slide 43 - Quizvraag
Sarah en Flora zijn gegaan
A
Sarah et Flora sont allé
B
Sarah et Flora ont allé
C
Sarah et Flora sont allées
D
Sarah et Flora ont allée
Slide 44 - Quizvraag
Jullie hadden
A
Vous avez
B
Vous aviez
C
Vous aurez
D
Vous auriez
Slide 45 - Quizvraag
Jij bent geweest
A
Je suis été
B
J'ai eu
C
J'ai été
D
Je suis eu
Slide 46 - Quizvraag
docs.google.com
Slide 47 - Link
Meer lessen zoals deze
P4 avoir, être, aller, faire in alle tijden
Mei 2024
- Les met
41 slides
klas4: werkwoorden en tijden
September 2023
- Les met
45 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
4v werkwoorden en tijden
September 2023
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4
Herhalen avoir, être, faire, aller in alle tijden
Maart 2024
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
4H werkwoorden en tijden Unité 1
September 2023
- Les met
46 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
4H werkwoorden en tijden Unité 1
September 2022
- Les met
43 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
4v werkwoorden en tijden
Mei 2023
- Les met
44 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
werkwoorden oefenen
Maart 2024
- Les met
27 slides
Frans
Middelbare school
vmbo lwoo, vwo
Leerjaar 4