Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Persoonlijk voornaamwoord quiz
Wat is een persoonlijk voornaamwoord? Voorbeeld mag in NL of FR
1 / 34
volgende
Slide 1:
Open vraag
Frans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
In deze les zitten
34 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslide
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Wat is een persoonlijk voornaamwoord? Voorbeeld mag in NL of FR
Slide 1 - Open vraag
Noem tenminste twee functies die een persoonlijk voornaamwoord kan hebben....
Slide 2 - Open vraag
Vervang bij de komende 4 vragen het zinsdeel met pijl door een persoonlijk voornaamwoord. Herschrijf de zin.
Slide 3 - Tekstslide
1. Elle a vu une belle dame
Slide 4 - Open vraag
2. Nous allons en France
Slide 5 - Open vraag
3. Nous adorons la musique
Slide 6 - Open vraag
4. Ce cadeau est pour ma mère.
Slide 7 - Open vraag
Elle a donné un cadeau à sa mère
à sa mère : vervang je door
A
elle
B
lui
Slide 8 - Quizvraag
Elle veut aller à Paris.
à Paris : vervang je door
A
y
B
en
C
elle
D
lui
Slide 9 - Quizvraag
Waar staat het persoonlijk voornaamwoord in de ontkennende zin zonder infinitief?
Slide 10 - Open vraag
wat is het persoonlijk voornaamwoord met nadruk van ik?
Slide 11 - Open vraag
Waar of niet waar?
Je zet het persoonlijk voornaamwoord altijd voor de persoonsvorm.
Slide 12 - Open vraag
Leg uit:
Waarom is het niet waar dat het persoonlijk voornaamwoord altijd voor de persoonsvorm komt.
Slide 13 - Open vraag
Schrijf het rijtje op van de persoonlijke voornaamwoorden als meewerkend voorwerp.
Slide 14 - Open vraag
Ils ont parlé de leurs vacances.
'de leurs vacances' vervang je door:
A
en
B
y
C
l'
D
elle
Slide 15 - Quizvraag
Ils ont parlé de leurs vacances.
Vervang: de leurs vacances & herschrijf de zin
Slide 16 - Open vraag
Persoonlijk voornaamwoorden
Ik
Jij
Hij
Zij
Tu
Elle
il
Je / J'
Slide 17 - Sleepvraag
Mourad achète une maison.
"Mourad" vervang je door...
A
il
B
lui
C
elle
D
ils
Slide 18 - Quizvraag
Nous quittons l'école à trois heures
l'école moet je vervangen. Wat is de juiste zin?
A
Nous quittons la à trois heures
B
Nous la quittons à trois heures
C
Nous quittons l'école à trois heures
D
La nous quittons
Slide 19 - Quizvraag
Mes soeurs donnent le petit déjeuner à ma mère.
Het zinsdeel "à ma mère" vervang je door:
Slide 20 - Open vraag
Mes soeurs donnent le petit déjeuner à ma mère.
Herschrijf de zin
Slide 21 - Open vraag
Qui a fait cela? Maryam et Souad?
"Maryam et Souad" vervang je door
A
Eux
B
Elles
Slide 22 - Quizvraag
Nous allons donner un livre à ma soeur.
Vervang 'à ma soeur' Wat is de juiste plek?
A
voor 'allons'
B
voor 'donner'
Slide 23 - Quizvraag
Tu donnes les livres à ton ami?
Wat is de functie van 'les livres'
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
onderwerp
D
losstaand rijtje 4
Slide 24 - Quizvraag
Tu donnes les livres à ton ami?
Wat is de functie van 'à ton ami'
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
onderwerp
D
losstaand rijtje 4
Slide 25 - Quizvraag
Tu donnes les livres à ton ami?
Wat is de functie van 'tu'
A
lijdend voorwerp
B
meewerkend voorwerp
C
onderwerp
D
losstaand rijtje 4
Slide 26 - Quizvraag
Elles écrivent un e-mail à notre grand-mère.
Wat is de functie van : 'Elles'
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Meewerkend voorwerp
Slide 27 - Quizvraag
Elles écrivent un e-mail à notre grand-mère.
Wat is de functie van : 'à notre grand-mère'
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Meewerkend voorwerp
Slide 28 - Quizvraag
Elles écrivent un e-mail à notre grand-mère.
Wat is de functie van : 'un e-mail
A
Lijdend voorwerp
B
Onderwerp
C
Meewerkend voorwerp
Slide 29 - Quizvraag
Ces classes font leur devoirs.
Vervang 'ces filles' & herschrijf de zin.
Slide 30 - Open vraag
Tu donnes les fleurs à la prof.
wat is de functie van 'tu'
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
losstaand na voorzetsel
Slide 31 - Quizvraag
Tu donnes les fleurs à la prof.
wat is de functie van 'les fleurs'
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
losstaand na voorzetsel
Slide 32 - Quizvraag
Tu donnes les fleurs à la prof.
wat is de functie van 'à la prof'
A
onderwerp
B
lijdend voorwerp
C
meewerkend voorwerp
D
losstaand na voorzetsel
Slide 33 - Quizvraag
J'ai écouté toutes les chansons de Stromae.
Vervang: "toutes les chansons de Stromae" & herschrijf de zin
Slide 34 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
Le pronom personnel COD/COI HAVO3
Juni 2024
- Les met
18 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Le pronom personnel COD/COI 3vwo hoofdstuk
April 2024
- Les met
35 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
Le pronom personnel COD/COI.
Juni 2023
- Les met
38 slides
Frans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3,4
H3C week 48
November 2023
- Les met
36 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
pronom personnel
Maart 2021
- Les met
21 slides
Frans
Voortgezet speciaal onderwijs
Leerroute 4
4H, ch 4deel 2 grammaire C le pronom personnel
Februari 2024
- Les met
14 slides
Frans
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
h4 MARS 15
Maart 2021
- Les met
22 slides
Frans
Middelbare school
Ma famille et l'adjectif possessif (MODULE 1 - AUDACE 1)
Oktober 2021
- Les met
40 slides
frans
Secundair onderwijs