Delen met dezelfde grammaticale functie
a. Die jongen geef ik mijn brood, maar [...] niet mijn snacks.
Vb. Die jongen geef ik mijn brood, maar [...] is niet mijn vriend. X
zin a.: de weggelaten woorden hebben in het 2e deel dezelfde functie als in het 1e deel, nl. MV, WG en OW.
zin b.: 'die jongen' is weggelaten, maar 'Die jongen' is in het 1e deel MV en in het 2e deel OW. Dat is incorrect samengetrokken.