Argumentatie 3

havo 4
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

havo 4

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Elementen van argumentatie
  • standpunt
  • argument(en),
    feitelijk
    niet-feitelijk

  • eventuele tegenargumenten, weerlegd of niet
  • conclusie 



Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Onder- en nevenschikkend?
Onderschikkend: argument ondersteund door subargument
Nevenschikkend: onafhankelijke argumenten
Nevenschikkend met afhankelijke argumenten: argumenten hebben elkaar nodig. 

Slide 5 - Tekstslide

Argumentatie
Het telefoonverbod op school werkt goed, want  leerlingen werken geconcentreerder aan opdrachten en ze maken tijdens lessen geen beelden meer van elkaar. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur? Enkelvoudig of meervoudig, onderschikkend of nevenschikkend?

Slide 6 - Tekstslide

Hij is geschikt voor deze baan als operateur, want hij heeft al 5 jaar werkervaring. Hij werkte hiervoor immers in dezelfde functie bij een Cinema Opera.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie
D
onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 7 - Quizvraag

Het Stanislascollege is een goede school. De leerlingen halen goede cijfers.
A
enkelvoudige argumentatie
B
meervoudige argumentatie
C
onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 8 - Quizvraag

Schooldagen moeten later beginnen. Jongeren hebben een ander bioritme. Minder kinderen komen dan dus te laat op school.
A
enkelvoudige argumentatie
B
onder- en nevenschikkende argumentatie
C
nevenschikkend met afhankelijke argumenten
D
nevenschikkende met onafhankelijke argumenten

Slide 9 - Quizvraag

'De baron' is een goede muziekschool. De muziekdocenten zijn heel goed dus de leerlingen leren er veel.
A
enkelvoudige argumentatie
B
nevenschikkende argumentatie
C
onderschikkende argumentatie

Slide 10 - Quizvraag

Je moet niet roken. Het is ongezond, het kost veel geld en het stinkt.
A
Enkelvoudige argumentatie
B
Nevenschikkende argumentatie
C
Onderschikkende argumentatie
D
Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 11 - Quizvraag

Nu zonder 'ABC'

Slide 12 - Tekstslide

Argumentatie
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 13 - Tekstslide

Antwoorden
De diagnose deugt niet, want er zijn meetfouten gemaakt. De thermometer werkte namelijk niet goed.

Wat is het standpunt? De diagnose deugt niet
Wat is het argument? Er zijn meetfouten gemaakt / De thermometer werkte niet goed
Wat is de structuur? Onderschikkende argumentatie

Slide 14 - Tekstslide

Argumentatie
Ik voel er niets voor om samen te werken met Patrick. Ik vind hem niet betrouwbaar. Hij heeft vroeger fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na. 

  • Wat is het standpunt?
  • Wat is het argument?
  • Wat is de structuur?

Slide 15 - Tekstslide

Antwoord
Ik voel er niets voor om samen te werken met Patrick. Ik vind hem niet betrouwbaar. Hij heeft vroeger fraude gepleegd en hij komt zijn beloftes niet na.
 

Standpunt? Ik wil niet samenwerken met Patrick.
Argument? Niet betrouwbaar, vroeger fraude gepleegd, komt beloftes niet na
Structuur? Onder- en nevenschikkende argumentatie

Slide 16 - Tekstslide

Wat vind je nog lastig?

Slide 17 - Open vraag

Maak nu de volgende opdrachten:


-Argumenteren paragraaf 2, opdracht 1 en 2
-Klaar? Werk verder volgens planner. 

Slide 18 - Tekstslide