In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
§ 5.4 Automatische schakelingen
iPad + Boek blz. 97/95
§ 6.4 Automatische schakelingen
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Herhaling
sensor - schakelaar - actuator
Slide 2 - Tekstslide
Wat voor schakeling zie je hier?
A
Serieschakeling
B
Parallelschakeling
Slide 3 - Quizvraag
Wat voor schakelingen zijn dit?
A
A = parallelschakeling
B = serieschakeling,
B
A = serieschakeling
B = parallelschakeling
C
A & B zijn serieschakelingen
D
A & B zijn parallelschakelingen
Slide 4 - Quizvraag
Wat is de totale spanning bij een parallelschakeling?
A
De som van de deelspanningen
B
De spanning is overal gelijk
C
Maakt niet uit
D
De spanning van de hoogste waarde
Slide 5 - Quizvraag
in een parallelschakeling
A
is de stroom overal even groot
B
is er geen stroom
C
wordt de stroom verbruikt
D
verdeelt de stroom zich over de vertakkingen
Slide 6 - Quizvraag
Wat is automatisch schakelen.
Apparaat in werking door ander apparaat
Dit kan gebeuren voor de veiligheid (het aanzetten van een stroomkring met een grote spanning door een stroomkring met een lage spanning) of gemak (een inbraak alarm moet werken zonder dat de inbreker de schakelaar van het alarm aanzet)
Slide 7 - Tekstslide
Onderdelen van een automatische schakeling
Er zijn drie onderdelen:
De sensor - maakt een elektrisch signaal wanneer iets gebeurt.
De schakelaar - reageert op de sensor en schakelt de stroom in of uit.
De actuator - doet wat gewenst is; lamp aan, sirene maakt geluid, motor slaat aan.
Slide 8 - Tekstslide
Waarom is het handig dat een inbraak alarm automatisch geschakeld is?
A
De inbreker zelf zet het alarm niet aan
B
Omdat je een inbreker beter niet tegen het lijf moet lopen
C
Om de inbreker niet te storen
D
Dan heb je alle tijd om de inbreker af te tuigen
Slide 9 - Quizvraag
Bij een inbraakalarm is het brekende glas (draadje in het glas) de
A
Sensor
B
Verwerker
C
Actuator
D
Schakelaar
Slide 10 - Quizvraag
Bij een inbraakalarm is het alarm de
A
Sensor
B
Schakelaar
C
Actuator
D
Verwerker
Slide 11 - Quizvraag
Transistor
Zet actuator aan of uit.
- Collector (C)
- Basis (B)
- Emitter (E)
Als er geen stroom loopt van basis naar emitter dan kan er ONMOGELIJK een stroom lopen van collector naar emitter