Wiederholung Kapitel 5

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t, havo, vwo
• Leerjaar 2

Wat je gaat doen:

• maak een groepje van 3 of 4 personen en ga bij elkaar zitten.
• Log in met 1 telefoon in de lessonup.
  
• Bedenk een naam voor je team.
• Jullie krijgen 10 min de tijd om een spiekbriefje te maken.

Grammatik

6 punten

Welke vorm van "werden" past in de zin?
"Mia und Tristan ___ morgen fünfzehn Jahre alt."

Wat is geen juiste vertaling van "mögen"?

1. houden van
2. leuk vinden
3. toestemming hebben
4. iets lusten

Welke stelling over de onderstaande zinnen is juist?

1: "Kannst du mir die Hausaufgaben für Chema erklären?"
2: "Herr Hansen, könnt Sie das noch mal aufschreiben?"

1. De vorm van "können" is in beide zinnen juiste vervoegd.
2. De vorm van "können" is in beide zinnen onjuist vervoegd.
3. De vorm van "können" is alleen in zin 1 juist vervoegd.
4. De vorm van "können" is alleen in zin 2 juist vervoegd.

Vertaal de onderstaande zin:

"Ik zou graag een antwoord willen."

Juist of onjuist?
Bij de vervoeging van de werkwoorden dürfen, können, müssen, mögen en möchten hebben de vormen in enkelvoud nooit een Umlaut.

1. Juist
2. Onjuist

Welke vorm van "dürfen" moet je invullen?

Meine Schwester ___ die Prüfung machen.

1. darf
2. darfst
3. dürfen
4. dürft

Plauderecke und Schreibecke

6 punten

Hoe vraag je in het Duits naar iemand lievelingsvak?

Wat zou je kunnen antwoorden op de volgende vraag? (antwoord in hele Duitse zin)

In welcher Klasse gehst du?

Vertaal de onderstaande zin naar het Duits:
"Mijn vakantie begint op 22 februari."

Wörterlisten

6 punten

Wat is juist? (lidwoorden)

1. der Buch
2. das Klasse
3. der Note
4. der Stift

Welke tijd geeft de klok aan?
Schrijf het voluit in het Duits op.

Wat is het meervoud van pen in het Duits?

1. die Stiften
2. die Stifte
3. den Stiftes
4. der Stifter

Vertaal de volgende zin naar het Duits:
"Vandaag kan ik misschien spijbelen"

het schrift

dannach

schwierig

saai

economie

begrijpen

daarna

Wirtschaftslehre

verstehen

langweilig

moeilijk

das Heft

Welk woord past niet bij de andere?

1. der Stundenplan
2. Informatik
3. Niederländisch
4. Erdkunde