Herhalen en oefentoets H6, 7 en 8

Veilig op Stage 

Herhaling hoofdstuk 7 en 8



1 / 36
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

In deze les zitten 36 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Veilig op Stage 

Herhaling hoofdstuk 7 en 8



Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Op welke manieren kunnen gevaarlijke stoffen in je lichaam komen?

Slide 3 - Woordweb

Ken je de pictogrammen nog?
Op de volgende slides zie je steeds een pictogram.

Schrijf op wat ze betekenen.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Woordweb

Slide 6 - Woordweb

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Woordweb

Wanneer vliegt iets in brand?

Slide 9 - Tekstslide

Uitleg branddriehoek:
- Brandbare stof: Heel veel spullen kunnen branden: hout, kleren, benzine, plastic.

- Brand is een "chemische reactie" . Voor een brand is een brandbare stof nodig en zuurstof.

- Ontstekingsenergie: Warmte zoals vlammetje of vonkje

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Video

Welke drie dingen heb je nodig om brand te krijgen?
A
Brandstof, water en lucifers
B
Zuurstof en ontstekingsenergie
C
Water en hout
D
Brandstof, zuurstof en ontstekingsenergie.

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een BHV-er?

Slide 13 - Woordweb

Wat doet de BHV-er bij brand?

- Hij waarschuwt de brandweer
- Hij waarschuwt, helpt en redt anderen
- Hij blust alleen een kleine brand
- Hij sluit ramen en deuren

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

LET OP:
- Koel de brandwond ongeveer 15 minuten
- Gebruik bij verbranding van het lichaam een nooddouche, ga hier met kleren onder staan!!!

- TREK JE KLEREN NIET UIT!!!!!

Slide 16 - Tekstslide

Welke risico's zijn er bij het werken met machines.

Slide 17 - Woordweb

Brand
Er zijn 5 verschillende brandklassen.
Op het volgende filmpje worden ze nog een keer uitgelegd.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Er staat een houten bankje in het park in de brand. Welke brandklasse is dit?
A
Brandklasse A
B
Brandklasse B
C
Brandklasse C
D
Brandklasse D

Slide 20 - Quizvraag

Er is een gasexplosie geweest en er is brand ontstaan. Mag je deze brand met water blussen?
A
Ja
B
Nee

Slide 21 - Quizvraag

Er is een gasexplosie geweest en er is brand ontstaan. Welke brandklasse hoort hierbij?
A
Brandklasse A
B
Brandklasse B
C
Brandklasse C
D
Brandklasse D

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een niet geclassificeerde brand
A
Een brand van vloeistoffen
B
Een brand van vaste stoffen
C
Brandend metaal
D
Alles wat geen vaste stof, geen vloeistof, geen gas of metaal is

Slide 23 - Quizvraag

Wanneer vliegt iets in brand?

Slide 24 - Tekstslide

Uitleg branddriehoek:
- Brandbare stof: Heel veel spullen kunnen branden: hout, kleren, benzine, plastic.

- Brand is een "chemische reactie" . Voor een brand is een brandbare stof nodig en zuurstof.

- Ontstekingsenergie: Warmte zoals vlammetje of vonkje

Slide 25 - Tekstslide

Welke stoffen kunnen niet branden
A
Plastic
B
Steen en papier
C
Water, steen en ijzer
D
Ijzer, hout en plastic

Slide 26 - Quizvraag

Wat doe je als je brand ontdekt?
- Zorg voor je eigen veiligheid (niet door rook, niet richting brand, trap i.p.v. lift) 
- Bel 112 (en waarschuw BHV-er)
- Waarschuw mensen (brandmelder indrukken)
- Breng mensen in veiligheid

Slide 27 - Tekstslide

Welke stof is niet brandbaar?

A
Benzine
B
Steen
C
Hout
D
Plastic

Slide 28 - Quizvraag

Wat doe je bij brand?
Je rent snel mogelijk naar buiten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 29 - Quizvraag

Als je brandmelder indrukt, gaat het brandalarm af.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Bij brand neem je de lift.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quizvraag

Bij brand brengen 'BHV' ers mensen in veiligheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Blusmiddelen moet je gemakkelijk kunnen pakken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 33 - Quizvraag

Bij brand denk je eerst aan je eigen veiligheid.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 34 - Quizvraag

Wat moet je meteen doen als je een brandwond hebt?
A
Kleding uittrekken
B
Insmeren met tandpasta
C
Koelen met (lauw)water
D
Pleister erop doen

Slide 35 - Quizvraag

Slide 36 - Video