-n aan het eind van een woord, leestekens en klemtoontekens

Spelling - Wel of geen -n aan het eind van een woord
Spelling - Leestekens bij zinnen
Spelling - Klemtoontekens en uitspraaktekens
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare school

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Spelling - Wel of geen -n aan het eind van een woord
Spelling - Leestekens bij zinnen
Spelling - Klemtoontekens en uitspraaktekens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet je: 
  • Wanneer je een -n moet toevoegen aan het eind van een bijvoeglijk naamwoord en aan woorden als 'alle', 'beide', en 'sommige'.
  • Hoe je leestekens in zinnen gebruikt.
  • Hoe je klemtoontekens en uitspraaktekens toepast.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over (de spelling van) bijvoeglijke naamwoorden?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over leestekens?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over klemtoontekens en uitspraaktekens?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

NOG TE MAKENRegels voor het toevoegen van een -n
  • Bijvoeglijke naamwoorden: soms -e, nooit -n
  • Stoffelijke bijvoeglijke naamwoorden: -en, tenzij moderne materialen
  • Woorden als 'alle', 'beide', 'sommige': -n bij zelfstandig gebruik naar mensen

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NOG TE MAKENGebruik van leestekens
Interpunctie helpt bij lezen en structureren zinnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

NOG TE MAKENGebruik van klemtoontekens en uitspraaktekens
Accenttekens voor klemtoon en uitspraak

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 9 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 10 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 11 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Huiswerk voor de volgende les
Lees uit de Toolbox (bij Schrijven 1):
  • Spelling - Wel of geen -n aan het eind van een woord
  • Spelling - Leestekens bij zinnen
  • Spelling - Klemtoontekens en uitspraaktekens
  • Spelling - Van meer woorden één woord maken
  • Spelling - Opzoekwoorden
Maak uit de Spellingapp (niet de App werkwoordspellen):
  • 4 Wel of geen -n aan het eind van een woord
  • 6 Leestekens
  • 7 Klemtoontekens en uitspraaktekens

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies