Nederlandse Spelling: Klinkerbotsingen en klanken

Nederlandse Spelling: klinkerbotsingen en 
lange en korte klanken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlandse Spelling: klinkerbotsingen en 
lange en korte klanken

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les ken je Nederlandse spellingregels met betrekking tot:
- klinkerbotsingen en;
- korte en lange klanken.
Je kun deze straks ook toepassen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over klinkerbotsingen?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over korte en lange klanken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klinkerbotsing
Hoe bepaal je of het reünie of reunie moet zijn? Ontdek de regels voor klinkerbotsing en oefen met voorbeelden.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is klinkerbotsing en hoe los ik het op?





  • Trema: ü ë ï
  • Verbindingsstreepje: -
Geen klinkerbotsing
Wel klinkerbotsing
- chaos
- realistisch
- bioscoop
- officieel
- geoefend
- reunie [fout]
- geergerd [fout]
- officiele [fout]
- tweeentwintig [fout]
- meeeter [fout]
- fantasieen [fout]
- bacterien [fout]

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Regels voor klinkerbotsingen
  1. Woorden of afleidingen
  2. Samenstellingen
  3. Meervoudsvormen
cocaïne
poëzie
twee + en twintig = tweeëntwintig
ge + etter = geëtter
mee + eter = mee-eter
live + uitzending = live-uitzending
zijuitgang (goed) → zij-uitgang (mag ook)
65+-pas, 80-jarige
zee - zeeën
Klemtoon:
fantasie + en = fantasieën
bacterie + n = bacteriën.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het woord voor 'zijuitgang' om de leesbaarheid te verbeteren?
A
zij-uit-gang
B
zij-uitgang
C
zij uitgang
D
zijuitgang

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe schrijf je het woord voor 'uitzending' als je het als een samenstelling gebruikt?
A
live-uitzending
B
live uitzending
C
liveuitzendingen
D
liveuitzending

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste manier om het meervoud van 'fantasie' te schrijven?
A
fantasien
B
fantasiën
C
fantasieën
D
fantasieen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Lange en korte klanken
Is het nou paraplu'tje en parapluutje? Leer over lange en korte klanken en hoe ze de spelling beïnvloeden.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lange en korte klanken in een andere vorm zetten
  • Dubbelklanken en korte klanken: geen problemen
  • Lange klanken: wel problemen
Cadeau, Milou
Code, zus
Opa, baby, taxi, café, wc, Jos

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verschillende vormen bij lange en korte klanken
  1. Verkleinvorm
  2. Meervoudsvorm
  3. Bezitsvorm
opaatje
taxietje
cadeautje
saladetje
opa's
taxi's
cadeaus
salades
opa's
Leyla's
Annes
Zeinebs

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkleinvorm bij lange en korte klanken
Opaatje
taxietje
cafeetje
baby'tje
wc'tje
cadeautje
saladetje
feetje

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meervoudsvorm bij lange en korte klanken
Opa's
taxi's
café's
baby's
wc's
cadeaus
salades
fees

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bezitsvorm bij lange en korte klanken
Opa's
Leyla's
René's
Nory's
Jos'
Roos'
Annes
Zeinebs
Wesleys
Esmees

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel 'bikini' als je er een verkleinwoord van maakt?
A
bikini’tje
B
bikinitje
C
bikinietjes
D
bikinietje

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe spel je de meervoudsvorm van 'dictee'?
A
dicteess
B
dictee’s
C
dictees
D
dictee

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe geef je correct aan dat iets van 'Leyla' is?
A
Leyla’s autos
B
Leyla’s auto
C
Leyla’ auto
D
Leylas auto

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe geef je correct aan dat iets van 'Anne' is?
A
Anne’s autos
B
Anne’s auto
C
Anne’s auto
D
Annes auto

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 22 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Wat vond je van deze les en van het LessonUp format?
A
Ik vond de les leuk en LessonUp ook.
B
Ik vond de les niet zo leuk, maar LessonUp wel.
C
Ik vond de les leuk, maar LessonUp niet zo.
D
Ik vond de les niet zo leuk en LessonUp ook niet.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk voor volgende les:
Lees uit de Toolbox (bij Schrijven 1):
  • Spelling - Klinkerbotsing
  • Spelling - Lange en korte klanken
  • Spelling - Wel of geen -n aan het eind van een woord
  • Spelling - Leestekens bij zinnen
  • Spelling - Klemtoontekens en uitspraaktekens
Maak uit de Spellingapp (niet de App werkwoordspellen):
  • 1 Wel of geen klinkerbotsing
  • 2 Lange en korte klanken

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies