Nederlands blok 3 herhaling spelling

Schrijf het meervoud op van hok
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Schrijf het meervoud op van hok

Slide 1 - Open vraag

Schrijf het meervoud op van deurmat

Slide 2 - Open vraag

Schrijf het meervoud op van parkeerplek

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Vul de juiste werkwoordsvorm in
Ik ....... naar de stad (lopen)

Slide 6 - Open vraag

Hij .... geen mondkapje (dragen)

Slide 7 - Open vraag

Petra ....... heel veel geld. (hebben)

Slide 8 - Open vraag

Verleden tijd

Slide 9 - Tekstslide

Schrijf de 2 werkwoordvormen in vt op van het werkwoord 'eten'

Slide 10 - Open vraag

Schrijf de 2 werkwoordvormen in vt op van het werkwoord 'blijven'

Slide 11 - Open vraag

BBL en KBL
Maken:
Blok 3 spelling en Over taal
Klaar? Lezen of bijspijkeren Of opstromen

Slide 12 - Tekstslide

Meervoud 
Basisregel:de meeste znw zet je in het meervoud door er
 (e)n,-s of eren achter te zetten. 

9 uitzonderingen


Slide 13 - Tekstslide

bijvoeglijk naamwoorden van werkwoorden
  • Als het voltooid deelwoord eindigt op -en, schrijf je het bijvoeglijk naamwoord ook met -en.
  • Als het voltooid deelwoord eindigt op een d of een t, dan krijgt het bijvoeglijk naamwoord meestal -e als uitgang.
  • Een bijvoeglijk naamwoord dat is afgeleid van een voltooid deelwoord, schrijf je altijd zo kort mogelijk. Je schrijft dus alleen dd of tt als dat nodig is voor een juiste uitspraak.


Slide 14 - Tekstslide

Aan de slag
Blok 3 spelling +  over taal maken

Huiswerk:
Vrijdag 14-1  blok 3 spelling en Over taal af
Dinsdag 25-1 Toets blok 3

Slide 15 - Tekstslide