Een groep organismen met vergelijkbare kenmerken die onderling kunnen kruisen om vruchtbare nakomelingen voort te brengen en die reproductief geïsoleerd zijn van andere soorten
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoel B7
Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
- door geografische verschillen - door verschil in gedrag
Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen
Slide 4 - Tekstslide
Het effect van natuurlijke selectie op de distributie van fenotypen
Slide 5 - Tekstslide
Basisstof 7
Het ontstaan van soorten
Tekst
Slide 6 - Tekstslide
Soortvorming:
1. een deel van een populatie raakt gescheiden van de rest van de soort.
2. aanpassing aan verschillende omgevingsomstandigheden.
3. reproductieve isolatie. Zolang de twee groepen onderling kruisen, delen ze dezelfde genenpool en blijven ze dezelfde soort.
Slide 7 - Tekstslide
Verschillende vormen
Allopatrische soortvorming: reproductieve isolatie wordt veroorzaakt door een geografische barrière
Sympatrische soortvorming: er is geen geografische barrière, maar iets anders weerhoudt hen ervan zich voort te planten, bijvoorbeeld temporele (in de tijd), gedrags- of habitatisolatie
Slide 8 - Tekstslide
Sympatrische soortvorming
In hetzelfde gebied zonder dat er een geografische barrière zit.
gedrag, tijd
Of door polyploïdie: een meervoud van het diploïde aantal chromosomen in een (deel van een) organisme
Polyploïdie ontstaat door fout tijdens de mitose
Slide 9 - Tekstslide
learn.genetics.utah.edu
Slide 10 - Link
Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten zag Darwin een wetmatigheid: hoe groter het eiland, hoe meer soorten. Hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.
Na verloop van tijd ontstaat een evenwicht tussen immigratie en uitsterven.
Slide 11 - Tekstslide
Eilandtheorie
De eilandtheorie voorspelt dus de grootte van de biodiversiteit van geïsoleerde gebieden, zoals eilanden, bergtoppen, meren en bossen.
Slide 12 - Tekstslide
93C
Slide 13 - Tekstslide
Eilandtheorie
Groottevan het eiland beïnvloedt de snelheid van uitsterven:
- Klein eiland: veel concurrentie -> soorten sterven sneller uit.
- Groot eiland: minder concurrentie -> soorten sterven minder snel uit.
Groene lijnen in de grafiek.
Slide 14 - Tekstslide
Eilandtheorie
Afstandvan het eiland tot het vaste land (bron van migratie)
- Dichtbij: veel migratie
- Ver weg: weinig migratie
Meer bij groot eiland dan bij klein eiland door meer beschikbare niches!
Rode lijnen in de grafiek.
Slide 15 - Tekstslide
Eilandtheorie
Dynamisch evenwicht: het punt waarop de immigratie gelijk is aan de snelheid van uitsterven.
De biodiversiteit blijft gelijk.
Er verdwijnen wel soorten en die worden vervangen door nieuwe.
Slide 16 - Tekstslide
Eilandtheorie op de Wadden
Welke Waddeneiland heeft de grootste biodiversiteit?
Verklaar met de eilandtheorie van BINAS 93C.
A Texel
B Ameland
C Terschelling
Slide 17 - Tekstslide
Samenvatting Eilandtheorie
In het voorkomen van het aantal soorten op eilanden zag Darwin een wetmatigheid:
- hoe groter het eiland, hoe meer soorten.
- hoe verder van het vaste land, hoe minder soorten.
De eilandtheorie beschrijft dus de biodiversiteit in relatie tot de grootte van een eiland (of een ander geïsoleerd ecosysteem) en de afstand tot het vaste land (of tot andere ecosystemen).
Slide 18 - Tekstslide
Leerdoel B7
Je kunt manieren van reproductieve isolatie beschrijven
- door geografische verschillen - door verschil in gedrag
Je kunt aan de hand van het eilandbiogeografiemodel de eilandtheorie uitleggen