*Werkwoordspelling H5, vwo 2
1 / 11
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Noteer de bijvoeglijke naamwoorden uit onderstaande zin.
Die arme Jan is met een gebroken been naar de dokterspost in een naburig dorp gebracht.
Die arme Jan is met een gebroken been naar de dokterspost in een naburig dorp gebracht.
Slide 2 - Open vraag
Welke van de bijvoeglijke naamwoorden zijn van een werkwoord gemaakt?
arme - gebroken - naburig
arme - gebroken - naburig
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Link
Slide 5 - Tekstslide
Voor er onderhandeld kan worden over een regeerakkoord voert de verkenner ... (voorbereiden) gesprekken met de partijen.
Slide 6 - Open vraag
De groenteboer had mooi ... (uitstallen) groenten in de etalage liggen.
Slide 7 - Open vraag
Je mag hier nog niet voetballen om het pas
... (inzaaien) gras niet te vertrappen.
... (inzaaien) gras niet te vertrappen.
Slide 8 - Open vraag
Wie na een inbraak betrapt wordt krijgt zijn
... (verdienen) loon.
... (verdienen) loon.
