Les 12. Grammatica p.6 Samengestelde zinnen

O2B4 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

O2B4 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 1 - Tekstslide

Huiswerk

Alleen Bethiel, Carla en Semira hebben het af.

Slide 2 - Tekstslide

Zinsdelen
Welke zijn er allemaal?

Slide 3 - Tekstslide

Zinsdelen leerjaar 1
Persoonsvorm
Onderwerp

Slide 4 - Tekstslide

Persoonsvorm
Vraagzin maken of in andere tijd zetten

Anna slaapt elke dag al om 19:00.

Slide 5 - Tekstslide

Onderwerp
Wie of wat + persoonsvorm?

Anna slaapt elke dag al om 19:00.

Slide 6 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Ik wil een film gaan kijken.
In deze zin staan drie werkwoorden: wil, gaan en kijken. 
Een van die werkwoorden is de persoonsvorm (pv): wil.
Alle werkwoorden samen noem je het werkwoordelijk gezegde (wg) van een zin.
In de voorbeeldzin is het werkwoordelijk gezegde dus: wil gaan kijken.

Slide 7 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde vertelt wat er in de zin ‘gebeurt’. Soms bestaat het werkwoordelijk gezegde maar uit één werkwoord, soms zijn het er twee of nog meer.
Ik kijk een film:
Ik heb een film gekeken: 
Ik wil een film gaan kijken: 

Slide 8 - Tekstslide

Video
Kijk mee

Slide 9 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
In teksten kunnen samengestelde zinnen staan. 

Samengestelde zinnen bestaan uit twee enkelvoudige (losse) zinnen die aan elkaar gevoegd (geplakt) zijn. 
Een samengestelde zin heeft twee persoonsvormen:

Slide 10 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
In een samengestelde zin staat een voegwoord: een woord waarmee je de enkelvoudige zinnen aan elkaar voegt. 
Voegwoorden zijn bijvoorbeeld: en, of, terwijl, omdat, zodat, nadat, toen, want, maar, als. Vaak staat het voegwoord tussen de twee zinnen, maar het kan ook vooraan staan. 

Slide 11 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Mijn moeder en mijn zus eten vegetarisch.
Mijn vader en ik zijn flexitariër.

Samengesteld:
Mijn moeder en mijn zus eten vegetarisch en mijn vader en ik zijn flexitariër.

Slide 12 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Is dit een samengestelde zin?

Ik heb twee wekkers gezet, zodat ik me zeker niet verslaap.

Slide 13 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Is dit een samengestelde zin?

Omdat ik moe ben, zorg ik dat ik op tijd ga slapen.

Slide 14 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Is dit een samengestelde zin?

Ik ben naar school gefietst.

Slide 15 - Tekstslide

Samengestelde zinnen
Onze buren trouwen vandaag.
We hebben de straat versierd.

Maak hiervan een samengestelde zin (met een voegwoord)

Slide 16 - Tekstslide

O2B4 Welkom!
Ga direct op je plaats zitten in stilte
Op je eigen plek!
Laptops DICHT op je tafel.

Slide 17 - Tekstslide

Wat hebben we geleerd?
En zijn er nog vragen?

Slide 18 - Tekstslide

Aan het werk!
Cursus 5 - Grammatica - Paragraaf 6 - Samengestelde zinnen
opdrachten 1 2 3 4 5 6 7 8
Klaar? Huiswerk van gisteren afmaken (Zie Som)!! 
(Klaar? Maak werkblad, krijg je van mij)
timer
1:00

Slide 19 - Tekstslide

Werken
Quinty, Zafer, Semira, Sara B., Rinad, Berat

Slide 20 - Tekstslide

Tot straks

Slide 21 - Tekstslide