3.3 - De markt op

Welkom  
economen!
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom  
economen!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 3
Paragraaf 3 - De markt op?
4TL

Slide 2 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling 6.2
  • Uitleg paragraaf 3.3
Keuze uit:
  • Maken paragraaf 3.3
  • PO op bezoek bij een bedrijf 

Slide 3 - Tekstslide

Oefensom paragraaf 1 
De volgende gegevens zijn bekend van een bedrijf dat handelt in telefoons: 
  • de inkoopprijs is €125
  • De winstmarge is 80%
  • De BTW is 21%
Bereken de consumentenprijs van één telefoon

Slide 4 - Tekstslide

Consumenten/ verkoopprijs
Formule =
  • kostprijs/ Inkoopprijs                               € 125                 
  • Winst (brutowinstmarge)                       € 100   +  (125 : 100 x 80)
  • Verkoopprijs Exc. BTW (100%)              € 225
  • BTW                                       (21%)                € 47,25 + (225 : 100 x 21) 
  • Consumentenprijs         (121%)               € 272,25 (225 + 47,25)  

Slide 5 - Tekstslide

Oefensom paragraaf 2 
De volgende gegevens zijn bekend van een bedrijf dat handelt in telefoons:
  • de verkoopprijs exclusief btw is €225
  • de verkoopprijs inclusief BTW is €272,25
  • de inkoopprijs is €125
  • de afzet is 3500 telefoons
  • De bedrijfskosten zijn €360.000
Bereken de brutowinst/verlies
Bereken de nettowinst/ verlies

Slide 6 - Tekstslide

Bruto en nettowinst
  1. Omzet                     € 787.500           (3500x225)                                   
  2. Inkoopwaarde     € 437.500 -       (3500x125)        
  3. Brutowinst            € 350.000         (787.500 - 437.500)                     
  4. Bedrijfskosten    € 360.000  -                 
  5. Nettowinst            € -10.000            (350.000 - 360.000)

ALTIJD zonder BTW, die is voor de overheid!


Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Je weet wat een markt is (concreet en abstract)
  • Je weet hoe vraag en aanbod werkt
  • Je kan een verkoopprijs bepalen met behulp van een aanbodlijn en een vraaglijn
  • Je weet  wat een evenwichtsprijs is en hoe je deze kunt bepalen
  • Je weet wat een evenwichtshoeveelheid is en hoe je deze kunt bepalen

Slide 8 - Tekstslide

Markten (2 soorten)
  • Concrete markt = een plaats waar op afgesproken tijden goederen worden verhandeld. (bijvoorbeeld weekmarkt, supermarkt, winkels)
  • Abstracte markt = Dat is het geheel van vraag naar en aanbod van een product. (bijvoorbeeld de oliemarkt en de huizenmarkt)


Slide 9 - Tekstslide

Hoe bepaalt een producent de verkoopprijs van zijn prodcuten?

Slide 10 - Open vraag

Verkoopprijs bepalen
Een winkelier houdt bij het vaststellen van de verkoopprijs rekening met:

  • De Inkooprijs/ kostprijs/ winst en kosten (par 3.1)
  • De markt = vraag en aanbod (par 3.3)

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Vraag en aanbod (zei voorbeeld bord)

  • Evenwichtshoeveelheid = de hoeveelheid producten (q) die gevraagd en aangeboden wordt bij de evenwichtsprijs (p)
  • Evenwichtsprijs =  De prijs waarbij vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn. 
  • Waar in de grafiek de vraaglijn de aanbodlijn kruist, is er precies evenveel vraag als aanbod. 




Slide 13 - Tekstslide

Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt. 

Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Wat moet je kennen/ kunnen?
  • Je weet wat een markt is (concreet en abstract)
  • Je weet hoe vraag en aanbod werkt
  • Je kan een verkoopprijs bepalen met behulp van een aanbodlijn en een vraaglijn
  • Je weet  wat een evenwichtsprijs is en hoe je deze kunt bepalen
  • Je weet wat een evenwichtshoeveelheid is en hoe je deze kunt bepalen

Slide 16 - Tekstslide