K3 4.7 grammatica

Grammatica 4.7
Als/dan
jou/jouw, mij/mijn, u/uw
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Grammatica 4.7
Als/dan
jou/jouw, mij/mijn, u/uw

Slide 1 - Tekstslide

Vorige les
4.5 woorden

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning
1. Terugblik: woorden

2. Uitleg Grammatica 4.7 

3. Maken: 1 t/m 4 + opdracht 6 van Grammatica 

4. Opdrachten bespreken

5. Lesafsluiting 

Slide 3 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les weet je
- wanneer je jou/jouw, mij/mijn of u/uw gebruikt
- wanneer je als en dan gebruikt.

Slide 4 - Tekstslide

jou/jouw, mij/mijn, u/uw
- Wat is het verschil tussen een pvw en een bvw?

- Tip: kijk of er een zn achter staat.

Slide 5 - Tekstslide

Als en dan
Als: als iets hetzelfde is
Hij is net zo mooi als zijn broer.   Ivar is even groot als Oscar.
Dan: als er een verschil is
Janneke rent sneller dan Lotte.   Zij is slimmer dan haar zusje.

Uitzondering: woordje 'zo'
Ik ben twee keer zo groot als jij.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Mag ik .... pen gebruiken?
A
jou
B
jouw

Slide 8 - Quizvraag

Is de telefoon van ....?
A
jou
B
jouw

Slide 9 - Quizvraag

Ik waarschuw ...... nog één keer!
A
jou
B
jouw

Slide 10 - Quizvraag

Hij heeft ..... jas naar de garderobe gebracht.
A
mij
B
mijn

Slide 11 - Quizvraag

Zal ik .... even helpen?
A
u
B
uw

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Video

Wanneer gebruik je als en dan?

Slide 14 - Open vraag

Hij leest veel sneller ... ik
A
als
B
dan

Slide 15 - Quizvraag

Het nieuwe lokaal heeft dezelfde afmetingen ... als de oude lokalen
A
als
B
dan

Slide 16 - Quizvraag

Jan Willem doet het heel anders ... ik het gedaan zou hebben.
A
als
B
dan

Slide 17 - Quizvraag

De uitzending duurde twee keer zo lang ... men had verwacht.
A
als
B
dan

Slide 18 - Quizvraag

Hij is net zo groot ... zijn vader.
A
als
B
dan

Slide 19 - Quizvraag

Maken

Opdracht 1 t/m 6 van Grammatica 4.7


Slide 20 - Tekstslide