Noem 1 vb van slechte arbeidsomstandigheden en 1 vb van slechte leefomstandigheden van de arbeidersklasse
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
In deze les zitten 18 slides, met tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Schrijf op je wisbordje
Noem 1 vb van slechte arbeidsomstandigheden en 1 vb van slechte leefomstandigheden van de arbeidersklasse
Slide 1 - Tekstslide
Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoel: Ik kan uitleggen wat de sociale kwestie is, hoe het liberalisme ontstond en welke opvattingen die hadden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Arbeiders buitenspel
In de industriesteden moest iedereen opkomen voor zijn eigen rechten je moest zien te overleven, maar als de positie ongelijk is, is dat onmogelijk.
Er waren veel te veel arbeiders die werk zochten=> fabriekseigenaren konden zo de lonen laag houden, werktijden en werkomstandigheden bepalen.
Gevolg: arbeiders accepteerden het of je had geen werk en geen inkomsten. Dan was je afhankelijk van de armenzorg.
Slide 5 - Tekstslide
De Sociale Kwestie
In de 19e eeuw gingen steeds meer artsen, dominees, priesters, schrijvers en journalisten zich zorgen maken over de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders. Zij zagen in hun werk de ellende in de fabrieken, arbeidersbuurten.
Gevolg: via de kranten kwam een maatschappelijke discussie op gang over de slechte werk/leef omstandigheden van de arbeiders=> de sociale kwestie en er moest een politieke oplossing voor komen.
Slide 6 - Tekstslide
Liberalisme
Ideeën liberalisme:
Zoveel mogelijk vrijheid voor het individu.
Zo min mogelijk overheidsbemoeienis met de economie.
Dus geen overheidsingrijpen in de sociale kwestie. Als bedrijven meer winst gaan maken zullen de arbeiders uiteindelijk wel meer loon gaan krijgen en het beter krijgen was de gedachte.
Slide 7 - Tekstslide
Het Liberalisme
Overheid deed lang niets aan de sociale kwestie=> Adam Smith zei dat de mens op de eerste plaats op zijn eigen belangen lette en de wereld vanzelf zou verbeteren.
Smith beschreef het kapitalisme waarbij winst maken het doel is en de productiefactoren door de wet van vraag en aanbod bepaald worden. (natuur, kapitaal, arbeid).
Slide 8 - Tekstslide
Schrijf op je wisbordje een antwoord op de vragen.
a: Leg uit wat de sociale kwestie is.
b: Leg uit wat we bedoelen met het liberalisme en hoe die met de economie omging.
Eerder klaar: Noem een oorzaak van de agrarische en demografische revolutie.
Slide 9 - Tekstslide
Wat te doen:
Maken werkboek par 5.6 vraag 105, 108, 112, 113, 115, 116, 121, 123, 124, 125.
Maken flashcards/ oefentoetsen/cornell schema/ succescriteria par. 5.6
Leren 5.2 t/m 5.5.
Slide 10 - Tekstslide
Vraag
Leg uit wat we bedoelen met de sociale kwestie en welke groepen daar wat aan wilden doen, wie niet.
Eerder klaar: leg uit wat we bedoelen met het cultureel motief van het modern imperialisme.
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoel: Ik kan uitleggen welke belangengroepen er ontstonden om de positie van de arbeiders te verbeteren.
Slide 12 - Tekstslide
Lesplanning
1. Leerdoel(en)
2. Uitleg met aantekeningen.
3. Checkvraag bij de uitleg.
4. Werkboek maken/nakijken opdrachten.
5. Korte samenvatting leerdoel(en).
Slide 13 - Tekstslide
Opkomst socialisme= positie arbeiders willen verbeteren. Veel overheidsingrijpen in de economie.
Karl Marx was journalist en zag de ellende van de arbeiders en schreef er een boek over: het Communistisch Manifest. Er moest wat gedaan worden aan de verschillen tussen arm-rijk, onrechtvaardige omstandigheden arbeiders.
Karl Marx, Friedrich Engels dachten dat er een klassenstrijd zou komen tussen de arbeiders (proletariaat) en de bourgeoisie (fabriekseigenaren).
Slide 14 - Tekstslide
Er zou een revolutie komen en een ideale samenleving. Al het kapitalisme zou verdwijnen en de dictatuur van het proletariaat zou beginnen.
Alle productiemiddelen werden gemeenschappelijk eigendom van het proletariaat. (grond, de mijnen, fabrieken, winkelbedrijven). Er zou een klassenloze samenleving, zonder uitbuiting en onderdrukking komen met de communistische heilstaat als ideaal.
Slide 15 - Tekstslide
Splitsing socialisme in communisme en sociaaldemocraten
Aanhangers Marx (communisten) wilden met een gewelddadige revolutie verbeteringen voor de arbeiders afdwingen.
Sociaaldemocraten wilden via parlementaire weg met sociale wetgeving verbeteringen voor de arbeiders realiseren. Daar was dan wel algemeen kiesrecht voor nodig, zodat de arbeiders op hun partij konden stemmen en ze zo de sociale wetten in konden gaan voeren.
Slide 16 - Tekstslide
Schrijf op je wisbordje een antwoord op de v raag.
a: Leg uit wie karl Marx was en wat zijn opvattingen waren.
b: leg uit wat het verschil is tussen de communisten en de sociaal democraten mbt hoe zij de positie van de arbeiders wilden verbeteren.
Eerder klaar: leg uit wat het economisch motief voor het modern imperialisme is.
Slide 17 - Tekstslide
Wat te doen:
Maken werkboek par 5.6 vraag 105, 108, 112, 113, 115, 116, 121, 123, 124, 125.
Maken flashcards/ oefentoetsen/cornell schema/ succescriteria par. 5.6