Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Grammatica (pers en bez vnw, zelfst ww en hulp ww, telwoorden, trema, apostrof, accent)
Welkom bij Nederlands!
3.7 woordsoorten
1 / 45
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 3
In deze les zitten
45 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
60 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom bij Nederlands!
3.7 woordsoorten
Slide 1 - Tekstslide
Wie ben ik?
Mevrouw de Raaij
24 jaar
Lerarenopleiding Nederlands
Slide 2 - Tekstslide
Naambordje
Pak een blaadje.
Vouw het blaadje zoals afgebeeld aan de linkerkant.
Schrijf je naam op het bordje.
Zet het bordje op je tafel.
Slide 3 - Tekstslide
Hoe ziet de les eruit? (3.7)
Uitleg persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord
Oefenen
Uitleg zelfstandig werkwoord en hulpwerkwoord
Oefenen
Uitleg telwoorden
Oefenen
Slide 4 - Tekstslide
Geef een voorbeeld van een persoonlijk voornaamwoord.
Slide 5 - Woordweb
Persoonlijk voornaamwoord
Verwijst naar:
een persoon
een groep personen
voorwerpen
onzichtbare zaken
Slide 6 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoord
Slide 7 - Tekstslide
Het is een lief meisje.
Wat is het persoonlijk voornaamwoord?
Slide 8 - Open vraag
Het
is een lief meisje.
Apart zinsdeel.
Je kunt het vervangen door 'dat'.
Staat los.
Slide 9 - Tekstslide
Hen/hun
Ik geef
hun
een cadeau.
Ik geef
aan hen
een cadeau.
Het is
hun
fiets.
Slide 10 - Tekstslide
Oefenen!
Slide 11 - Tekstslide
Sander heeft ZIJN pen bij zich.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 12 - Quizvraag
HET is een leuke jongen.
A
Persoonlijk voornaamoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 13 - Quizvraag
Sara heeft HAAR tas meegenomen
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 14 - Quizvraag
IK ben aan het oefenen.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 15 - Quizvraag
ZIJ oefent ook.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 16 - Quizvraag
ONS huis is groot.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 17 - Quizvraag
HET is ons huis.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 18 - Quizvraag
Het is HUN auto.
A
Persoonlijk voornaamwoord
B
Bezittelijk voornaamwoord
Slide 19 - Quizvraag
Bezittelijk voornaamwoord: Ik heb uw brief gelezen.
Slide 20 - Open vraag
Zelfstandig werkwoord
Geeft een handeling aan.
Het belangrijkste werkwoord.
Één zelfstandig werkwoord per zin.
Vaak
het laatste werkwoord van een zin.
Bijvoorbeeld: Ik ben naar de stad
gelopen
.
Slide 21 - Tekstslide
Wat is een zelfstandig werkwoord?
Slide 22 - Open vraag
Hulpwerkwoord
De "hulpjes" van zelfstandige werkwoorden.
Geven
geen
handeling aan.
Meerdere
of
geen
in een zin.
Bijvoorbeeld: Ik
ben
naar de stad gelopen.
Slide 23 - Tekstslide
Wat is een hulpwerkwoord?
Slide 24 - Open vraag
Oefenen!
Slide 25 - Tekstslide
Mark GAAT naar de stad.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 26 - Quizvraag
BEGRIJP je de stof?
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 27 - Quizvraag
Welk cijfer heb je GEHAALD?
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 28 - Quizvraag
Pleun HEEFT een mooi nummer gezongen.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 29 - Quizvraag
Zij heeft het je willen VERTELLEN.
A
Zelfstandig werkwoord
B
Hulpwerkwoord
Slide 30 - Quizvraag
Hulpwerkwoorden in de zin: Ik zou het ook eng hebben gevonden.
Slide 31 - Open vraag
Hoofdtelwoorden
Gebruik je:
Als je telt.
Als je een hoeveelheid aangeeft.
Slide 32 - Tekstslide
Hoofdtelwoorden
Slide 33 - Tekstslide
Rangtelwoorden
Volgorde/rang
Eindigen altijd op -de of -ste.
Eerste, achtste
Laatste, zoveelste
Slide 34 - Tekstslide
Oefenen!
Slide 35 - Tekstslide
Derde
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 36 - Quizvraag
Acht
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 37 - Quizvraag
Enkele
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 38 - Quizvraag
Middelste
A
Hoofdtelwoord
B
Rangtelwoord
Slide 39 - Quizvraag
Hoofdtelwoord of rangtelwoord:
allerlei
Slide 40 - Open vraag
Blooket? Of zelf aan de slag?
Blooket
Zelf aan de slag.
Slide 41 - Poll
Blooket? Ga naar www.blooket.com
Zelf aan de slag? Maak de opdrachten op blz. 67 t/m blz. 72.
Slide 42 - Tekstslide
Leg in eigen woorden uit wat je deze les geleerd hebt.
Slide 43 - Open vraag
Welk cijfer geef je deze les (1-10) en waarom?
Slide 44 - Open vraag
Bedankt!
Slide 45 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
3.7 grammatica (herhaling)
February 2025
- Les met
31 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
T3 §3.7 grammatica (herhaling)
February 2025
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Week 7 - 3.5 en 3.7
February 2025
- Les met
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhalingsles psv en bzv en telwoorden
February 2023
- Les met
33 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
M3 woordsoorten grammatica 3.7
December 2019
- Les met
39 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 3
13 februari
February 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
3T 3.7 Grammatica (2)
March 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
M3 grammatica 3.7 en woorden 3.5
November 2020
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3