Complicaties anesthesie

Complicaties anesthesie
Chris García Vélez, Ela Evcen, Anne-Lynn Schmitz, Alex Swinkels
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Complicaties anesthesie
Chris García Vélez, Ela Evcen, Anne-Lynn Schmitz, Alex Swinkels

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Welke soorten anesthesie zijn er?

Slide 3 - Open vraag

Complicaties narcose
- Schade aan het gebit.
- Allergische reacties medicatie.
- De zorgvrager ligt in een verkeerde houding.
- Ongewenst bij bewustzijn raken
- Na de operatie misselijkheid en braken
- Heesheid of keelpijn

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen complicatie van narcose?
A
Schade aan het gebit.
B
Dat de zorgvrager door de medicatie niet meer wakker word.
C
De zorgvrager ligt in de verkeerde houding.
D
Dat zorgvragers achteraf misselijk zijn en kunnen braken.

Slide 5 - Quizvraag

Complicaties regionale anesthesie
- Onvoldoende pijnstilling
- Tintelingen na de operatie door een ruggenprik
- Overgevoeligheid voor de gebruikte verdovingsmiddelen
- Toxische reacties door grote bloedvaten in de buurt van de prik.


Slide 6 - Tekstslide

Waardoor kan de zorgvrager tintelingen krijgen na een ruggenprik.
A
Omdat de medicatie in de bloedbaan terecht komt.
B
Omdat de zorgvrager overgevoelig is voor de medicatie.
C
Omdat de zorgvrager een verkeerde houding heeft.
D
Omdat de zenuwen geïrriteerd raken door de prik.

Slide 7 - Quizvraag

Plaatselijke verdoving
- Allergische reactie
- Zenuwschade doordat een zenuw word geraakt
- Overdosis bij teveel verdoving

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je plaatselijke verdoving.
A
Bij het weghalen van een Cyste.
B
Bij het verdoven van een arm of been.
C
Bij het hechten van een wond.
D
Bij een ruggenprik

Slide 9 - Quizvraag

Einde

Slide 10 - Tekstslide