Renaissance en humanisme

Tijdvak 5  - Ontdekkers en hervormers 
1500 - 1600


De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
&
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Tijdvak 5  - Ontdekkers en hervormers 
1500 - 1600


De hernieuwde oriëntatie op het erfgoed van de klassieke oudheid
&
Het veranderende mens- en wereldbeeld van de renaissance en het begin van een nieuwe wetenschappelijke belangstelling

Slide 1 - Tekstslide

tijdvak 5 - Ontdekkers en hervormers
1500 - 1600

nieuw tijdvak
einde middeleeuwen, begin 
vroegmoderne tijd

Slide 2 - Tekstslide

we gaan door naar een nieuw tijdvak, maar ook naar een nieuwe periode in de geschiedenis.
wat zijn de verschillen?

Slide 3 - Tekstslide

tijdvak 3 en 4 - middeleeuwen
500 - 1500
  • landbouw samenleving; aan het einde van de middeleeuwen nam de handel weer toe en ontstond een landbouw stedelijke samenleving
  • kerk was zeer machtig; iedereen in Europa was christelijk (memento mori - gedenk te sterven!)
  • Vorsten kregen aan het einde van de middeleeuwen weer meer macht; centralisatie

Slide 4 - Tekstslide

tijdvak 5 - Renaissance/ vroegmodern
1500-1600
  • landbouw stedelijke samenleving
  • ontdekkingsreizen
  • bovenlaag van de samenleving wil zélf nadenken
  • de klassieke oudheid als voorbeeld
  • in Europa is iedereen christelijk, maar wel Reformatie
  • Nederlandse Opstand

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • je kunt uitleggen wat de renaissance inhoudt en waardoor die juist in Italië ontstond
  • je kunt uitleggen wat het veranderende mens- en wereldbeeld in de renaissance te maken heeft met de klassieke Oudheid
  • je kent de ideeën van enkele renaissance kunstenaars en humanisten en hun bijdrage aan een nieuw mens- en wereldbeeld

Slide 6 - Tekstslide

Noord-Italiaanse stadstaten
In de 15e eeuw bestond Italië als land nog lang niet. In het noorden van Italië lagen veel onafhankelijke stadstaten die aan het einde van de middeleeuwen rijk waren geworden van de handel. 
In deze stadstaten ontstond de renaissance, maar waarom?

Slide 7 - Tekstslide

Vanaf 1000 bloeide Europa op. Er was (1) meer veiligheid, (2) een toename van de handel en (3) werd een christelijke eenheid onder gezag van de paus.

Wat zien we daar onder anderen van? Kruistochten (behalve naar het Heilige Land ook naar het oosten om de slavische volkeren te bekeren. daarnaast ook de bevrijding van het Iberisch schiereiland op de moslims). Opkomst handelssteden (Vlaanderen, Hanze en Noord-Italië). Kortom Europa was niet meer naar binnen gericht maar had haar blik ook op de rest van de wereld gericht.

Slide 8 - Tekstslide

Renaissance
ontstaat in de 15e eeuw in de Noord-Italiaanse stadstaten, oorzaken:

  • Door de bloeiende handel waren de inwoners van de Italiaanse stadstaten heel rijk
  • In Italië waren nog veel oude gebouwen van de Romeinen aanwezig
  • In de Italiaanse bibliotheken waren nog veel klassieke geschriften aanwezig
  • Wat ook hielp: de val van Constantinopel (hoofdstad van het Oost Romeinse Rijk) , waardoor handelaren en geleerden naar Italië vluchtten en allerlei klassiek Romeinse geschriften meenamen

Slide 9 - Tekstslide

Renaissance
In deze onafhankelijke stadstaten ontstond bij de rijke bovenlaag van handelaren en bankiers een nieuw levensgevoel.
Zij wilden niet langer altijd alleen maar luisteren naar de Kerk en de koning. Zij wilden zelf nadenken!
Deze rijke bovenlaag wilde genieten van het leven op aarde én niet alleen maar denken aan het leven na de dood. Waarom zouden we niet kunnen genieten van onze rijkdommen op aarde?! 
Niet helemaal toevallig waren het de  Romeinen die dit eeuwen geleden al deden. 

Slide 10 - Tekstslide

Renaissance
Memento mori was het motto van de middeleeuwen, dat wordt in de renaissance vervangen door carpe diem.
Er ontstond een nieuwe belangstelling voor de klassieke oudheid (de tijd van de Grieken en de Romeinen)
Humanisten speelden daarbij een grote rol, zij bestudeerden op kritische wijze de klassieke teksten, hadden discussies over politiek en durfden zelfstandig na te denken

memento mori = gedenk te sterven (want als je dat maar vaak genoeg doet, dan ga je vanzelf goed leven volgens de Bijbel, want je wil natuurlijk wél naar de Hemel)
carpe diem = pluk de dag (geniet van het leven!)

Slide 11 - Tekstslide

Humanisme als basis
Voor de gegoede burgerij wordt de kritische denkhouding de basis
Hieruit ontstaat: de uomo universalis een breed geschoolde kunstenaar/wetenschapper die al zijn talenten gebruikt.
Leonardo Da Vinci is een goed voorbeeld van een uomo universalis! 
Hij kon schilderen, deed anatomisch onderzoek, ontwierp helicopters en tanks etc. 
Hij was van alle markten thuis en was daarmee een voorbeeld voor andere mannen.

Slide 12 - Tekstslide

Mona Lisa geschilderd door Leonardo da Vinci

Slide 13 - Tekstslide

Anatomische studies verricht door Da Vinci.
Da VInci sneed zelf lijken open om te kunnen onderzoeken hoe het menselijk lichaam in elkaar zit.  Hij maakte zelf ook aantekeningen zoals je op dit blad kunt zien. Maar omdat hij bang was dat andere mensen zijn informatie zouden stelen, maakt hij zijn aantekeningen in spiegelschrift

Slide 14 - Tekstslide

Da VInci maakte ook een ontwerp voor een soort tank, eeuwen voor de eerste tanks echt in gebruik werden genomen tijdens WOI

Slide 15 - Tekstslide

het ontwerp dat Da Vinci maakte voor een helikopter met behulp van een luchtschroef. 
De eerste echte helikopter werd voor het eerst gebruikt in 1907.
Het ontwerp van Da Vinci heeft nooit echt gevlogen; de constructie is te zwaar om te kunnen opstijgen.

Slide 16 - Tekstslide

Renaissance
Dankzij de boekdrukkunst verspreidde de nieuwe renaissance ideeën over  Europa, vooral via de handelscontacten
De kritische denkhouding van de humanisten  was de basis voor de nieuwe wetenschappelijke belangstelling die ontstond. Mensen begonnen weer zelfstandig na te denken, in plaats van altijd te luisteren naar de Kerk en de koning. 
De wetenschappelijke manier van denken was niet nieuw, de Griekse filosofen waren er mee begonnen. Maar in de middeleeuwen was het vooral de Kerk geweest die bepaalde over welke onderwerpen zelf mochten nadenken

Slide 17 - Tekstslide

Renaissance 
 Het geloof is niet meer allesbepalend, de elite is ook niet alleen maar bezig met het leven na de dood (want Carpe diem!)
Hierdoor ontstond er meer interesse in het leven op aarde en (de werking van) de natuur, er ontstaat een ander wereldbeeld

Slide 18 - Tekstslide

Renaissance 
Bij de klassieken stond het individu ook al centraal
Het klassieke erfgoed wordt een voorbeeld voor de rijke burgers en voor kunstenaars

Slide 19 - Tekstslide

Renaissance, architectuur 
De klassieken worden een voorbeeld voor architecten die gebouwen gaan ontwerpen zoals de Grieken en Romeinen dat deden. 
Dat beteken in de praktijk:
  • gebruik  van zuilen
  • gebruik van koepels
  • symmetrie in de plattegrond van gebouw en gevels

Slide 20 - Tekstslide

Bramante - Tempietto 
Alberti - Santa Maria Novella 

Slide 21 - Tekstslide

Renaissance, beeldende kunst 
De klassieken worden een voorbeeld voor kunstenaars die schilderijen en beelden gaan maken zoals de Grieken en Romeinen dat deden. 
Dat betekent in de praktijk:
  • naast christelijke onderwerpen werden er ook mythologische onderwerpen gebruikt
  • Kunstenaars probeerden hun werk zo "echt" mogelijk te maken door de toepassing van perspectief, het aanbrengen van details en de anatomisch correcte weergave van het menselijk lichaam

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Da Vinci - Dame met hermelijn
Michelangelo -  plafond Sixtijnse Kapel

Slide 24 - Tekstslide

Michelangelo - David

Slide 25 - Tekstslide

voor alle zekerheid volgt hierna een kort filmpje met uitleg over de renaissance

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Middeleeuwen of Renaissance?

"Ik ben kritisch en leergierig"
A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 28 - Quizvraag


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 29 - Quizvraag


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 30 - Quizvraag


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 31 - Quizvraag


A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 32 - Quizvraag


Vooral aandacht voor leven na de dood.

A
Middeleeuwen
B
Renaissance

Slide 33 - Quizvraag

Wanneer is de periode van de Renaissance?
A
1500-1600
B
1400-1530
C
17e eeuw
D
1300-1450

Slide 34 - Quizvraag

Welke uitdrukking past bij de Renaissance?
A
Carpe diem
B
Ora et labora
C
Memento Mori
D
Bid en werk

Slide 35 - Quizvraag

Wat is geen oorzaak voor het ontstaan van de renaissance?
A
rijke kooplieden in Italiaanse stadsstaten
B
Italiaanse handelaren gingen naar het Oosten
C
belangstelling voor romeinse gedichten etc.
D
ontkerkelijking

Slide 36 - Quizvraag


Gebruik de bron
Dit beeld stelt David voor, een figuur uit de Bijbel. Dit beeld is gemaakt aan het begin van de Tijd van ontdekkers en hervormers.

➤Waarom past dit beeld zo goed bij de ideeën van de Renaissance? 


Gebruik de bron 

A
Het is een beeld dat bij een Bijbelverhaal hoort. In de Renaissance waren de Kerk, de Bijbel en het christendom belangrijker dan tijdens de Middeleeuwen.
B
Kunstenaars uit de Renaissance wilden net zulke kunst maken als kunstenaars in de Oudheid. Dit beeld ziet er uit als een écht mens, net als beelden uit de Tijd van Grieken & Romeinen.
C
David leefde in Noord-Italië, waar de Renaissance begon.
D
David leefde in de Oudheid. In de Renaissance was er veel aandacht voor de Oudheid.

Slide 37 - Quizvraag

zelf verder werken
lees §5.1 
maak opdracht 1 en 3 (alleen a en b)

Slide 38 - Tekstslide