persoonlijk vnw en 3e naamval

In deze les kan je:
Het Duitse persoonlijk voornaamwoord in de 3e Naamval op de juiste plek in de zin schrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

In deze les kan je:
Het Duitse persoonlijk voornaamwoord in de 3e Naamval op de juiste plek in de zin schrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn de pers.vnw in het Nederlands?



Slide 2 - Tekstslide

Pers. vnw

ik, jij, hij, zij, wij, jullie, zij, u (als onderwerp, 1e naamval)


mij, me, jou je, u, hem haar, het ,ons, jullie, je, u ,hen, hun ,ze        (als lv en mv vorm voorkomen)


Ik heb haar dat gegeven.

Jullie geven het aan hem

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer 3e naamval?

Wanneer?

-als het meewerkend voorwerp is

-als het wordt vooraf gegaan door de vz:

mit, nach, bei, seit, von, zu

Slide 4 - Tekstslide

het meewerkend vw. (3e naamval)

Je kunt "aan" of "voor"

vóór het zinsdeel zetten.

bijv

Ik geef mijn moeder bloemen.

"mijn moeder" is het meew. vw

Je kunt zeggen "aan" mijn moeder.

Slide 5 - Tekstslide

De  3e naamval






Ich schicke mein.... Vater Blume

Ich habe es dein.... Freund gesagt.

Slide 6 - Tekstslide

voorzetsels 3e naamval

mit, nach,bei, seit, von, zu


Ich gehe mit .....  (hem) ins Kino

Ich komme gleich zu ....... (jou)

Ich habe es bei ..... (jullie) zu Hause liegen lassen.

Slide 7 - Tekstslide

Stappen

Lees de zin!

wat is het onderwerp? -> 1e naamval

wat is het lv? -> 4e naamval

wat is het mv? ->  3e naamval

voorzetsels?       -> 3e of 4e naamval toepassen

Denk aan het geslacht!!

das Mädchen (o) => es dus geen sie!!

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

even oefenen...

Zij zegt het haar -  ..... sagt es .....
Wij geven het jou - ...... schenken .....  .....

Slide 10 - Tekstslide

Werkblad
Maak de zinnen!

Slide 11 - Tekstslide

Aufgaben 16 a,b, (c)

AB Seite 13 

TB Seite 14

Slide 12 - Tekstslide

Ich habe es ...... (haar) gegeben.

Slide 13 - Open vraag

Ich schicke ...... (jou) ein Foto.

Slide 14 - Open vraag

Hast du etwas gegen ...... (ons)

Slide 15 - Open vraag

Das kommt durch ..... (jullie)

Slide 16 - Open vraag

ich habe das mit ..... (hem) gemacht.

Slide 17 - Open vraag

ich habe das ..... (haar) geschenkt

Slide 18 - Open vraag

Welke
pers. vnw.
3e naamval
ken je nu?

Slide 19 - Woordweb

Huiswerk
Lernen Seite 14 TB
Machen Aufgabe 7 und 8 Gramm AB Seite 4.
Viel Erfolg!

Slide 20 - Tekstslide