Voorbereiding op toetsweek 3

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Voorbereiding op toetsweek 3

Lesdoelen

Als het goed is: 

- ben je aan het eind van deze les voldoende voorbereid op de toets; 

- weet je aan het eind van deze les aan welk onderdeel je extra aandacht kunt besteden. 

Module schrijven (1/2) 

- Op welke zes manieren kun je als schrijver rekening houden met je leespubliek? 

- Welke zeven vaste tekststructuren onderscheiden we? 

- Uit welke onderdelen bestaat de inleiding van een betoog?

- Waaruit bestaat het middenstuk van een betoog en hoe werken we dit uit? 

- Uit welke onderdelen bestaat het slot van een betoog? 

Module schrijven (2/2) 

- Welke onderdelen komen in welke volgorde voor in de zakelijke brief?

- Welke drie redenen zijn er om een zakelijke brief te schrijven? 

- Waarmee moet je rekening houden bij het schrijven van een zakelijke brief?

Formuleren

Hierna volgen enkele vragen over de onderdelen formuleren. Probeer deze zo goed mogelijk te beantwoorden. Dit is een goede manier om te bekijken hoe je er op dit moment voor staat!

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden ook, bovendien, daarnaast, verder

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband
3. Toelichtend tekstverband
4. Chronologisch tekstverband

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden maar, toch, echter en hoewel?

1. Tegenstellend tekstverband
2. Opsommend tekstverband
3. Toelichtend tekstverband
4. Chronologisch tekstverband

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden namelijk, immers, want en omdat?

1. Toelichtend tekstverband
2. Redengevend tekstverband
3. Voorwaardelijk tekstverband
4. Oorzakelijk tekstverband

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden zo, neem nou en denk aan?

1. Toelichtend tekstverband
2. Redengevend tekstverband
3. Voorwaardelijk tekstverband
4. Oorzakelijk tekstverband

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden mits, als, indien en wanneer?

1. Toelichtend tekstverband
2. Redengevend tekstverband
3. Voorwaardelijk tekstverband
4. Oorzakelijk tekstverband

Bij welk tekstverband horen de signaalwoorden waardoor, daardoor, doordat en als gevolg van?

1. Opsommend tekstverband
2. Redengevend tekstverband
3. Oorzakelijk tekstverband
4. Voorwaardelijk tekstverband

Incongruentie:
De media besteedt veel aandacht aan de formatie van het kabinet.

1. Juist
2. Onjuist

Incongruentie:
Tachtig procent van de eindexamenleerlingen is geslaagd.

1. Juist
2. Onjuist

Incongruentie:
De juistheid van de cijfers werden in twijfel getrokken door de accountant.

1. Juist
2. Onjuist

Incongruentie:
De medewerkers is gevraagd om 15.00 uur aanwezig te zijn in de grote hal.

1. Juist
2. Onjuist

Welke twee manieren zijn er om een foutieve beknopte bijzin te 'repareren'?

Beknopte bijzin:
Van het mooie weer genietend dronken we een koud glas limonade.

1. Juist
2. Onjuist

Beknopte bijzin:
Zijn vriendin uitzwaaiend, verdween de bus uit het zicht.

1. Juist
2. Onjuist

Beknopte bijzin:
Bij ons vakantiehuisje aangekomen, vielen de mussen van het dak.

1. Juist
2. Onjuist

Beknopte bijzin:
Na drie uur gewacht te hebben, gingen de hekken eindelijk open.

1. Juist
2. Onjuist

Op welke drie zaken moeten we letten om te controleren of samentrekkingen correct zijn?

Samentrekkingen:
Streekromans interesseren me niet en lees ik dus niet.

1. Juist
2. Onjuist, functie komt niet overeen
3. Onjuist, getal komt niet overeen
4. Onjuist, betekenis komt niet overeen

Samentrekkingen:
De hond werd voortdurend gepest en werd tenslotte ziek.

1. Juist
2. Onjuist, functie komt niet overeen
3. Onjuist, getal komt niet overeen
4. Onjuist, betekenis komt niet overeen

Samentrekkingen:
Hij houdt van zijn vriendin en haar hand vast.

1. Juist
2. Onjuist, functie komt niet overeen
3. Onjuist, getal komt niet overeen
4. Onjuist, betekenis komt niet overeen

Samentrekkingen:
In onze wijk worden verkeersdrempels en een nieuwe speeltuin aangelegd.

1. Juist
2. Onjuist, functie komt niet overeen
3. Onjuist, getal komt niet overeen
4. Onjuist, betekenis komt niet overeen

Samentrekkingen:
Ik ben blij en gisteren door mijn vrienden getrakteerd.

1. Juist
2. Onjuist, functie komt niet overeen
3. Onjuist, getal komt niet overeen
4. Onjuist, betekenis komt niet overeen

Het heetste ... ik ooit heb gegeten is een Carolina Reaper.

1. dat
2. wat

De plant ... ik net vertelde is een geranium.

1. waarover
2. over wie

Heb je het ... nog steeds niet verteld?

1. hen
2. hun

Heb je het nog steeds niet aan ... verteld?

1. hen
2. hun

Het concern ontsloeg 350 van ... 800 werknemers.

1. zijn
2. haar

Als je dat boek hebt uitgelezen, moet je ... direct terugbrengen naar de bibliotheek.

1. hem
2. het

De bibliotheek is namelijk erg zuinig op ... eigendommen.

1. zijn
2. haar

Iets ... je echt eens moet doen, is een broodje halen bij Broodje Delft.

1. dat
2. wat

Ondanks alle inspanningen moest de onderneming toch ... faillissement aanvragen.

1. haar
2. zijn