Bijeenkomst 2

Bijeenkomst 2 Jk 
Starten met bewegen

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
BewegingsonderwijsHBOStudiejaar 3

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 2 Jk 
Starten met bewegen

Slide 1 - Tekstslide

Nu met bal, eerst alleen dan met zijn tweeën
Doelen
  • Ontwikkelen beweeghoek
  • Je maakt kennis met de fases van motorische ontwikkeling Mesker
  • Je leert om voor elke fase een beweging benoemen om de ontwikkeling te stimuleren 
  • verdieping leerlingen bewegingsonderwijs vanuit het beweegprobleem. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugkoppeling vorige les + gelezen literatuur
Maak groepjes van 3, waarin alle artikelen vertegenwoordigd zijn. Wat is er blijven hangen van vorige les en wat heb jij gelezen in het artikel. Koppel dit aan elkaar en verwerk op het bord met 

Slide 3 - Tekstslide

Groepjes van drie maken en wandelen in de zaal. Ga het gesprek aan over de artikelen die je hebt gelezen en koppel dit aan de lessen. Schrijf het op het daarna op het bord in steekworden in een groepje van 6. Aan elkaar vertellen wat ze hebben opgeschreven

-sensomotorische ontwikkeling
- motorische ontwikkeling 
- synkinesien
- propje maken/ meebewegingen
- belang van groed bewegingsonderwijs voor kleuters
- beweegtuinen
-9 criteria voor een goede les
- ontwikkeldomeinen
- 12 leerlijnen
-
De beweeghoek
Wie heeft er een beweeghoek op de stageschool?
Ontwikkel in vijf groepjes een beweeghoek:
Balanceren/ Coordinatie oefeningen/ spelvorm/ beweegbaan/
Welke afspraken maak je?
Hoeveel kinderen mogen er in de beweeghoek? 

Slide 4 - Tekstslide

We kennen de poppenhoek, de bouwhoek, alleen zie je maar weinig beweeghoeken op school.
Zorg altijd voor een matje in de beweeghoek en schoen uit. Bepaal het maximaal aantal, bij ons op school is dat twee. Op de muur hangt een poster met het bewegend leren spel of bewegingsposter waarmee de kinderen de bewegingen kunnen nadoen. Dit is het vaste onderdeel, het andere onderdeel verandert per twee weken.

Ontwerp een beweeghoek met je groep. Doordraaien eentje achter blijven om de beweeghoek uit te leggen.

Balanceerbaan zelf bouwen (zie voorbeeld foto) Kleuter mogen telkens opnieuw een baan bouwen met de verschillende materialen.
 
Spelvorm kan ook twister zijn


Oog hand Coordinatie oefeningen (tollen, knikker verplaatsen met teen, doekjes, hooghouden ballon, hondje uitlaten, pittenzak schuiven etc)
pannenkoeken bakken met racket en pittenzak.
plank tennisbal hooghouden/ overspelen
schrijfpatronen twee handig
knikker in hoepel/frisbee draaien
handtennis
balanceerplankjes
overgooien met vangnet
devilsticks
touwtjespringen
bal vangen in koker
Fijne motoriek
Motorische ontwikkeling Mesker
- Antagonistiche fase ( slurffase) 0-9 maanden
- symmetrische fase 1,5 -6 jaar
- Laterisatie fase 6- 9 jaar
- Dominante fase vanaf 9 jaar

Slide 5 - Tekstslide

pannenkoeken bakken met racket en pittenzak.
plank tennisbal hooghouden/ overspelen
schrijfpatronen twee handig
knikker in hoepel/frisbee draaien
jongleerdoekjes
handtennis
balanceerplankjes
overgooien met vangnet

studenten wisselen zoals in een motorlab na 1 minuut door in tweetallen.
devilsticks
zwaaidoeken
touwtjespringen
bal vangen in koker
moterlab kaarten

Ontwikkeltheorie van Mesker

Slide 6 - Tekstslide

Afsluiten, de eigenaar kan aangeven : over 10 min. Gaan we … afsluiten. Soms moet iedereen kijken voor druk voelen: 
Beweegtussendoortje
De aanwijzers

Slide 7 - Tekstslide

Dit is een warming up spel. Het kan eventueel op muziek. Speel van van makkelijk naar moeilijk:
Variant 1: de studenten rennen allemaal rond, voorzichtig om de materialen heen. Roep jij een lichaamsdeel dan stopt iedereen zo snel mogelijk met rennen. Ze wijzen nu bij zichzelf dit lichaamsdeel aan. Heeft iedereen het juist? Dan geef jij aan dat ze weer mogen gaan lopen.
Variant 2: gaat dit goed? Bouw dan uit naar twee lichaamsdelen. Ze wijzen nu met elke hand één deel aan. Bijvoorbeeld hoofd en voet!
Variant 3: speel dit spel ook eens zo dat je het lichaamsdeel van een ander aan moet wijzen. Roep je ‘mijn voet’ dan wijs je je eigen voet aan. Roept de leerkracht ‘jouw voet’ dan wijs je de voet van een ander aan.

Moeilijkere variaties:
Speel met specifieke lichaamsdelen zoals: de wijsvinger, tenen, oor, elleboog, knie.
Wat zie je terug bij de kleuters in de verschillende fases?
- Veel kinderen met motorische achterstanden hebben niet (goed) gekropen.
- Opvallend dat kinderen die niet gekropen hebben vaker moeite hebben met kruisbewegingen die we op latere leeftijd leren (huppelen/ wisselsprong).
Kinderen die niet hebben gekropen laten bij een koprol veel vaker een vreemde handplaatsing zien. (op handrug bijvoorbeeld)
- Dyslectische kinderen hebben veel vaker niet gekropen dan goed lezende kinderen. Kruipen heeft dus een voorspellende waarde m.b.t. de leesvaardigheid.
- Belangrijk om dit te stimuleren in de gymlessen: Kruipen door tunnels, alternerend klimmen, spelletjes met huppelen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je terug bij de kleuters in de verschillende fases?
- In de symmetrische fase is het nog niet goed mogelijk een lichaamshelft te bewegen zonder de ander (dwangmatig mee te bewegen).
 -Een kind dat zijn handen flext als het op zijn hakken loopt.
 -Een kind dat op zijn tenen loopt trekt zijn schouders op.
 -Bij het stuiten van een bal de andere hand gespannen.
 - Opponeren waarbij de andere hand meedoet.
- Bij veel bewegingen doet het gezicht/ mimiek ook mee. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het knippen met een schaar. Open mond die knipbeweging meemaakt.

Belangrijk stimuleer kleuters om zowel met links als met rechts te bewegen. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je terug bij de kleuters in de verschillende fases?
De fase waarin er verschillen ontstaat tussen de linker en rechter hersenhelft. En daardoor de linker en rechter hersenhelft.
- Schoolslag wordt mogelijk. (armen en benen maken een andere beweging)
- Bovenhandse worp. Rechts gooien linkerbeen vooruit.
Leren van enkelvoudige naar samengestelde bewegingen:
- Springen met twee benen naar rennen met een afzet met twee benen.
- Stuiten op je plaats naar dribbelen
- Van springen en een touwtje draaien naar touwtje springen

In de lataralisatiefase ontwikkeld een lichaamshelft zich meer doelgericht. Ander werkt ondersteunend. (schrijfhand/ steunhand)

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorlab
Het ‘Motorlab NL’ (bewegingscircuit in de speelzaal) kan een onderdeel van de dynamische schooldag, één van de mogelijkheden om meer beweegmomenten in de schooldag te brengen. Het ‘Motorlab NL’ is ontstaan na het bekijken van een Amerikaanse filmpje van ‘Ready bodies, learning minds’, dat beelden liet zien van een Motorlab daar.

Aanleiding voor de bedenkers was dat er steeds meer onrustige, onrijpe kinderen op school komen, die moeite hebben met schoolse vaardigheden. Door 2 of 3 keer per week, op de dagen dat er geen gymles is, met de klas een motorlab te doen, ging niet alleen de motoriek snel vooruit, maar ook het gedrag en zelfs cognitieve vaardigheden. 
Een motorlab kan bestaan uit kleine motoriek, samenwerken, bewegend rekenen en bewegend taal.  Zie kijkwijzers

Slide 11 - Tekstslide

Motorlab voor groep 1 t/m 4 gaan doen, zie kijkwijzers.

Kijkwijzers verdelen en klaarzetten.

Wat kan je zelf nog bedenken?
Voorbereiding volgende les
Neem een casus mee voor les 4
Voor les 4 moet je een casus meenemen vanuit je eigen situatie, observeer een kind hoe hij/zij beweegt., grove of juist fijne motoriek. Filmpje? Neem een zorgvraag mee. Evt. Je moet beweeghoek/ motorlab uitvoeren en daar observeren? Of daar een kind uitkiezen en dan observeren in vrije situatie?
Lees het volgende artikel



Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies