Basisbehoeften

1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer is iemand arm?

Slide 2 - Open vraag

Zijn er in Nederland arme mensen?

Slide 3 - Open vraag

Slide 4 - Tekstslide

Is deze mevrouw arm?
- onderwijs?
- kleding
- huis
- eten
- gezondheidszorg (dokter)?

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet wat met basisbehoeften bedoeld wordt
- Je kunt voorbeelden geven van de basisbehoeften


Slide 6 - Tekstslide

De basisbehoeften
  • Basisbehoeften zijn dingen die je nodig hebt om te kunnen (over)leven 

Slide 7 - Tekstslide

Voeding

Slide 8 - Tekstslide

Kleding

Slide 9 - Tekstslide

Onderwijs (school)

Slide 10 - Tekstslide

Gezondheidszorg (dokter)

Slide 11 - Tekstslide

Onderdak (huis)

Slide 12 - Tekstslide

Onderdak (huis) - krottenwijk

Slide 13 - Tekstslide

0

Slide 14 - Video

Deze jongen heeft alle basisbehoeften, is hij arm?
Ik vind van wel
Ik vind van niet

Slide 15 - Poll

Wat is geen basisbehoefte?
A
Voedsel
B
Onderdak
C
Internet
D
Kleding

Slide 16 - Quizvraag

Ik kan de volgende leerdoelen beantwoorden:
- Je weet wat een basisbehoefte is
- Je kunt voorbeelden noemen van basisbehoeften
Ja, allebei
Alleen de eerste
Alleen de tweede
Ik weet het niet zeker
Ik kan ze niet beantwoorden

Slide 17 - Poll

Slide 18 - Video

Welke begrippen ken je nog?

Slide 19 - Open vraag

Welvaart en welzijn

Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je kunt het verschil uitleggen tussen wonen en werken in arme en rijke landen

- Je kunt het verschil geven tussen welvaart en welzijn

- Je kunt welzijn en welvaart gebruiken om te kijken welke landen rijk of arm zijn

Slide 21 - Tekstslide

Kantoor
Fabriek

Slide 22 - Tekstslide

Op het land werken
Scharrelwerk
Scharreleconomie

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Scharreleconomie
  • Net genoeg geld verdienen voor basisbehoeften met simpel werk

Slide 25 - Tekstslide

Wanneer is een land rijk?

Slide 26 - Open vraag

Welvaart
Hoe rijk een land is, meet je met welvaart

Een rijk land heeft een hoge welvaart, dus het land heeft veel geld

Slide 27 - Tekstslide

Welzijn (gezondheid)
  •  levensverwachting, hoe oud worden mensen in een land?
  •   Alfabetiseringsgraad, hoeveel mensen kunnen lezen en schrijven?
  • Koopkracht, hoeveel kun je kopen met je geld?

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Zonder een goede welvaart, heb je ook geen goede welzijn
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quizvraag

Landen waar veel mensen in de scharreleconomie werken....
A
Hebben een goede welvaart en welzijn
B
Hebben alleen een goede welvaart
C
Hebben alleen een goede welzijn
D
Hebben een slechte welvaart en welzijn

Slide 31 - Quizvraag

Als de alfabetiseringsgraad hoog is, betekent dat dat het onderwijs goed is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag


Slide 33 - Open vraag

Ik kan de leerdoelen beantwoorden
- Ik kan een verschil geven tussen wonen en werken tussen arme en rijke landen
- ik weet het verschil tussen welvaart en welzijn
- ik kan welvaart en welzijn gebruiken om te kijken of een land arm of rijk is

Ja
Alleen de eerste
Alleen de tweede
alleen de derde
Alleen de eerste en tweede
Alleen de eerste en derde
Alleen de tweede en derde
Ik weet het niet zeker
Nee

Slide 34 - Poll

Slide 35 - Tekstslide

Leerdoelen
Je weet wat bnp/hoofd betekent

Slide 36 - Tekstslide

Wanneer is er een hoge welvaart?
  • Geld? Wie zijn geld?
  • Bruto nationaal product (BNP) =
  • Al het geld wat in een land verdiend wordt in één jaar

Slide 37 - Tekstslide

BNP van 907 miljard dollar
3800 miljard dollar (3.8 biljard)

Slide 38 - Tekstslide

Eerlijke verdeling:
  • In plaats van BNP --> BNP per persoon
  • Dit heet ook wel BNP per hoofd
  • BNP/hoofd

Slide 39 - Tekstslide

BNP van 907 miljard dollar
17 miljoen inwoners
3800 miljard dollar (3.8 biljard)
83 miljoen inwoners

Slide 40 - Tekstslide

Is dit wel eerlijk?
  • Het is een gemiddelde, maar zegt niet alles

Slide 41 - Tekstslide

Zelfwerk
Opdracht 9 en 10

--> Vond je het makkelijk? maak de verdieping (bladzijde 32)
--> Vond je het moeilijk? maak de herhaling (bladzijde 31)

Slide 42 - Tekstslide