Slechtnieuwsgesprek

Vandaag
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Maatschappelijke zorgMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Vandaag

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Wat weet je al over het slecht nieuws gesprek?

Slide 3 - Open vraag

Wie heeft er al eens slecht nieuws medegedeeld aan iemand?

Slide 4 - Open vraag

vind je het lastig om in je privéleven iemand teleur te stellen?
Ik stel dat zo lang mogelijk uit
Als ik er niet over praat, waait het wel over
Ik vertel het maar meteen, dan ben ik er vanaf
Nee hoor, teleurstellingen horen bij het leven.

Slide 5 - Poll

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoelen
Als zorgprofessional heb je soms de taak om slecht nieuws te brengen aan een zorgvrager of zijn familie. Weten hoe je zo'n gesprek goed voert, is een belangrijke vaardigheid. Jij kunt in zo'n gesprek namelijk een grote steun zijn. In deze les leer je wat het doel is van een slechtnieuwsgesprek, hoe je het opbouwt en wat de belangrijkste aandachtspunten zijn. 

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het doel van een slecht nieuws gesprek?
Het doel van een slechtnieuwsgesprek is dat je een negatief bericht overbrengt aan de zorgvrager en/of zijn familie. 
Daarnaast wil je iemand ook helpen bij de eerste verwerking van het slechte nieuws. Als zorgprofessional bied je steun, troost en begeleiding. 

Slide 8 - Tekstslide

Structuur slechtnieuwsgesprek
Een slechtnieuwsgesprek bestaat uit vier fasen:
1. het slechte nieuws brengen
2. ruimte bieden voor emoties of frustraties
3. ondersteuning bieden
4. het gesprek afsluiten

Slide 9 - Tekstslide

Het slechte nieuws brengen
Slecht nieuws breng je zoals je een pleister eraf trekt: zonder omhaal in één keer. Begin het gesprek dus niet en nooit met een ander onderwerp en houd ook geen lange inleiding. Kort en meelevend vertel je dat je een nare boodschap hebt. Hoe je die verwoordt, is natuurlijk afhankelijk van de ernst van het nieuws. Enkele voorbeelden: 

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeelden
'Martijn, ik moet je slecht nieuws vertellen. Ga eerst maar even zitten. Je vader heeft een hartaanval gehad. Hij is naar het ziekenhuis gebracht en wordt geopereerd. De situaties is ernstig en de artsen kunnen nog niet voorspellen of de operatie slaagt'

'Mevrouw de Vries, ik heb een vervelend bericht voor u. Uw dochter heeft griep en kan helaas niet op bezoek komen'

'Ik ben bang dat ik een tegenvallende mededeling heb: u komt niet in aanmerking voor thuiszorg' 

Slide 11 - Tekstslide

Ruimte bieden voor emoties
Verdriet, boosheid en teleurstelling zijn veelvoorkomende reacties op slecht nieuws. In deze fase van het gesprek laat je de ander zijn emoties uiten en bied je troost. Nodig uit om over gevoelens te praten en geef waar nodig extra informatie, neem hiervoor de tijd! 
Door ruimte te bieden voor emoties en extra informatie te geven, help je de ander bij de eerste verwerking van het nieuws. Ook neem je hiermee mogelijk al wat frustratie weg over nieuws dat boosheid of teleurstelling oproept. 

Slide 12 - Tekstslide

Ondersteuning bieden
Na het slechte nieuws is vaak de vraag: wat nu? In deze fase van het gesprek bied je ondersteuning, samen bekijk je wat er nodig is. Na een overlijden moet er bijvoorbeeld van alles geregeld worden. 

Als een gepland bezoek niet kan doorgaan, kun je met de zorgvrager een alternatieve tijdsbesteding bedenken enzovoort. 

Slide 13 - Tekstslide

Het gesprek afsluiten
Als de gemoederen bedaard zijn en je de nodige ondersteuning hebt geboden, sluit je het gesprek af. Vat de vervolgstappen die jullie hebben besproken kort samen en vraag of je gesprekspartner nog aanvullende vragen heeft.
Belangrijke informatie geef je mee op papier, zodat de ander die thuis nog rustig kan nalezen. Zo nodig maak je een afspraak voor een vervolggesprek. 

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Grootste valkuilen

 Voorbijgaan aan de gevoelens van de patiënt.
 Dooddoeners gebruiken (bv. “U mag zo niet denken” of “Zo is het leven”).
 Discussiëren (bv. “Hoe komt u daar nu bij?!”).
 Raad en advies geven (bv. “Als ik u was …”).

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Stelling - Juist of onjuist?
Bij een slecht nieuwsgesprek help je ook bij de eerste verwerking van het slechte nieuws.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het doel van een slecht nieuws gesprek?
A
Je zorgt dat je heel zakelijk blijft zodat je duidelijk kan zijn wanneer je slecht nieuws brengt.
B
Iemand deels informeren met slecht nieuws en deels met goed nieuws.
C
Een bericht overbrengen zodat een patiënt gelijk kan accepteren wat er aan de hand is.
D
Je brengt op een duidelijke manier een negatief bericht en geeft daarin steun en informatie.

Slide 25 - Quizvraag

Stelling - Juist of onjuist?
Slecht nieuws moet je langzaam brengen, je werkt hier in het gesprek omzichtig naar toe.

A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Wat zijn de belangrijke voorwaarden bij jou houding tijdens het gesprek?
A
Echtheid en respect tonen.
B
Echtheid, begrip en respect tonen.
C
Echtheid (betrokkenheid), begrip, respect en empathie tonen.
D
Altijd betrokken zijn.

Slide 27 - Quizvraag

Wat gebeurt er bij het verloop van het gesprek in de tweede fase?
A
De mededeling van het slechte nieuws.
B
De zorgvrager troosten en verdere informatie geven.
C
Samen naar een oplossing zoeken.

Slide 28 - Quizvraag