methodisch werken in een notendop

methodisch werken in een notendop


periode 2 methodisch werken
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

methodisch werken in een notendop


periode 2 methodisch werken

Slide 1 - Tekstslide

lesdoelen
Aan het eind van deze les kan je vertellen wat de stappen zijn van het verpleegproces
kan je een probleem en doel foutloos formuleren
kan je interventies benoemen om de problemen op te lossen
kan je rapporteren volgens de SOEP of SOAP

Slide 2 - Tekstslide

werkwijze
opfrissen van methodisch werken 10 minuten
oefenen PES 20 minuten
Oefenen SMART 20 minuten
oefenen interventies 20 minuten
oefenen rapporteren 20 minuten

Slide 3 - Tekstslide

Dus wat zijn de stappen van het methodisch in de juiste volgorde?
timer
7:00

Slide 4 - Open vraag

Probleem bepalen
P: probleem formuleer het als probleem van de zorgvrager, dus de zorgvrager heeft last van...of weet niet, kan niet, wil niet
E: etiologie of oorzaak: wat is precies de oorzaak van het probleem, niet het ziektebeeld noemen maar denk ik willen, weten, kunnen
S: symptomen: wat zie je of merk je aan het probleem

Slide 5 - Tekstslide

Meneer Gerritsen woont alleen in een seniorenwoning. Vanwege zijn geheugenproblemen krijgt hij elke dag een uur hulp van de thuiszorg. Meneer Gerritsen heeft een bril, maar die zet hij vaak af. Daardoor is hij zijn bril vaak kwijt. Hij ziet zonder bril erg slecht; Ook vergeet meneer Gerritsen zijn bril schoon te maken, waardoor hij na een tijdje slecht ziet door zijn bril.

Slide 6 - Open vraag

doelen formuleren
je formuleert een doel als 1 zin. Deze zin moet aan de volgende eisen voldoen:
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden.
Is het volgende doel SMART?
Meneer Gerritsen kan binnen 2 weken zelfstandig eten.

Slide 7 - Tekstslide

Formuleer een SMART doel bij meneer Gerritsen

Slide 8 - Open vraag

rapporteren
S = Subjectieve gegevens: wat zegt de zorgvrager?

O = Objectieve gegevens: wat zijn jouw observaties?
A = Analyse: beoordeling van het probleem
P = Plan: probleemoplossing, wat ga je doen?
rapporteren
hetzelfde alleen is de A een E
de e is van evaluatie. Wat is er gebeurd sinds de vorige keer, wat is het effect van jouw handelen

Slide 9 - Tekstslide

Bij meneer Gerritsen geweest. Zijn bril gepoetst volgens plan, het was erg gezellig.

Slide 10 - Open vraag

Hoe zou je deze rapportage beter kunnen doen volgens de SOAP of SOEP?

Slide 11 - Open vraag

afsluiting. denk je dat je nu het methodisch werken kan toepassen op je stage. Motiveer jouw antwoord

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide