In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Heute
- Grammatik
- Leestoets
- Hausaufgaben
Slide 2 - Tekstslide
Benoem de bepaalde lidwoorden in het Nederlands
Slide 3 - Open vraag
Benoem de onbepaalde lidwoorden in het Nederlands
Slide 4 - Open vraag
Aufgabe 19
- Maak opdracht 19 via het digitaal materiaal
(4 minuten)
Klaar? Dan kan je alvast naar de theorie gaan kijken van Grammatica A.
timer
4:00
Slide 5 - Tekstslide
De uitgang van ein- en kein-
Begrippen die je moet kennen:
- Persoonlijk voornaamwoorden
- Bepaalde lidwoorden
- Onbepaalde lidwoorden
het onbepaalde lidwoord
Slide 6 - Tekstslide
Persoonlijk voornaamwoorden
ich = ik
du = jij
er/sie/es/man = hij/zij/het/men
wir = wij
ihr = jullie
sie/Sie = zij / u
de man - hij
der Mann - er
de vrouw - zij
die Frau - sie
het kind - het
das Kind - es
de mensen - zij
die Leute - sie
Slide 7 - Tekstslide
Bepaalde lidwoorden (de/het)
Lidwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord.
- Mannelijk = der
- Vrouwelijk = die
- Onzijdig = das
- Meervoud = die
Slide 8 - Tekstslide
Onbepaalde lidwoorden (een)
Lidwoorden staan voor het zelfstandig naamwoord.
- Mannelijk = ein
- Vrouwelijk = eine
- Onzijdig = ein
- Meervoud = keine
het onbepaalde lidwoord ein- en het woord kein- krijgen de uitgang -e wanneer: het zelfstandig naamwoord wat achter ein- of kein- komt, vrouwelijk of meervoud is.
Slide 9 - Tekstslide
persoonlijk voornaamwoord
bepaald lidwoord
onbepaald lidwoord
(de/het)
(een)
mannelijk
vrouwelijk
onzijdig
meervoud
er
sie
sie
es
der Mann
die Frau
das Kind
die Leute
ein Mann
eineFrau
ein Kind
keine Leute
Slide 10 - Tekstslide
Aufgabe 20
Doen we samen via het digitaal lesmateriaal!
Slide 11 - Tekstslide
Leestoets
Resultaat kan je terugvinden in Woots.
Formatief, dus telt niet mee.
Belangrijk om extra te oefenen als je een onvoldoende hebt!!