Aan het einde van deze les weet je met welke onderdelen van H9 je nog moeite hebt.
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Trillingen en golven
Longitudinale en transversale golven
Lopende en staande golven
Golfflengte, frequentie en golfsnelheid
v=f⋅λ
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Grondtoon en boventonen
snaar
open buis
gesloten buis
Tip: tekenen situatieschets
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Muziekslang
Een muziekslang van 70 cm brengt een toon voort wanneer je deze ronddraait. Des te sneller je de slang ronddraait des te hoger de toon. Peter meet met een geluidssensor en een computer de frequenties van die tonen. Bij een bepaalde snelheid meet hij een frequentie van 490 Hz. De temperatuur in de ruimte waar hij experimenteert is 20 °C.
Ga na of de toon van 490 Hz de grondtoon van de buis is.
Peter voert de draaisnelheid op. Bereken de frequentie van de eerstvolgende toon, die de buis voortbrengt. Teken daartoe de slang geef in de tekening aan waar zich in de buis knopen en buiken voordoen bij die eerstvolgende toon.
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Zuivere en
samengestelde toon
Slide 6 - Tekstslide
Harmonische trilling; sinusvormige periode trilling
Ranschikken
Alle koorden hebben dezelfde lengte. Rangschik de koorden van het koord waarin de golfsnelheid het grootst is naar het koord waarin de golfsnelheid het kleinst is.