Module 8: Oriëntatie klinisch redeneren

Module 8 Klinisch redeneren

Boek: zorgplan
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Module 8 Klinisch redeneren

Boek: zorgplan

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de les
Aan het eind van de les kan de student op de hoogte van:
  • Terugblik methodisch proces
  • Wat de definitie is van klinisch redeneren
  • Wat het belang is van klinisch redeneren

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe was het ook al weer?
Terugblik vorige lessen: het methodisch proces

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch werken is:
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op de behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Methodisch proces
  1. Verzamelen van gegevens
  2. Vaststellen van behoeften
  3. Vaststellen van zorgdoelen
  4. Vaststellen en plannen van zorgactiviteiten
  5. Uitvoeren van zorgactiviteiten
  6. Evalueren en zo nodig bijstellen van de zorg

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn potentiële zorgproblemen?
A
Verpleegproblemen die op dit moment zichtbaar en actueel zijn
B
Verpleegproblemen geformuleerd volgens de PES structuur
C
Verpleegproblemen die de verpleegkundige op basis van deskundigheid in de toekomst verwacht.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van een zorgdoel?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de RUMBA eisen voor?
A
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
B
relevant, begrijpelijk, meetbaar, in termen van gedrag, haalbaar
C
relevant, uitvoerbaar, meetbaar, belangrijk, aantoonbaar
D
realistisch, uitvoerbaar, maatschappelijk, belangrijk, acceptabel

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar staan de SMART eisen voor?
A
specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdsgebonden
B
Speciaal, materiaal, abstract, realiteit, typisch
C
Specifiek, meteen, abstract, realistisch, teamwork
D
Speciaal, meetbaar, acceptabel, realiteit, tijdsgebonden

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn potentiële zorgproblemen?
Actuele zorgproblemen zijn zorgproblemen die zich op een bepaald moment voordoen, en door de verzorgen IG/verpleegkundige kunnen worden vastgesteld op basis van op dat moment aanwezige klachten en verschijnselen.

Potentiële zorgproblemen zijn zorgproblemen die zich nog niet voordoen, maar die de verzorgende Ig/verpleegkundige op basis van haar deskundigheid in de toekomst verwacht.


Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instrumenten - observatielijsten
  • Pijnschaal ( VAS)
  • Decubitusschaal ( Braden, Norton)
  • DOS ( Delier observatieschaal)
  • SNAQ (voedingstoestand)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klinisch redeneren/Bronnen
Thieme Meulenhoff traject: Zorgplan; module 8 'Klinisch redeneren'

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je bij klinisch redeneren?

Slide 13 - Woordweb

Klinisch redeneren: 'Vaardigheid om eigen observaties en interpretaties aan medische kennis te koppelen, om zodoende te beredeneren welke volgende stappen je moet nemen in het verpleegkundig en verzorgend handelen'.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom denk je dat klinisch redeneren belangrijk is?

Slide 15 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6 Stappen klinisch redeneren
Stap 1: Oriëntatie op de situatie
Stap 2: Klinische probleemstelling
Stap 3: Aanvullend onderzoek
Stap 4: Het klinisch beleid
Stap 5: Het klinisch verloop
Stap 6: Evaluatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1: Oriëntatie op de situatie
Je doet verschillende observaties en metingen bij de zorgvrager. Daarnaast probeer je met gerichte vragen een zo helder mogelijk beeld te krijgen (anamnese). 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2: Klinische probleemstelling
In deze stap bedenk je wat er mogelijk met de zorgvrager aan de hand is. In de oriëntatie op de situatie heb je gegevens over de zorgvrager verzameld. Nu ga je deze gegevens beoordelen. Dit doe je door ze in gedachten te vergelijken met ziektebeelden en bijbehorende symptomen. Op deze manier ontstaat er inzicht in het vermoedelijke gezondheidsprobleem. Je omschrijft je vermoedens vervolgens helder en bondig. Deze omschrijving noem je de klinische probleemstelling.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3: Aanvullend onderzoek
In deze derde stap van klinisch redeneren wordt bepaald of, en welk, aanvullend onderzoek nodig is. Aanvullend onderzoek brengt de onderliggende factoren van klachten naar boven. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Twee categorieën
  • Aanvullend onderzoek dat je zelf kunt verrichten:
meet-, observatie- en vragenlijsten bijhouden, zoals een Delier Observatie Schaal of een 24-uursvochtbalans;
specifieke metingen verrichten, zoals urine sticken om een urineweginfectie uit te sluiten, of urineretentie bepalen met een bladderscan.


  • Aanvullend onderzoek dat door andere disciplines wordt verricht:
laboratoriumonderzoek, zoals bloedonderzoek of microbiologisch onderzoek;
beeldvormend onderzoek, zoals echografisch onderzoek, röntgenfoto's, CT-scan;
fysiologisch onderzoek, zoals biopsie, ECG, punctie, scopie, longfunctietest;
lichamelijk onderzoek, zoals controle van de huid, verwonding, temperatuur, abdomen (buik), hartslag, drukmetingen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4: Het klinisch beleid
De verantwoordelijkheid voor het medisch beleid ligt bij de arts. Zelf ben je verantwoordelijk voor het opstellen van zorgdoelen en zorgacties in het zorgplan. Dit is je eigen klinisch beleid dat je hanteert in je werkzaamheden. 

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5: Het klinisch verloop
Als het klinisch beleid met je zorgdoelen en zorgcties is vastgesteld, kun je overgaan op de uitvoering hiervan. Tijdens de uitvoering houd je goed in de gaten hoe de gezondheidssituatie van de zorgvrager zich ontwikkelt.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6: Evaluatie
Het evalueren van het proces beslaat minimaal de volgende gebieden:
  1. veiligheid zorgvrager;
  2. kwaliteit van zorg;
  3. zelfreflectie;
  4. intervisiebijeenkomsten.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Ga naar Thieme Meulenhoff traject: Zorgplan, module 8 Klinisch redeneren. Lees Oriëntatie Klinisch redeneren door en maak de bijbehorende verwerkingsopdrachten.
I: Oriëntatie klinisch redeneren
1: Klinisch redeneren
2: Praktijksituatie, Je maakt je plotseling zorgen over Anna
Z: Zelftoets

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De 3 O's van redeneren 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies