havo-4 6.3 Oplosbaarheid in water

Hoofdstuk 6.3
Oplosbaarheid in water

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.3
Oplosbaarheid in water

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen deze les
- Kunnen vertellen welke stoffen met elkaar mengen. 
- De hydratatie van ionen kunnen tekenen. 

Slide 2 - Tekstslide

Water als oplosmiddel
Dit komt door water

Slide 3 - Tekstslide

Regel: soort zoekt soort
Bij het mengen van vloeistoffen.

Slide 4 - Tekstslide

Wat betekent soort zoekt soort ?

Slide 5 - Open vraag


Mengt water met ammoniak?
A
Ja, twee polaire stoffen
B
Nee
C
Ja, twee apolaire stoffen

Slide 6 - Quizvraag

Soort zoekt soort
  • H2O = polair / hydrofiel, bevat OH groep, kan H-brug vormen
  • NH3 = polair / hydrofiel, bevat NH groep, kan H-brug vormen
  • Conclusie: water mengt met ammoniak, want een polaire stof mengt met een polaire stof. 
Dit kan je ook aangeven in een tekening waarbij je de waterstofstofbruggen tekent (geef ook de polaire atoombindingen aan). 

Slide 7 - Tekstslide

Geef hier de tekening tussen 3 moleculen water en 2 moleculen ammoniak.

Slide 8 - Open vraag


Mengt butaan met octaan?
A
Ja, beide polaire stoffen
B
Nee
C
Ja, beide apolaire stoffen

Slide 9 - Quizvraag

Soort zoekt soort
  • C4H10 = apolair / hydrofoob, bevat geen OH of NH groep, 
kan geen H-brug vormen
  • C8H18 = apolair / hydrofoob, bevat geen OH of NH groep, 
kan geen H-brug vormen

  • Conclusie: butaan mengt met octaan, doordat het beide twee apolaire stoffen zijn. 

Slide 10 - Tekstslide

Mengt water met butaan?
En met octaan? Geef aan waarom wel/niet.

Slide 11 - Open vraag

Soort zoekt soort
  • H2O = polair/hydrofie, bevat OH groep, kan H-brug vormen
  • C4H10 = apolair/hydrofoob, bevat geen OH of NH groep, 
kan geen H-brug vormen

  • Conclusie: water mengt niet met butaan. Polair mengt namelijk NIET met apolair. 

Slide 12 - Tekstslide

Waarom mengt alcohol zowel met water als met propaan?

Slide 13 - Open vraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Valt je ook iets op?

Slide 16 - Open vraag

De O'tjes zitten dichter tegen het positieve ion aan, doordat de O in H2O een beetje negatieve geladen is.
Dit geldt voor de H'tjes (die delta positief zijn) bij het negatieve ion. 

Slide 17 - Tekstslide

Hydratatie 2

Slide 18 - Tekstslide

Teken de hydratatie van het calcium-ion.

Slide 19 - Open vraag

Lesdoelen deze les
- Kunnen vertellen welke stoffen met elkaar mengen. 
- De hydratatie van ionen kunnen tekenen. 

Beide doelen heb je in de les moeten beantwoorden.

Slide 20 - Tekstslide

Maak 6.3 opdr: 25 t/m 29








Je kan altijd nog even de theorie in het boek doorlezen. 
Via de chat kan je ook vragen insturen. 

Slide 21 - Tekstslide