6.3 Oplosbaarheid in water

Hoofdstuk 6.3



Oplosbaarheid in water

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 6.3



Oplosbaarheid in water

Slide 1 - Tekstslide

Planning 
  • Practicum 2: FILM!!
  • Maak 20 t/m 23. 
  • Practicum 3: FILM!!
  • Maak 25 t/m 29. 

Alles af: volgende week dinsdag.

Slide 2 - Tekstslide

3

Slide 3 - Video

01:30
Teken de structuren van water, heptaan, ethanol en pentaan-1-ol.

Slide 4 - Open vraag

03:51
Wat denk je dat er gaat gebeuren? Wat ga je zien?
Heptaan met ethanol en heptaan met
pentaan-1-ol.

Slide 5 - Open vraag

05:16
Mengen van alcoholen
Alcohol heeft beide  (polair =-OH en apolair = koolstofketen -> CxHy). 

Alcoholen kunnen goed mengen met water, echter wanneer de koolstofketen (C > 5) te lang is, werkt het polaire gedeelte niet goed. Dan lost het niet op in water, maar juist wel in een apolaire stof zoals heptaan. 

Slide 6 - Tekstslide

Regel: soort zoekt soort
Bij het mengen van vloeistoffen.

Slide 7 - Tekstslide

Soort zoekt soort
  • H2O = polair / hydrofiel, bevat OH groep, kan H-brug vormen
  • NH3 = polair / hydrofiel, bevat NH groep, kan H-brug vormen
  • Conclusie: water mengt met ammoniak, want een polaire stof mengt met een polaire stof. 

Dit kan je ook aangeven in een tekening waarbij je de waterstofbruggen tekent (geef ook de polaire atoombindingen aan). 

Slide 8 - Tekstslide


Mengt water met ammoniak?
A
Ja, twee polaire stoffen
B
Nee
C
Ja, twee apolaire stoffen

Slide 9 - Quizvraag


Mengt butaan met octaan?
A
Ja, beide polaire stoffen
B
Nee
C
Ja, beide apolaire stoffen

Slide 10 - Quizvraag

Waarom mengt alcohol zowel met water als met propaan?

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag
Als je wil kan je de theorie op pag 108 nog eens lezen. 

Maak opdracht 20 t/m 23. 
Merk je dat je nog 10 minuten hebt? Kijk dan eerst het filmpje van experiment 3.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


Valt je ook iets op?

Slide 16 - Open vraag

De O'tjes zitten dichter tegen het positieve ion aan, doordat de O in H2O een beetje negatieve geladen is.
Dit geldt voor de H'tjes (die delta positief zijn) bij het negatieve ion. 

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Hydratatie van ionen

Slide 19 - Tekstslide

Teken de hydratatie van het calcium-ion.

Slide 20 - Open vraag

Aan de slag
Als je wil kan je de theorie op pag 109 t/m 110 nog eens lezen. 

Maak opdracht 25 t/m29. 
Dit is huiswerk van volgende week dinsdag

Slide 21 - Tekstslide