Procedures en recht HFD 4

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
Procedures en rechtMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide


A
Levensmiddelen 21% BTW
B
Iphone 12pro max 0% BTW
C
accijnsgoederen 0%
D
Onderwijs 21%

Slide 2 - Quizvraag

Over de hieronder staande uitgaven kan een onderneming geen btw aftrekken
A
Uitgaven die worden gemaakt boven de €450 die langer mee gaan dan 1 jaar
B
Uitgaven die worden gemaakt voor vrijgestelde prestaties
C
Uitgaven die worden gemaakt voor een nieuw pand
D
Uitgaven die worden gemaakt om vakkennis op peil te houden

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer is er sprake van privé gebruik?
A
Als de ondernemer goederen of diensten koopt die hij zowel zakelijk als privé gebruikt
B
Als de ondernemer goederen voor aan zijn bedrijf onttrekt.

Slide 4 - Quizvraag

Wat is voorbelasting?

Slide 5 - Open vraag

Slide 6 - Tekstslide

Intracommunautaire levering
Intracommunautair = binnen de gemeenschap (in dit geval de EU)
Binnen de EU spreken we van intracommunautaire transacties

Intracommunautaire prestatie = als een Nederlandse onderneming goederen verkoopt of diensten levert aan een ander EU-land. In de intracommunautaire prestatie onderscheiden we de:




Slide 7 - Tekstslide

Intracommunautaire levering
Intracommunautaire levering aan anderen
  • Goederen worden vanuit Nederland naar een ander EU-land vervoerd
  • Afnemer is een ondernemer met btw-identificatienummer in het land waar  de goederen naartoe gaan

Intracommunautaire dienst aan anderen
  • Dienst wordt verricht aan een ondernemer in een ander EU-land
  • Afnemer van de dienst moet in eigen land btw aangeven

Slide 8 - Tekstslide

Intracommunautaire werving
Een intracommunautaire verwerving vindt plaats als u goederen koopt die vanuit een ander EU-land naar Nederland worden vervoerd en waarbij de leverancier een ondernemer is.


De levering door de verkoper is in het andere EU-land belast met 0%. De verwerving is in Nederland belast met Nederlandse btw.

Slide 9 - Tekstslide

Intracommunautaire werving
Intracommunautaire verwerving = als een Nederlandse onderneming goederen of diensten koopt in een ander EU-land (leveringen en diensten verricht aan ons).

Op de factuur van de buitenlandse onderneming staat geen btw vermeld (0%-tarief). De Nederlandse onderneming moet daarom btw berekenen en als te betalen btw in de aangifte omzetbelasting vermelden. Tegelijkertijd kan hij de btw als voorbelasting in mindering brengen. Per saldo draagt de onderneming dus niets af.

Slide 10 - Tekstslide

Intracommunautaire werving
In de journaalpost wordt de btw meegenomen en wordt aan de bestaande rekeningen het woord ‘intracommunautair’ toegevoegd:

700 Voorraad goederen (intracommunautair)         € 1.000
161 Te vorderen btw hoog (intracommunautair)      € 210

Aan 110 Bank                                                                                                                € 1.000
Aan 163 Te betalen btw hoog (intracommunautair)                                   € 210

Slide 11 - Tekstslide

Zaken doen buiten de Europese Unie (EU)
Handelstransacties met landen buiten de EU heten uitvoer en invoer.
Uitvoer/Export = het brengen van goederen van Nederland naar buiten het grondgebied van de EU
De onderneming betaalt uitvoerrechten
Invoer/ Import = het brengen van goederen van buiten het grondgebied van de EU naar Nederland
Zowel een particulier als ondernemer betaalt omzetbelasting bij invoer

Slide 12 - Tekstslide

Opdrachten
4.1, 4.2 en 4,3 
pagina 78 tot 84

Slide 13 - Tekstslide

PAUZE
timer
15:00

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Wettelijke eisen factuur
  • Datum factuur
  • Factuurnummer
  • Btw-nummer leverancier
  • KvK-nummer leverancier
  • Volledige naam en adres van leverancier en afnemer
  • Hoeveelheid/omvang en aard van de geleverde goederen of diensten
  • Datum van levering goederen of diensten
  • Het bedrag exclusief btw
  • Het btw-tarief
  • Het btw-bedrag

Slide 16 - Tekstslide

Niet wettelijke eisen factuur
  • Deze komen tot stand door de relatie tussen leverancier en afnemer:
  • Postadres/vestigingsplaatsadres t.b.v. factuur en levering
  • E-mailadres, telefoonnummer en faxnummer leverancier
  • Bankrekeningnummer leverancier
  • Leverings- en betalingsvoorwaarden

Slide 17 - Tekstslide

Tijdstip van uitreiken van de factuur
Een btw-plichtige ondernemer is verplicht een factuur uit te reiken.


Na de goederenlevering of dienstverlening moet de factuur zijn uitgereikt uiterlijk op de vijftiende dag van de maand volgend op die waarin de goederenlevering of de dienst verricht is.

Slide 18 - Tekstslide

Maand-, kwartaal- of jaaraangiften btw
Voor de uiterste datum waarop de aangifte omzetbelasting en de betaling van het verschuldigde bedrag gedaan moeten doen, geldt het volgende:
  • Doet de ondernemer per kwartaal of per maand aangifte? Dan moeten de aangifte en de betaling gedaan worden uiterlijk op de laatste dag van de maand die volgt op het aangiftetijdvak waarover aangifte wordt gedaan.
  • Doet de ondernemer per jaar aangifte? Dan doet hij aangifte en betaalt hij vóór 1 april van het eerstvolgende jaar dat volgt op het aangiftetijdvak waarover aangifte wordt gedaan.

Slide 19 - Tekstslide

Maand-, kwartaal- of jaaraangiften btw
Kleineondernemersregeling = een belastingvermindering voor ondernemers die over een jaar minder dan € 1.883 aan btw hoeven af te dragen. Als het jaarbedrag € 1.345 of minder is, dan hoeft de ondernemer helemaal geen btw af te dragen. Deze regeling geldt niet voor bv’s en nv’s.

Slide 20 - Tekstslide

Samenwerkingsopdracht
1. Maak duo's
2. Zoek de termen op 
- Intracommunautaire prestaties
-Intracommunautaire Werving
- Intracommunautaire  Levering
3. Leg de verschillen uit.

timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk
Maken  Hoofdstuk 4.4, - 4,6 en 4.7 opdracht 21 t/m 44

Slide 22 - Tekstslide