Financiële administratie voor beginners

Financiële administratie voor beginners
AABS jaar 2
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Financiële administratie voor beginners
AABS jaar 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les moeten de studenten de volgende begrippen uitleggen: debiteuren, crediteuren, resultatenrekening, journaalposten, btw-aangifte.

Slide 2 - Tekstslide

Leg de leerdoelen uit aan de studenten en vertel waarom deze belangrijk zijn om te begrijpen in het bedrijfsleven.
Wat weet je al over debiteuren en crediteuren?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Crediteuren
Personen of bedrijven aan wie nog betaald moet worden voor geleverde producten of diensten.

Slide 4 - Tekstslide

Laat de studenten nadenken over de verschillen tussen debiteuren en crediteuren en waarom het belangrijk is om deze bij te houden in de administratie.
Resultatenrekening
Een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van een bedrijf gedurende een bepaalde periode.

Slide 5 - Tekstslide

Leg uit waarom het bijhouden van een resultatenrekening belangrijk is en laat de studenten nadenken over hoe je deze kunt opstellen.
Journaalposten
Een overzicht van alle financiële transacties die plaatsvinden binnen een bedrijf.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de studenten nadenken over hoe je journaalposten kunt opstellen en waarom deze belangrijk zijn voor de administratie.
Wat is BTW?
  • De overheid int verschillende belastingen. 
  • Btw is er een van. 
  • Bijna op elk artikel dat je koopt zit btw. 
  • Al heb je nog helemaal geen inkomen, de belasting toegevoegde waarde (btw) betaal je sowieso. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aangifte BTW
  • Ondernemingen vullen de aangifte Omzetbelasting in (verplicht) en op die manier wordt de btw aan de Belastingdienst betaald.  
  • Hoe? - Digitaal!
  • Wanneer? Ieder jaar, kwartaal of maand van het jaar komt deze klus terug.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Btw-aangifte
Een verklaring van de omzetbelasting die een bedrijf moet betalen aan de Belastingdienst.

Slide 9 - Tekstslide

Beschrijf de verschillende btw-tarieven en waarom het belangrijk is om deze correct bij te houden in de administratie.
Oefening
Maak nu opdracht 1 in SPL:

BTW, wat moet een ondernemer ermee?

Slide 10 - Tekstslide

Beoordeel de oefening en geef feedback op wat goed ging en wat er verbeterd kan worden.
BTW-tarieven in NL
In Nederland zijn er twee btw-tarieven.
Het hoge tarief van 21% en het lage tarief van 9%. 
Sommige goederen/diensten vallen onder het hoge tarief en andere onder het lage tarief. 
Bij weer andere goederen/diensten wordt er geen btw berekend (=0%).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hoog/laag BTW?

Een slijterij verkoopt bier tegen 21% btw, maar ook tegen 9%. 
Zit er alcohol in, dan geldt het hoge btw-tarief van 21%, maar is het alcoholvrij, dan geldt het lage btw-tarief van 9%.
Vleesconsumptie is momenteel belast met het lage btw-tarief van 9%.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hoog/laag BTW?
  • Eten en drinken moet ieder mens. 
  • Als iets noodzakelijk is, dan valt het onder het lage tarief of wordt er zelfs geen btw berekend. 
  • simpel is het echter niet. De keuze tussen hoog, laag of geen btw is vaak een politieke keuze. Achter die keuze kunnen verschillende motieven liggen. Regelmatig worden de tarieven voor artikelen veranderd. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag
Waarom zou overheid een BTW-tarief veranderen?

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer hoog/laag?
  • In de wet staat precies omschreven welke goederen/diensten onder het lage tarief en welke onder het hoge tarief vallen. 
  • Ook staat in de wet welke goederen/diensten geen btw hebben. Vrijgesteld noemen we dat. 
  • Op de website van de Belastingdienst kun je vinden welk tarief aan de klant moet worden doorberekend.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Maak nu opdracht:

Btw 1 - Btw tarieven in Nederland - SPL

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het BTW-systeem in NL?
Alle ondernemingen in Nederland die een btw-nummer hebben, moeten aangifte omzetbelasting doen. 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zit dat met de Belastingdienst?
  • Elke ondernemer in Nederland is btw-plichtig, behalve de ondernemingen die vrijgesteld zijn. 
  • Als je een onderneming start, dien je dat te melden bij de Belastingdienst.
  • Registreert de Belastingdienst je als ondernemer voor de btw, dan ontvang je een btw-nummer. 
  • Je moet dan een keer per maand, kwartaal of jaar een btw-aangifte doen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Btw-aangifte
  • Ondernemingen moeten de btw op hun verkopen betalen aan de Belastingdienst. 
  • De btw op inkopen mogen ze terugvragen van de Belastingdienst. Ze doen dat met een btw-aangifte of anders gezegd aangifte Omzetbelasting. 

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Maak nu de volgende opdracht in SPL

Hoe werkt het btw-systeem

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zakelijk of prive?
Bij de btw-aangifte doe je alleen aangifte voor zakelijke aankopen. Dus aankopen voor het bedrijf.

Bij privé-aankopen mag je geen btw verrekenen!  

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdregel
Het bewaren van financiële documenten is wettelijk verplicht. Bovendien zijn het bewijsstukken.
De hoofdregel is dat een aankoop privé is als er geen document is. In dat geval kan de btw niet verrekend worden.Ho

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geen document-wel zakelijk!
  • Soms is er geen document aanwezig, maar is via de zakelijke bankrekening wel een betaling te zien. Bijvoorbeeld: een automatische betaling van het maandelijkse voorschot aan de gas-/elektraleverancier. Staat er dan ook een btw-bedrag vermeld, dan is de btw te verrekenen als deze betaling te maken heeft met de onderneming.  

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel document, zakelijk of toch privé?
Als er wel een document is en het is aan de onderneming gericht, dan wil dat niet altijd zeggen dat het automatisch zakelijk is. Het moet met de ondernemingsactiviteiten te maken hebben. 
Mocht je dat niet zeker weten, dan zul je in dat geval om aanvullende informatie moeten vragen.
Ook is het verstandig om zakelijke uitgaven NIET contant te voldoen

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oefening
Maak nu de volgende opdracht in SPL
Pets Friends
Is het zakelijk of prive?

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een BTW-nummer - zie SPL
Samen de uitleg doornemen, dan de opdracht A en B maken 



Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Factuurvereisten
Maak opdracht Factuurvereisten in SPL

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

BTW en brutowinst
zie SPL

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eenvoudige BTW-aangifte
Zie SPL

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iets minder eenvoudige BTW-aangifte
Zie SPL

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tot slot
Maak nu de slottest in SPL. 

Alles goed gemaakt? Dan heb je dit hoofdstuk afgerond!

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Conclusie
Welke begrippen weten jullie nog?

Slide 32 - Tekstslide

Vraag de studenten om te reflecteren op wat ze geleerd hebben en wat ze nog willen leren. Geef ook tips voor verdere studie.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 33 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 34 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 35 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.