PO

PO gedrag
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

PO gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Succescriteria
Je gebruikt minimaal 10 goede bronnen voor je inleiding en discussie:
  • wetenschapsbijlage krant, 
  • populair wetenschappelijk artikel of boek, 
  • site van een universiteit-, onderzoeksinstituut of overheid

Je refereert hiernaar in de tekst en maakt een bronnenlijst volgens APA-regels (les hierover volgt nog)

Slide 2 - Tekstslide

Inleiding
  • Bevat feiten die de maatschappelijke of wetenschappelijke relevantie van je onderzoek duidelijk maken.
  • Bevat de voor een 3e-klasser benodigde informatie om écht te begrijpen waar het onderzoek over gaat (die weten bv nog niet wat supranormale prikkels etc zijn, dat leg je dus uit als dat relevant is.)
  • Eindigt met je onderzoeksvraag en op de theorie gebaseerde hypothese
  • In je inleiding gebruik je de informatie uit de LessonUp's  en 10voorbiologie.

Slide 3 - Tekstslide

Materiaal en methode
  • Bevat alle benodigde materialen en meetapparatuur. incl. groottes, aantallen, volumes. 
  • Is voldoende gedetailleerd voor een 3e klasser om je onderzoek te herhalen zónder zelf iets te hoeven bedenken of een boek open te doen.
  • De proefopzet leidt tot een valide en zo betrouwbaar mogelijke beantwoording van je onderzoeksvraag.
  • Lijdt tot kwantitatieve resultaten (resultaten die in cijfers/diagrammen zijn uit te drukken)

Slide 4 - Tekstslide

Resultaten
  • Bevat een tabel en diagram. 
  • Het type diagram past bij het type data
  • Het antwoord op de onderzoeksvraag is in 1 oogopslag uit het diagram af te lezen.
  • De begeleidende tekst wijst op de meest opvallende resultaten die zichtbaar zijn.

Slide 5 - Tekstslide

conclusie en discussie
  • conclusie is een antwoord op de onderzoeksvraag gebaseerd op de onderzoeksresultaten. 
  • Vergelijk de conclusie met de hypothese. Zijn deze gelijk? Verschillend? Welke ideeën uit de inleiding worden hierdoor bevestigd, of misschien wel ontkracht? Kun je bij nader inzien meer bronnen vinden die je conclusie ondersteunen?

Slide 6 - Tekstslide

conclusie en discussie
  • Stel je conclusie is waar, wat is hiervan het maatschappelijk/wetenschappelijk belang? Kun je op basis hiervan bv adviezen geven?
  • Analyseer de betrouwbaarheid (hoe nauwkeurig heb je gemeten) en de validiteit (de conclusie klopt) van je onderzoek. Wat zijn mogelijke verbeterpunten?
  • Geef een mogelijk vervolgonderzoek (met een andere, aansluitende onderzoeksvraag)

Slide 7 - Tekstslide

Algemeen
  • Schrijfstijl is objectief: geen ik/wij/hij/zij of persoonlijke meningen
  • Figuren en diagrammen zijn clean opgemaakt (2D, geen achtergrondlijnen, goede astitels, 
  • Figuren, tabellen en diagrammen hebben genummerde bijschriften. In de tekst wordt naar (al) deze nummers verwezen.

Slide 8 - Tekstslide

Brongebruik
Je gebruikt minimaal 8 goede bronnen in je inleiding:
  • wetenschapsbijlage krant, 
  • populair wetenschappelijk artikel of boek, 
  • site van een universiteit-, onderzoeksinstituut of overheid



Je refereert hiernaar in de tekst en maakt een bronnenlijst volgens APA-regels. 

Slide 9 - Tekstslide

Hoe zoek je de juiste bronnen?
  • wetenschapsbijlage krant,
  • populair wetenschappelijk artikel of boek,
  • site van een universiteit-, onderzoeksinstituut of overheid

Maak gebruik bij het zoeken van bijvoorbeeld google scholar

Sociale media mag je nooit gebruiken

Ook wikipedia zelf niet gebruiken (je kunt daar wel beginnen door bij de bronnen daar te kijken)

Slide 10 - Tekstslide

Goede bron gevonden? En dan?
Je kan de informatie die in de bron staat niet klakkeloos overnemen, dit heet plagiaat. Plagiaat levert altijd een onvoldoende op. (magister heeft plagiaatcontrole)

Bekijk ook altijd even de bronnen van je gevonden bron. Vaak staan daar ook goede bronnen bij.

Je kan de informatie wel in je eigen woorden vertellen. Maak je hier gebruik van, dan moet je naar de bron refereren. Dit doe je door de naam van de auteur en het jaartal dat de bron geschreven is te noteren (zie laatste zin hiernaast).

Ook moet je een bronvermelding in een bronnenlijst zetten. Deze staat helemaal achteraan je verslag en bevat al je gebruikte bronnen.


Slide 11 - Tekstslide

Bronnenlijst
Bronvermelding moet volgens de APA regels. APA is internationaal erkend.

Leer je het jezelf goed aan, dan heb je er profijt van volgend jaar bij je PWS, maar ook daarna tijdens je vervolgstudie.

In je bronnenlijst staan je bronnen op alfabetische volgorde

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Link

Aan de slag
- Bedenk eerst een onderzoeksvraag en methode
- Ga daarna bezig met de inleiding ect.

De les van dinsdag vervalt, hier zelf mee aan de gang gaan.
Dinsdag 16.00 eerste inlevermoment.

Slide 14 - Tekstslide