PO 4.6 en 4.7 [les 1]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Ga in deze Lesson Up

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop pakken en opstarten
Ga in deze Lesson Up

Slide 1 - Tekstslide

Planning
De komende weken gaan we zowel bezig met het PO over 4.6 als 4.7 als met de theorie van hoofdstuk 5 en 6

Vandaag PO
Morgen PO
Maandag H5
Donderdag PO
Vrijdag H5

Slide 2 - Tekstslide

PO (SE)
Je ontwerpt een natuurwetenschappelijk onderzoek rond het thema neurale regulatie, waarneming en beweging. Je voert het onderzoek uit en legt het hele proces vast in een wetenschappelijk verslag. Het is belangrijk dat je in ieder geval de theorie uit 4.6 en 4.7 toepast.

Cijfer weegt mee voor je schoolexamen H5. Daarnaast telt het dit jaar ook 1x mee
- PO 4.6 / 4.7: 1x
- PO Gedrag: 1x
- Toets voortplanting: 2x
het gemiddelde van deze vier toetsen telt als 1 SE-cijfer. Er volgen er volgend jaar nog 3

deadline: wordt nog bekend gemaakt

Slide 3 - Tekstslide

PO (SE)
Je ontwerpt een natuurwetenschappelijk onderzoek rond het thema neurale regulatie, waarneming en beweging. Je voert het onderzoek uit en legt het hele proces vast in een wetenschappelijk verslag. Het is belangrijk dat je in ieder geval de theorie uit 4.6 en 4.7 toepast.

Mogelijke onderwerpen: Reflexen, reactiesnelheid, bewegingen leren (bv sport), coördinatie en/of evenwicht, spierkracht, spierherstel, eigen keuze in overleg.

groepsgrootte: 2-3 personen
eindproduct: wetenschappelijk verslag



deadline: maandag 7 juni, 21u   in magister opdrachten

Slide 4 - Tekstslide

Het eindproduct. Wetenschappelijk verslag
In je eindproduct staan de volgende elementen:
- Voorpagina
- Inhoudsopgave
- Inleiding
- Onderzoeksvraag                         Vandaag behandelen
- Hypothese
- Methode & materialen
- Resultaten                                        Volgende week donderdag behandelen
- Conclusie
- Discussie
- Bronnenlijst

Slide 5 - Tekstslide

Het onderzoek
Uitvoerbaar zijn in 1 of 2 weken (maximaal)

Gebaseerd op 4.6 (reflexen) of 4.7 (spieren)

Voorbeelden:
effect dextro op uithoudingsvermogen van spieren
effect leeftijd op reflexen
effect van training op snelheid van reflexen
effect koffie op snelheid van reflexen
etc etc

Slide 6 - Tekstslide

De onderzoeksvraag
Het belangrijkste onderdeel om te beginnen. Hiermee baken je het onderwerp af. Te brede onderzoeksvraag? Dan is het niet duidelijk wat je gaat doen. 

Moet altijd een open vraag zijn. Oftewel, het moet niet direct te beantwoorden zijn.
Slecht voorbeeld: Is er een effect van red bull op het cijferbeeld bij leerlingen uit havo 4 op het Ichthus College?

Gebruik altijd het volgende format:
Wat is het effect van ...... op ....... in/op/bij .......
Voorbeeld: Wat is het effect van red bull op het cijferbeeld bij leerlingen uit havo 4 op het Ichthus College?


Slide 7 - Tekstslide

Hypothese
Je hypothese is het van te voren bedachte antwoord op je onderzoeksvraag. Deze is vaak al gebaseerd op logisch nadenken en op literatuur die je gelezen hebt voor het maken van je inleiding. 

Hypothese niet goed? Dan heb je of niet goed onderzoek gedaan in de literatuur (gebeurt vaak) of je vind daadwerkelijk iets nieuws (gebeurt niet vaak)

Onderzoeksvraag: Wat is het effect van red bull op het cijferbeeld bij leerlingen uit havo 4 op het Ichthus College?
Hypothese: Leerlingen die red bull nemen voor de toets scoren hogen dan leerlingen die geen red bull nemen voor de toets. (+ verdere uitwerking met uitleg waarom dit zou kunnen zijn)

Slide 8 - Tekstslide

Inleiding / Literatuurstudie
-Bevat feiten die de maatschappelijke of wetenschappelijke relevantie van je onderzoek duidelijk maken.
-Bevat de voor een 3e-klasser benodigde informatie om écht te begrijpen waar het onderzoek over gaat (die weten bv nog niet wat reflexen / spiervezels zijn, dat leg je dus uit )
-Wat maakt jouw onderzoek relevant om te lezen?
-Welke informatie is nodig om jouw onderzoek te snappen (diepgaand)
-Eindigt met onderzoeksvraag en hypothese


Bevat minimaal 6 bronnen
Minimaal 1 A4, maximaal 2 A4



Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld
Wat is hier goed? 
Wat is hier slecht?



Deze inleiding was ruim onvoldoende. 





Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld (2)
Wat is hier goed?
Wat is hier slecht?




Deze inleiding is net voldoende

Slide 11 - Tekstslide

Inleiding / Literatuurstudie
Begin je inleiding heel breed en zoom dan langzaam in op jouw onderwerp.

Reflexen in het algemeen
Nut van vangreflexen 
Reflexen en  leeftijd
Onderzoeksvraag
Hypothese

Slide 12 - Tekstslide

Brongebruik
Je gebruikt minimaal 6 goede bronnen in je inleiding:
  • wetenschapsbijlage krant, 
  • populair wetenschappelijk artikel of boek, 
  • site van een universiteit-, onderzoeksinstituut of overheid



Je refereert hiernaar in de tekst en maakt een bronnenlijst volgens APA-regels. 

Slide 13 - Tekstslide

Hoe zoek je de juiste bronnen?
  • wetenschapsbijlage krant,
  • populair wetenschappelijk artikel of boek,
  • site van een universiteit-, onderzoeksinstituut of overheid

Maak gebruik bij het zoeken van bijvoorbeeld google scholar

Sociale media mag je nooit gebruiken

Ook wikipedia zelf niet gebruiken (je kunt daar wel beginnen door bij de bronnen daar te kijken)

Slide 14 - Tekstslide

Goede bron gevonden? En dan?
Je kan de informatie die in de bron staat niet klakkeloos overnemen, dit heet plagiaat. Plagiaat levert altijd een onvoldoende op. (magister heeft plagiaatcontrole)

Bekijk ook altijd even de bronnen van je gevonden bron. Vaak staan daar ook goede bronnen bij.

Je kan de informatie wel in je eigen woorden vertellen. Maak je hier gebruik van, dan moet je naar de bron refereren. Dit doe je door de naam van de auteur en het jaartal dat de bron geschreven is te noteren (zie laatste zin hiernaast).

Ook moet je een bronvermelding in een bronnenlijst zetten. Deze staat helemaal achteraan je verslag en bevat al je gebruikte bronnen.


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

Bronnenlijst
Bronvermelding moet volgens de APA regels. APA is internationaal erkend.

Leer je het jezelf goed aan, dan heb je er profijt van volgend jaar bij je PWS, maar ook daarna tijdens je vervolgstudie.

In je bronnenlijst staan je bronnen op alfabetische volgorde

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Planning
Inlevermoment 1 = woensdag 9 maart

Inlevermoment 2 = woensdag 23 maart

Inlevermoment 3 = woensdag 30 maart 


Inleveren moet via magister opdrachten (plagiaatcontrole). Elke dag te laat = - 1p

Slide 19 - Tekstslide

Inlevermoment 1

- Je bedenkt of zoekt een onderwerp dat je aanspreekt. (vandaag)
- Je voert een eerste literatuurstudie uit en verwerkt dat tot een plan van aanpak (PvA) (morgen)
- In het PvA staan:
     - Voorblad (1 A4),
     - Inhoudsopgave (1 A4)
     - Theoretische inleiding (concept) + bronnen (volgens APA), je onderzoeksvraag, je hypothese (1 of 2 A4)
     - Eerste idee voor de uitvoering van het experiment (1/4 A4)
     - Bronnenlijst (volgens APA)

Je krijgt feedback op je PvA van mij. Inleveren via magister opdrachten

Deadline = woensdag 9 maart om 23:59

Je kunt hier deze les mee bezig + morgen + KWT


Slide 20 - Tekstslide