Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Werkwoorden in verschillende tijden
Werkwoorden in verschillende tijden
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Werkwoorden in verschillende tijden
Slide 1 - Tekstslide
Dit leer je tijdens deze les
1. Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd zetten
2. Je kunt werkwoorden in de verleden tijd zetten
3. Je kunt werkwoorden in de voltooide tijd zetten.
Slide 2 - Tekstslide
www.google.com
Slide 3 - Link
(lijken) Mijn zus ______________ op mijn tante.
Slide 4 - Open vraag
(komen) Mijn neven en nichten ___________ op het familiefeest.
Slide 5 - Open vraag
(worden) Mijn zus ___________ vandaag 21 jaar.
Slide 6 - Open vraag
www.google.com
Slide 7 - Link
(lopen) Jullie _________ van Groningen naar Assen.
Slide 8 - Open vraag
(komen) Hij __________ te laat op zijn werk.
Slide 9 - Open vraag
zet het werkwoord in een andere tijd:
Ik koop een broodje kaas
Slide 10 - Open vraag
zet het werkwoord in een andere tijd
Hij las een spannend boek.
Slide 11 - Open vraag
voltooide tijd
Slide 12 - Woordweb
vul de verleden en voltooide tijd in
ik vertel - ik ________ - ik ____ _________
Slide 13 - Open vraag
welk woord staat in de tegenwoordige tijd?
A
fiets
B
fietste
C
heb gefietst
Slide 14 - Quizvraag
welk woord staat in de tegenwoordige tijd?
A
tekenden
B
tekenen
C
heb getekend
Slide 15 - Quizvraag
welk woord staat in de verleden tijd?
A
slapen
B
sliepen
C
slaapten
D
heb geslapen
Slide 16 - Quizvraag
welk woord staat in de voltooide tijd?
A
heb gekeken
B
keken
C
kijkten
Slide 17 - Quizvraag
welk woord staat in de verleden tijd?
A
zeggen
B
zegden
C
zeiden
Slide 18 - Quizvraag
welk woord staat goed geschreven in de verleden tijd?
A
brand
B
brandde
C
brandte
Slide 19 - Quizvraag
welk woord staat goed geschreven in de tegenwoordige tijd?
A
meldt
B
melt
C
melde
Slide 20 - Quizvraag
welk woord is goed in de voltooide tijd geschreven?
A
heb geweest
B
ben geweest
C
is geweest
Slide 21 - Quizvraag
Wat heb je geleerd?
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Werkwoorden in verschillende tijden
November 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
De grote kennisquiz
Augustus 2024
- Les met
44 slides
door
Quiz!
Duits
Middelbare school
mavo
Leerjaar 4
Quiz!
Present Perfect
Juni 2022
- Les met
37 slides
Engels
Middelbare school
vmbo, havo
Leerjaar 2,3
werkwoordspelling !
Februari 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
werkwoordspelling !
18 dagen geleden
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Spelling vervoegen van werkwoorden
Maart 2023
- Les met
22 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
2023 2024 P3 3 2VBAC1D
September 2023
- Les met
30 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Werkwoordspelling
Mei 2023
- Les met
41 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 1,2