VMBO 3 par 5.1 aan de slag

Hoofdstuk 5
Is er werk voor jou ?
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5
Is er werk voor jou ?

Slide 1 - Tekstslide

Waar gaat hst 5 over
5.1   wat levert werk op
5.2  Wat voor ondernemingen?
5.3  Doe jij mee op de arbeidsmarkt
5.4  Als je zonder werkt?

Slide 2 - Tekstslide

Hoe gaan we het doen?
  • Per week één paragraaf
  • 1 les samen theorie en zelfstandig werken
  • 1 les opdrachten uitwerken
  • Opdrachten zijn:
    - Lesson Up
    - Boek
    - Studeren
Iedere les is voorbereiding op je examen!!!

Slide 3 - Tekstslide

Paragraaf 5.1
Wat levert werken op?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
  • Arbeidsmotieven
  • CAO
  • Bruto - Netto loon
  • Minimumloon

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoel
  • Arbeidsmotieven

Slide 6 - Tekstslide

Arbeidsmotieven
Wat zijn voor jou redenen om te werken?
Geschoold - Ongeschoold werk
Voor geschoold werk heb je een (beroeps) opleiding nodig

Slide 7 - Tekstslide

Lesdoel
  • CAO

Slide 8 - Tekstslide

CAO
CAO = Collectieve Arbeidsovereenkomst.
Geldt voor een hele bedrijfstak (bijvoorbeeld Onderwijs of "Zorg" of Banken of Politie)

Afspraken tussen werknemers en werkgevers in een zelfde branche.

Slide 9 - Tekstslide

Lesdoel
  • Bruto netto loon

Slide 10 - Tekstslide

Bruto loon en Netto loon
Bruto loon = salaris dat je verdient, dat in je overeenkomst staat.

De werkgever houdt loonbelasting en premies in op het bruto loon
Netto loon = salaris dat je op je rekening gestort krijgt

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld Bruto en Netto loon
Voorbeeld
Bruto loon = € 2150 
Loonbelasting = € 185      Sociale premies = €120

Reken het netto salaris uit. Let op de haakjes!!!

Formule:
Netto loon = Bruto loon - ( loonbelasting + premies )

Slide 12 - Tekstslide

Voorbeeld Bruto en Netto loon
Voorbeeld
Netto loon = € 2150 - (185 + 120)
2150 - 305 = € 1845

Formule:
Netto loon = Bruto loon - ( loonbelasting + premies )

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoel
  • Minimumloon

Slide 14 - Tekstslide

Jong en werken?
Minimumloon vanaf 21 jaar 

Minimumjeugdloon van 15 tot 21 jaar

Dit bedrag moet je minimaal verdienen op die leeftijd!
www.scholieren.nibud.nl   

Slide 15 - Tekstslide

Samenvatting
  • Collectieve arbeidsovereenkomst
  • Verschillende contracten
  • Bruto en Netto loon
  • Arbowet en Arbeidstijdenwet
  • Minimumloon

Slide 16 - Tekstslide

Aan de slag
Lees paragraaf 5.1 goed door.

Maak uit je boek de vragen : 2, 4, 5, 6, 7, 8 en 10, 12, 14, 15 en 16 (vanaf blz 130)

Maak daarna de vragen in Lesson up.

Slide 17 - Tekstslide

Oefenen
Maak de volgende oefenvragen.
Pak je boek erbij!
Als je iets niet weet, zoek het dan op in je boek.

Slide 18 - Tekstslide

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 19 - Quizvraag

wat is CAO?
A
afspraken over de Arbeidsvoorwaarden
B
ingeschreven staan bij het UWV
C
redenen om te willen werken
D
een bedrijf die daklozen helpt aan werk

Slide 20 - Quizvraag

Voor wie geld een CAO?
A
iedereen binnen een bedrijfstak
B
alle werknemers van NL
C
iedereen van een bepaald bedrijf

Slide 21 - Quizvraag

Als de overheid de belastingen verlaagt?
A
dan stijgt het bruto loon
B
dan neemt de consumptie af
C
dan stijgt het netto loon
D
dan geef je minder uit

Slide 22 - Quizvraag

Meneer Boet heeft een bruto loon afgesproken met zijn werkgever van €4200. Aan loonheffing en sociale moet meneer Boet € 1500 euro afdragen. Hoeveel is zijn Netto Loon
A
€4200
B
€ 1500
C
€ 2700
D
€ 1700

Slide 23 - Quizvraag

Het geld wat je op de rekening gestort krijgt, dat is je
A
Netto loon
B
Bruto loon

Slide 24 - Quizvraag

Netto loon is
A
bruto loon + loonbelasting + premies
B
bruto loon minus vakantiegeld
C
bruto loon - (loonbelasting+premies)
D
altijd te weinig

Slide 25 - Quizvraag

1) bruto loon is lager dan netto loon
2) tussen bruto en netto loon zitten belastingen en werkgeverspremies
A
beide juist
B
1 juist 2 onjuist
C
1 onjuist 2 juist
D
beide onjuist

Slide 26 - Quizvraag

Met een tijdelijke baan heb je werk voor?
A
bepaalde tijd
B
onbepaalde tijd
C
altijd
D
zonder proeftijd

Slide 27 - Quizvraag

Netto loon is
A
bruto loon + loonbelasting + premies
B
bruto loon minus vakantiegeld
C
bruto loon - (loonbelasting+premies)
D
altijd te weinig

Slide 28 - Quizvraag

Vanaf welke leeftijd is er sprake van 100% Wettelijk minimumloon
A
21
B
22
C
24
D
23

Slide 29 - Quizvraag

Welke 2 wetten beschermen de werknemers
A
UWV en Arbowet
B
Arbowet en wettelijke gelijkheid
C
Arbowet en Arbeidstijdenwet
D
Arbeidstijdenwet en UWV

Slide 30 - Quizvraag

Met een tijdelijke baan heb je werk voor?
A
bepaalde tijd
B
onbepaalde tijd
C
altijd
D
zonder proeftijd

Slide 31 - Quizvraag

Wat is een CAO?
A
Centrale Arbeidsovereenkomst
B
Collectieve Arbeidsonderneming
C
Centrale Arbeidsonderneming
D
Collectieve Arbeidsovereenkomst

Slide 32 - Quizvraag

Juist of onjuist?
Het minimumloon is voordelig voor werkgevers.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Deze wet regelt de werk- en rusttijden
A
Arbowet
B
Arbeidstijdenwet

Slide 34 - Quizvraag

Hoe jonger iemand is hoe lager het minimumloon is?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag