Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee delen:
1) het werkwoordelijke deel (dat is dus het koppelwerkwoord)
2) het naamwoordelijke deel (één of meer zelfstandige of bijvoeglijke naamwoorden die iets zeggen over het onderwerp)
Hannah is een spraakmakende leerling.
is = werkwoordelijk deel
een spraakmakende leerling = naamwoordelijk deel