In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 90 min
Onderdelen in deze les
Deze les
Herhaling nieren
Filmpje spasticiteit (5 minuten)
Uitleg zenuwcellen
Opdracht: Schematische tekening van de zenuwcel
Uitleg zenuwstelsel
Opdracht: Schema zenuwstelsel maken
Slide 1 - Tekstslide
Nieren
Slide 2 - Woordweb
Met welk nummer wordt het nierschors aangegeven?
A
1
B
2
C
3
D
6
Slide 3 - Quizvraag
Urine verlaat het lichaam via de:
A
urineleider
B
urinebuis
C
urineblaas
Slide 4 - Quizvraag
Het lichaam scheidt stoffen uit via:
A
De lever
B
De nieren
C
De lever en nieren
D
De lever, nieren en longen
Slide 5 - Quizvraag
Waar liggen de nieren?
A
Ter hoogte van de navel aan de rugzijde
B
In de borstholte aan de rugzijde
C
Ter hoogte van de navel aan de buikzijde
Slide 6 - Quizvraag
Waar wordt de urine verzameld?
A
Nierbekken
B
Nierschors
C
Niermerg
D
Urinebuis
Slide 7 - Quizvraag
Wat hoort er niet thuis in urine?
A
Kleurstof
B
Rode bloedcellen
C
Water
D
Resten van medicijnen
Slide 8 - Quizvraag
Bloed stroomt naar de nieren via de:
A
Urineleider
B
Nierader
C
Poortader
D
Nierslagader
Slide 9 - Quizvraag
Welk nummer is 2?
A
Nierschors
B
Niermerg
C
Nierkelkjes
D
Nierbekken
Slide 10 - Quizvraag
Lesdoelen
Bouw en werking van het zenuwstelsel
Impulsgeleiding
Slide 11 - Tekstslide
Zenuwcellen
100 Miljard zenuwcellen. Het grootste deel daarvan bevindt zich in het centraal zenuwstelsel (hersenen en ruggenmerg)
Zenuwcellen verwerken informatie en signalen. Ze kunnen deze ontvangen en doorgeven zonder verlies van signaalsterkte.
Slide 12 - Tekstslide
3 Typen zenuwcellen
Gevoelszenuwcellen
Schakelcellen
Bewegingszenuwcellen
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
3 Typen zenuwcellen
Impuls = elektrisch signaaltje
Gevoelszenuwcel: Vervoeren impulsen van zintuigcellen naar het centrale zenuwstelsel.
Schakelcel: Zijn aan beide einden verbonden met andere zenuwcellen. Schakelcellen krijgen informatie van gevoelszenuwcellen en/of andere schakelcellen en geven informatie door aan bewegingszenuwcellen en/of andere schakelcellen.
Bewegingszenuwcellen: Vervoeren impulsen weg van het centraal zenuwstelsel en richting een spier of een klier.
Voorbeeld: Je staat buiten op een kruispunt, en kijkt naar links en naar rechts. Je ziet een auto aankomen.. Je kunt maar beter een stap naar achter doen!
Wat is de prikkel en op welk zintuig werkt deze?
De impuls wordt gestuurd naar ....
-De impuls wordt verwerkt in de grote hersenen.
De impuls loopt van de hersenen naar ....
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
Wat: Maak een schematische tekeningen van een zenuwcel. Je mag zelf kiezen welk type (sensorisch, motorisch of schakelcel).
Hoe: Met potlood of pen
Hulp: Reader
Benoem de volgende onderdelen in je tekening: Axon, cellichaam, dendriet, myelineschede en synaps.
Beschrijf in een paar woorden de functie van elk onderdeel.
Geef met een pijl de richting van de impulsoverdracht aan.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.