Boeren en hun invloed op voedselproductie en omgeving

Boeren en hun invloed op voedselproductie en omgeving

Leerdoelen

Aan het einde van deze les kun je: verschillende soorten boeren benoemen, uitleggen hoe boeren voedsel produceren en beschrijven welke gevolgen dit kan hebben op de omgeving. Ook kun je uitleggen waarom er regels zijn voor gewasbescherming.

Introduceer de leerdoelen en leg uit dat de leerlingen aan het einde van de les deze doelen moeten kunnen behalen.

Wat weet je al over verschillende soorten boeren en hoe ze voedsel produceren?

Soorten boeren

Boeren kunnen akkerbouwers, tuinbouwers, voedingsgewassen of veehouders zijn.

Geef een korte uitleg over de verschillende soorten boeren en vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen.

Voedselproductie

Boeren produceren veel voedsel door monocultuur, intensieve veehouderij en bio-industrie. Dit doen ze door dierlijke mest, kunstmest en krachtvoer te gebruiken en door ziektes te voorkomen met gewasbeschermingsmiddelen en medicijnen.

Geef een korte uitleg over hoe boeren veel voedsel produceren en vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen.

Gevolgen op de omgeving

Landbouw kan leiden tot mestoverschot, overbemesting, watervervuiling, verzuring, ammoniak en minder natuur.

Geef een korte uitleg over de gevolgen van landbouw op de omgeving en vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen.

Regels voor gewasbescherming

Er zijn regels voor gewasbescherming om gifophoping te voorkomen. Deze regels zijn gericht op selectiviteit en biologische afbreekbaarheid.

Geef een korte uitleg over waarom er regels zijn voor gewasbescherming en vraag de leerlingen om voorbeelden te noemen.

Interactieve quiz

Laat de leerlingen een quiz maken over de verschillende soorten boeren en hun invloed op voedselproductie en omgeving.

Gebruik een interactieve tool om de quiz te maken. Stuur de leerlingen een link zodat ze de quiz kunnen maken.

Discussie

Laat de leerlingen in groepjes discussiëren over de voor- en nadelen van verschillende soorten boeren en hun invloed op voedselproductie en omgeving.

Verdeel de klas in groepjes en geef ze de opdracht om te discussiëren. Zorg voor een duidelijke instructie en geef de leerlingen genoeg tijd om te discussiëren.

Terugblik

Vraag de leerlingen om kort samen te vatten wat ze hebben geleerd over verschillende soorten boeren en hun invloed op voedselproductie en omgeving.

Vraag de leerlingen om hun antwoorden te delen en geef feedback waar nodig.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.